#Bouwtechniek #Isolatie

Al geïsoleerde woningen naar NOM: ingrijpende klus

Na-isoleren van de spouw is nu niet heel effectief bij relatief jonge woningen. Innovaties kunnen dat veranderen. “Met spouwvulling met een lambda-waarde van ongeveer 0,015 wordt het interessant om het oude eruit te zuigen en vol te gieten met nieuwe vulling.” (Foto: Venin)

Een woning uit de jaren tachtig en negentig ombouwen naar NOM (nul-op-de-meter) met warmtepomp vergt een forse investering. Met alleen een beetje extra isolatiemateriaal lukt het niet; alleen dikke isolatiedekens achter voorzetwanden of buitengevelisolatie is toereikend. “Minstens 15 centimeter.”  

Een nul-op-de-meter-woning (NOM) is het modewoord van nu, vaak in één adem genoemd met ‘van gas los’. Woningcorporaties en steeds meer particuliere woningbezitters raken er door in de ban. Niet alleen vanwege het klimaatakkoord, ook door de stroom krantenverhalen over energieneutrale woningen en tv-reportages over warmtepompen op eigen zonnestroom.

Installateurs doen ook nog een duit in het zakje. Een installatiebedrijf in Den Bosch met als leuze ‘weg met de cv-ketel. Uw huis is er klaar voor, u ook?’

Dan komt er een aanbieding van ruim 6600 euro, inclusief installatie voor de Daikin Altherma-3. Een goede warmtepomp, daar niet van, maar voor dat bedrag heb je het instapmodel met een vermogen van 4,3 kW. Zo’n toestel past alleen in een uitmuntend geïsoleerd rijtjeshuis volgens de huidige bouwbesluit-eisen en dat staat niet in de advertentie. De warmteverliesberekening van een woning zonder balansventilatie komt zelfs nu al snel boven die 4,3 kW uit.

Die 4 kW is niet zomaar gekozen. Het is namelijk ongeveer de maximale warmtevraag die nog met eigen opwekking kan worden afgedekt. Bij NOM is er één allesbeslissende factor. Hoeveel zonnepanelen passen op het dak? Bij een rijtjeshuis minstens zo’n zestien, met een beetje puzzelen krap twintig. Niet alleen de warmtepomp draait op de zonnepanelen, ook het huishoudelijk verbruik van de bewoners moet bij NOM worden afgedekt.

Betere plattegrond

Het is dus zaak om een woning energetisch op te waarderen zodat met de beperkte ruimte op het dak warmtepomp en alle andere elektrische apparaten kunnen draaien. Bij het renovatieprogramma Stroomversnelling van woningcorporaties gaat het veelal om slecht geïsoleerde oudere woningen die een compleet nieuwe jas krijgen. Een nieuw prefabdak en nieuwe geïsoleerde voorzetgevels vijzelen de Rc-waardes op tot de huidige bouwbesluiteisen of nog hoger.

Is zo’n drastische ingreep ook nodig voor woningen uit de jaren tachtig en negentig? Directeur Dyon Noy van adviesbureau Atriensis, met veel woningcorporaties als klanten, legt de knip op begin jaren tachtig. “In 1982 werden de isolatie-eisen verhoogd. Toen werd vloerisolatie verplicht en 5 centimeter isolatie in dak en gevels en dubbelglas in woonkamer en keuken.” Volgens Noy leggen woningcorporaties bij NOM-renovaties vooral de focus op eengezinswoningen uit de periode 1968-1982. Vanaf ongeveer 1968 was er soms een beetje isolatie aanwezig, maar kregen de huizen een beduidend betere plattegrond door regelgeving. Het zijn vaak gewilde woningen.

Hoe gaan we die opwaarderen naar NOM? Peter Stam van adviesbureau Merosch weet precies wat nodig is: “Gevel, dak en vloer moet je aanpakken. Bij de thermische waardes moet je denken aan een Rc van 4 voor de vloer, 5 tot 6 voor de gevel en 6 tot 8 voor het dak. De bestaande beglazing moet je aanpakken en naar drievoudig glas gaan.” Bij NOM-renovatie bij woningcorporaties worden daarom vaak nieuwe prefab-daken en gevels over en tegen de woning gezet.

Voorzetwand

Bij woningen tot 1982 zonder isolatie is een nieuwe gevel vaak de enige oplossing voor NOM, maar wat met huizen vanaf 1982 met een compleet en al redelijk geïsoleerde schil met een Rc van 1,3? Dat is geen eenvoudige zaak, verduidelijkt Noy. Het is alleen met drastische maatregelen mogelijk om die hoge Rc-waardes te halen. Dat lukt alleen met isolatie tegen de gevel of van binnenuit, met voorzetwanden. Noy: “Dat is doodzonde bij dergelijke relatief jonge woningen en meestal willen corporaties en hun huurders dat ook niet.”

Noy vraagt zich hardop af of het daarom wel zin heeft om huizen van na 1982, die al betere isolatie hebben, nu al op te waarderen tot NOM-woning, compleet met nieuwe gevels. Maar: we moeten toch van het gas af? “Van gas af moet niet meteen en geforceerd op hele korte termijn. Waarom zou je trouwens nu meteen van het gas af willen en niet eerst flink besparen op gas? Zonder goed te besparen ga je met een warmtepomp veel stroom afnemen van een kolen- of gascentrale. Wij adviseren om altijd eerst te besparen. Ook om mee te denken over de warmtevisie van de gemeente voor de verschillende wijken. Gemeenten moeten uiterlijk in 2021 per wijk een plan hebben gemaakt. We moeten van het aardgas af, maar dat hoeft niet meteen. Stel dat er een warmtenet komt, dan hoef je strikt genomen helemaal niet zo zwaar te isoleren.”

