VELUX zet in op verduurzaming. De producent van dakramen wil vóór haar honderdjarige bestaan in 2041 alle ooit door het bedrijf uitgestoten CO2 compenseren. Bovendien heeft VELUX met Living Places een duurzaam woningconcept ontwikkeld dat bouwbedrijf Dijkstra Draisma voor de Nederlandse markt geschikt maakt. Aannemer spreekt marketingdirecteur Thijs Ekelschot over hoe VELUX bezig is met verduurzaming én over hoe het bedrijf samenwerkt met aannemers.
VELUX neemt duidelijk positie in als het gaat om het verduurzamen van de bouw. Waarom?
“Als bedrijf staan we helemaal achter de Parijs-akkoorden en de doelstellingen met betrekking tot het klimaat. We weten ook dat dit voor onze klanten, zowel de eindconsumenten als onze business partners, steeds belangrijker wordt. Als marktleider kunnen wij hierin echt een rol spelen en een voorbeeldfunctie vervullen. Of het nou het verlagen van de CO2-uitstoot is of het verhogen van de levensduur van onze producten. Dat is onderdeel van onze langetermijnstrategie.”
Zit dit in de cultuur van VELUX?
“Absoluut. VELUX is een Deense onderneming die inmiddels tachtig jaar bestaat. Van oudsher is VELUX gericht op well- being. We willen ervoor zorgen dat mensen een gezond en gelukkig leven leiden. Van het toetreden van frisse lucht en daglicht is bewezen dat ze de levenskwaliteit verhogen.”
Thijs Ekelschot: “In 2041 bestaat VELUX 100 jaar. Voor die tijd willen we ervoor zorgen dat álle CO2 die wij hebben ooit hebben uitgestoten, tot nul is gedaald.”
Welke concrete doelen hebben jullie gesteld?
“In 2041 bestaat VELUX honderd jaar. Voor die tijd willen we ervoor zorgen dat álle CO2 die wij ooit hebben uitgestoten, tot nul is teruggebracht. We weten namelijk precies hoeveel producten we sinds het ontstaan van het bedrijf geïnstalleerd hebben en hoeveel glas, staal, hout en aluminium in al die producten is verwerkt. Het valt allemaal terug te rekenen. Door een langdurig partnerschap met het Wereld Natuur Fonds aan te gaan willen we onze CO2-uitstoot compenseren door bosbescherming en -herstel in tropische gebieden te financieren.”
Hoe krijgt VELUX de leveranciers van aluminium, staal en glas in beweging?
“Door efficiënt in te kopen. Het is dus niet alleen onze eigen uitstoot waar we actief mee bezig zijn. We achterhalen ook wat de doelstellingen van onze partners zijn. En dat betekent dat je soms niet zult kiezen voor de goedkoopste leverancier, maar wel de duurzaamste of de meest energie-efficiënte. We zijn dus aan het kijken hoe we de juiste partners kunnen betrekken bij onze eigen doelstellingen.”
Onlangs onthulde bouwbedrijf Dijkstra Draisma in aanwezigheid van Koningin Máxima ‘de eerste CO2-negatieve’ woning, gebaseerd op het Living Places-concept van VELUX. Waarom zit een producent van dakramen in de ontwikkeling van duurzame woonconcepten?
“Het Living Places-project hebben we gelanceerd toen Kopenhagen de wereldhoofdstad voor architectuur was. Als VELUX wilden we dat jaar laten zien dat we als leverancier van dakramen een actieve rol kunnen innemen in discussies over architectuur en bouw. Het energie-efficiënte Living Places-concept hebben we samen met andere partijen ontwikkeld; het is zeker niet onze ambitie om zelf huizen te gaan bouwen. Dijkstra Draisma ontwikkelt het Scandinavische concept door en maakt deze geschikt voor de Nederlandse markt.”
VELUX is wereldwijd in veel markten actief. Waar staat Nederland eigenlijk?
“De Nederlandse markt is voor VELUX een voorbeeldmarkt. De koopkracht is in Nederland, in vergelijking met andere landen, vrij hoog. Bovendien denkt men bij een verbouwing snel aan de mogelijkheid tot uitbouw. Energiedoelstellingen zijn in Nederland belangrijk en cultureel gezien zijn daglicht en openheid de norm. Allemaal redenen waarom we in De Meern een showroom hebben staan. Mijn grootste taak in Nederland is om bij consumenten tussen de oren te krijgen dat ze bij een verbouwing niet alleen aan een nieuwe keuken, maar óók aan daglicht en frisse lucht moeten denken.”
… en dus een dakraam van VELUX plaatsen?
“Of men vervolgens kiest voor VELUX of voor een ander merk, dat is vers twee. Wat we zien is dat men bij een verbouwing niet meteen aan het plaatsen van een dakraam denkt. Hoewel een dakraam door het natuurlijke daglicht en de frisse lucht de kwaliteit van een ruimte enorm kan verbeteren. De tagline van VELUX is niet voor niets ‘Transforming Spaces into Favorite Places’. Uniek aan het plaatsen van een dakraam is dat je van ongebruikte ruimtes echte woonruimtes kunt maken.”
Waarom wil je die boodschap overbrengen?
“Wat we nu vaak zien gebeuren, is dat een consument een aannemer belt en zegt: ik heb een dakraam nodig, help me. Wat wij willen bereiken is dat de klant op dat moment al een idee heeft over de oplossing die hij nodig heeft. We weten dat het voor veel klanten moeilijk is om zich voor te stellen wat de toegevoegde waarde van daglicht is. Je weet het pas als je het beleeft, vandaar ook onze showroom. Daar geven we gratis advies. Wat is het verschil tussen twee, drie of vier ramen? Moet je wel isoleren of niet? Wil je elektrische dakramen of niet? Als consument word je dan niet volledig gestuurd door de opinie van de aannemer, omdat je zelf al een idee hebt.”
Hoe belangrijk is de aannemer voor VELUX?
“Aannemers zijn voor ons een kwaliteitskeurmerk. Als je als consument een gat laat maken in je dak, dan wil je wel dat dat goed gedaan wordt. En als een product niet goed geplaatst wordt, dan vindt de klant het toch echt wel ons probleem. Daarom ontwikkelen we trainingen voor ons montage-partnerprogramma. ‘Montagepartners’ zijn aannemers van kwaliteit waar wij mee samenwerken. Consumenten kunnen via ons een montagepartner inschakelen.”
Wat leren aannemers tijdens zo’n training?
“Het gemakkelijkste voor aannemers is het om een handmatig te openen dakraam te plaatsen. Maar voor de levenskwaliteit is dat niet altijd de beste oplossing. Tijdens de training gaan we in discussie met aannemers over hoe zij een klant die bij hen aanklopt voor een dakraam, ervan kunnen overtuigen om te kiezen voor een oplossing die past bij diens portemonnee én die de gewenste levenskwaliteit oplevert.”
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Aannemer 7-2024.
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.