Vervanging van een keukenkozijn van een vrijstaande woning blijkt de aftrap voor meer houtrotellende. Alle kozijnen zijn aangetast. De opdrachtgever doet een beroep op de door de aannemer verstrekte garantie van tien jaar op de kozijnen.
Tijdens de bezichtiging van het werk constateert de arbiter aanzienlijke houtrot in de verbindingen van de buitenkozijnen en in de onderdorpels van de buitendeuren. Daarnaast is sprake van zichtbare vochtophoping in de dorpels en stijlen van de buitenkozijnen.
Naar het oordeel van de arbiter is het houtrot in de kozijnen te wijten aan hoge vochtwaarden in het hout. De oorzaak daarvan ligt in het ontbreken van beluchting van de kozijnen en van het dubbelglas in de buitendeuren. De detaillering is ondeugdelijk. Het strak in de sponning plaatsen van het Rockpanel – met onvoldoende ventilatiemogelijkheid tot gevolg – heeft eveneens bijgedragen aan het proces.
Een andere oorzaak is de manier waarop enkele buitendeuren door de aannemer zijn ingekort. De deuvelverbinding is daardoor niet meer in tact. De kozijnen op de hoek noord- en westgevel zijn plat op het lood geplaatst, waardoor sprake is van een hogere vochtbelasting door capillaire werking. Deze detaillering is eveneens ondeugdelijk. Vervolgens is het duidelijk dat onvoldoende stootvoegen zijn aangebracht, waardoor de spouw niet afdoende ventileert en de vochtbelasting op de kozijnen toeneemt. Matig schilderwerk op de kozijnen maakt het geheel af. Eén en ander moet worden gezien in combinatie met de gekozen houtsoort: hemlock. Door de leverancier is aangegeven dat problemen kunnen ontstaan in de vochthuishouding in het hout.
Hoewel de aannemer stelt dat hij de opdrachtgever heeft gewaarschuwd voor de kwaliteit van hemlock en aansprakelijkheid onder garantie heeft uitgesloten, is de arbiter zulks uit de overlegde stukken niet gebleken. Evenmin blijkt dat de vakman heeft gewaarschuwd voor de ondeugdelijke detaillering. Wat wel had gemoeten omdat sprake is van een kennelijke fout.
Nu het schilderwerk – uitgevoerd door de opdrachtgever – voor een klein deel heeft bijgedragen in de schade aan de kozijnen, acht de arbiter het redelijk dat een deel van de schade voor rekening van de opdrachtgever komt. Voor het overige is de aannemer op grond van de door hem verstrekte garantie aansprakelijk voor de schade als gevolg van gebreken aan de kozijnen. Gebreken die met plaatselijk herstel alleen niet zijn op te lossen. Van de totale schade à 56.478,09 euro is 34.671,20 euro voor de aannemer. Plus 5000 euro arbitragekosten.
Bewerkt naar het desbetreffende verslag van de Raad van Arbitrage
Geschilnummer 35.237
Tekening: Pennestreek/Tony Tati
Dit artikel verscheen in oktober 2015 in het blad Aannemer. Klik hier voor een (proef)abonnement.
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.