Luchtdicht in Lengel #2

Extra bandjes op de gordingen, minder bevestigingsschroeven die voor minieme lekjes zouden kunnen zorgen, en ook simpelweg netjes bouwen. Daarmee moet het dak zo luchtdicht zijn, dat een qv10 van 0,11 haalbaar is, verwachten de bouwers in Lengel.

Het dak van het bedrijfspand is dicht. Althans: wind en waterdicht. Luchtdicht is het natuurlijk pas als Kees Tomberg (Luchtdichtspecialist) alle naden heeft afgewerkt. In aflevering 1 van deze serie werd al uitgelegd dat het bouwteam koos voor een dak met een Rc van 9,0 m2 K/W. Dit is het Aero Passiefsysteem van Kingspan Unidek, dat op maat wordt geleverd. Aannemer Jansen Terborg voorkomt op die manier zaagwerk op de bouwplaats en sluit daarmee risico’s uit. “Op het moment dat je dat niet helemaal jofel zaagt kun je koudebruggen en condensatie krijgen”, zegt directeur Rob Schoonenberg.

Extra bandjes

De dakconstructie bestaat voor beide gebouwen uit stalen spanten met daartussen houten gordingen, waarop de dakelementen zijn geschroefd. De elementen zijn door een speciaal LD-profiel onderling luchtdicht. Kingspan Unidek brengt standaard een bandje (Gefinex Geficell SK) aan op de muurplaat en de nokgording.

Schoonenberg: “Dan gaat de plaat er op en is het luchtdicht. Maar: ook bij de gordingen tussen muurplaat en nokgording gaat die schroef erdoor en heb je dus een minuscuul naadje rondom die schroef. Dat gaat bij een qv10 van 0,15 nog wel goed, maar omdat onze ambitie hoger ligt, doen we dat bandje op elke gording. Want dan sluit het bandje weer aan op die schroef. Dat kan alleen maar meewerken.”

Daarnaast hebben de bouwers in overleg met de leverancier het aantal schroeven geminimaliseerd. Niet standaard 3 per gording, maar in een patroon van 3-2-2-3 (twee per plaat minder dus totaal 76 gaten minder). Er is een aparte bouwvergadering geweest tussen het bouwteam, de leverancier en de dakdekker om details, ambities en uitvoeringszaken door te spreken.

Kopgevel-dak

De kopgevels van het bedrijfspand bestaan uit een stalen spant met metselwerk eronder. Om de aansluiting metselwerk-spant goed te kunnen aftapen (met Siga Fentrim 20), is in de eerste plaats netjes gewerkt, legt Tomberg uit. “Vaak zie je bij kopgevels dat het metselwerk met een slijptol schuin wordt afgeslepen en er met PUR wordt gewerkt. Dat is geen blijvende luchtdichte oplossing.”

In Lengel zijn alle bouwstenen voor de kopgevel daarentegen nat gezaagd. Schoonenberg: “Dat kost meer tijd, maar je krijgt strakker werk. En daar valt of staat het totaal mee.” Tomberg: “Kwaliteit van bouwen is heel belangrijk. Er zijn gevallen bekend van aannemers die heel veel materiaal nodig hebben om luchtdicht te kunnen bouwen en dan nog maar een qv10 van 0,9 halen. Daarnaast heb je aannemers die door netjes te bouwen zonder extra inspanning al 0,5 halen.”

Om de aansluiting stalen spant-dakplaat in één keer door te kunnen plakken, zijn de houten gordingen aan de uiteinden iets afgeschuind. Schoonenberg: “Als je de gording standaard inkeept, kom je daar niet meer tussen. Dat zijn dingen waar je echt van tevoren met elkaar over na moet denken.”

Vloeibaar

De overgangen dakplaat-muurplaat en muurplaat-vloer worden bij zowel het woonhuis als het bedrijfspand afgewerkt met vloeibaar materiaal van Soudal (Soudatight LQ met vezels versterkt en Soudatight SP). “Daar hebben we twee varianten van”, zegt Tomberg. “Het is nog afhankelijk van de vraag of het zichtwerk wordt welke we gebruiken.”

Afhankelijk van het detail wordt het type materiaal uitgekozen. “Bij het woonhuis hebben we te maken met gootklossen die op de vloer zijn bevestigd en waar we dus overheen moeten. Dat allemaal aftapen kost veel te veel tijd. Daarom de vloeibare oplossing.”