In het project Bio-Iso van de Hogeschool Zeeland en de Avans Hogeschool (Den Bosch) testen onderzoekers in twee klimaatcontainers de eigenschappen van biobased isolatiematerialen. Projectleider Marijn Heeren hoopt in januari op een evenement de eerste resultaten te presenteren.
Kurk, vlas, stro, mycelium en gras. Dat zijn de materialen die kunnen dienen als isolatie en waarvan in het project Bio-Iso het zogeheten thermo-hygrisch gedrag wordt gemeten.
Wat dat inhoudt? “Biobased materialen kunnen tot op zekere hoogte vocht bufferen”, zegt Marijn Heeren. Hij is docent bouwkunde met als specialisatie bouwfysica en onderzoeker en projectleider van het project Bio-Iso. “Dat kunnen de gekende isolatiematerialen niet. Wat wij willen weten is: als dat isolatiemateriaal vocht buffert, wat gebeurt er dan mee? Hoe houdt het vocht vast en hoe kan het dat weer afgeven.” Heeren hoopt te kunnen aantonen dat het binnenklimaat verbetert bij gebruik van biobased isolatiematerialen.
Lambda-waardes
De natuurlijke isolatiematerialen gaan het op hun isolatiewaarde niet winnen van minerale wollen en al helemaal niet van hardschuimisolatie. De lamdba-waardes van natuurlijke materialen liggen namelijk allemaal zo rond de 0,40. Je hebt – kortom – altijd een dikker pakket nodig dan met traditionele materialen om dezelfde isolatiewaarde te halen.
Maar van natuurlijke materialen is bekend dat ze door hun vezelopbouw beter met vocht kunnen omgaan – en daarmee te gebruiken zijn in dampopen constructies – en een betere faseverschuiving hebben, waardoor ze in de zomer woningen langer koel houden. Alleen ontbreekt het in veel gevallen nog aan de nodige onderbouwingen en certificaten en zijn de leveranciers doorgaans kleine partijen. De bedrijven die meedoen aan Bio-Iso zijn Pro Suber (kurk), Strobouwer (stro), IsoVlas (vlas), Gramitherm (gras) en Fairm (mycelium).
Testopstelling in twee containers
Voor het onderzoek – de metingen zijn gestart in oktober en duren tot maart – is een testopstelling gemaakt in twee zeecontainers in KAAP, een innovatiehotspot in Vlissingen. Daarin bootsen de onderzoekers een binnen- en buitenklimaat na. “Een hele wintercyclus, versneld, met een dag- en nachtritme en een bepaalde luchtvochtigheid. En dan aan de binnenkant een vaste temperatuur van een graad of 20 met een relatieve vochtigheid van 50 procent, zoals het in een normale woonkamer ook gemiddeld genomen is.”
Sensoren in de wand meten wat er gebeurt: of de materialen inderdaad vocht bufferen en weer afgeven. Doel is om met de meetresultaten bij te dragen aan de kennis over deze materialen. Heeren hoopt resultaten te presenteren op een nader te plannen evenement, dat waarschijnlijk in januari zal worden gehouden.
Dit artikel is gepubliceerd in Aannemer 07-2022.
Goedemorgen
Als architect ben ik betrokken bij een Keten van Biogrondstoffen op basis van nog een ander gewas dan genoemde gewassen. Het gaat daarbij om Sorghum.
Ik heb dit artikel met belangstelling gelezen en vraag me af of er inderdaad als gezegd in Januari resultaten van het onderzoek worden gepresenteerd?
En op welk evenement dit is? Ik zou daar graag bij aanwezig willen zijn.