Spouwvulling

Toch zijn er wel belangrijke verbeteringen mogelijk bij al geïsoleerde woningen. Tegen relatief lage kosten, is al een belangrijke slag te slaan, zegt Noy. “Voor een woning uit de periode 1982-1992 ligt het voor de hand om alle glas te vervangen. Dan sla je de grootste slag. Het hout is vaak nog goed, alleen de draaidelen zijn vaak niet sterk genoeg. Die vervang je door nieuwe. Dan kun je ook de ventilatietoevoer op orde maken met nieuwe roosters. Aan de muren kun je nog wat isolatie toevoegen, maar je bespaart er bijna niks mee. Betere kier- en naaddichting is wel lucratief, weet Noy. Woningcorporaties investeren hier daadwerkelijk in, stelt Noy. Zelfs huurhuizen van na 1992 toen de Rc-waardes werden opgetrokken naar 2,5 krijgen soms al een opknapbeurt. In theorie is het ook mogelijk om de spouwmuur helemaal op te vullen. Naast de isolatie is nog een luchtspouw van zo’n 2 centimeter. Maar in de praktijk zet dat niet veel zoden aan de dijk. Hij verwacht voor het navullen van spouwmuren wel belangrijke innovaties. “Er is spouwvulling in ontwikkeling dat minstens twee keer beter is dan nu met een lambda-waarde van ongeveer 0,015. Dan wordt het interessant om het oude eruit te zuigen en vol te gieten met nieuwe vulling. Dan zou je naar een Rc-waarde kunnen gaan van 3 in de smalle spouw zelf. Zonder gedoe aan de buiten- of binnenkant.”

‘Complexe operatie’

De brancheorganisatie van erkende na-isolatiebedrijven, Venin, erkent dat het bij bestaande woningen lastig is om nog veel extra isolatie aan te brengen. De al geïsoleerde spouw volspuiten is technisch mogelijk, maar verbetert de Rc-waarde nauwelijks, zegt directeur Rob van Boxtel. “Er kan nog iets bij in de spouw, maar dat maakt bijna geen bal uit.” Zelfs het beste na-isolatieproduct – EPS-bolletjes (lambda-waarde 0,0324) – haalt bij 2 centimeter vrije ruimte in de spouw een maximale Rc-waarde van 0,62. “Technisch kan het wel, maar het is niet altijd even gemakkelijker. Als het isolatiemateriaal achter de platen terechtkomt, in plaats van er voor, dan sla je niet de slag die je wilt maken.”

De enige techniek die overblijft om een jarentachtigwoning echt op te waarderen, vergt een forse investering. Het aanbrengen van een extra isolatielaag van 15 centimeter. Daarbij is de keuze uit isoleren van binnenuit met voorzetwanden of met isolatie tegen de bestaande gevel. Van Boxtel: “Beide hebben voordelen maar ook nadelen. Van binnenuit is in verband met leidingen, vensterbanken, elektra aansluitingen een hele klus en je gaat er zeker 15 centimeter materiaal voor zetten. Dat is nogal wat en er verdwijnt woonruimte. Buiten is bouwfysisch veel beter. Je pakt koudebruggen goed aan. Je kunt de isolatielaag afstucen of er steenstrips op zetten, maar ook dat is een vrij complete operatie. Je zit met aansluiten van kozijnen.

Het dak na-isoleren is volgens Peter Stam van Merosch meestal wat eenvoudiger. “Van binnenuit met goede isolatiemateriaal als resol. Het kan ook aan de buitenzijde door de pannen weg te halen en dan isolatie aanbrengen. Maar dan zit je weer met de dakgoten.”

Ook Van Boxtel ziet een compleet nieuwe schil bij huizen vanaf de jaren tachtig, laat staan de jaren negentig, niet snel gebeuren. “De kranten staan er vol van, maar het is nogal wat, wat men opeens uit de hoge hoed tovert. Bij nieuwbouw kun je alles bereiken, bij bestaande bouw is dat een waanzinnig gecompliceerde klus.”

Adviesbureau Merosch helpt woningcorporaties bij het verduurzamen, zelfs tot NOM-woning. Vooralsnog is er vanuit de particuliere markt weinig vraag naar zulke ingrijpende renovaties. Dat is wel opvallend gezien de publiciteit rondom van gas los. Een voorlichtingsbijeenkomst in 2018 in de gemeente Bodegraven waar Merosch particuliere huizenbezitters zou voorlichten  over het traject naar een NOM-woning werd zelfs afgeblazen. Peter Stam: “De gemeente en Merosch hebben via social media de nodige aandacht aan het event besteed, maar er was weinig animo.” Volgens hem is het bij particuliere rijtjeshuizen pas interessant als bewoners het collectief aanpakken. En net zoals bij woningcorporaties de ingrepen te koppelen aan planmatig onderhoud.

Rc-waardes in historisch perspectief

In 1975 na de oliecrisis kwam de overheid met de eerste isolatie-eisen. Voor het dak gold een Rc-waarde van 1,3 m².K/W. Voor muren kwam er alleen voor sociale woningbouw een eis, ook 1,3. Echt serieuze isolatie-eisen werden pas in 1982 gesteld. Voor de complete schil gold een eis van 1,3, ook voor de vloer. In de leefruimtes werd dubbelglas verplicht. Vanaf 1992 werd de eis in het Bouwbesluit opgeschroefd naar 2,5 via een tussenstap van 2,0 in 1988.

In 2012 werden de Rc-waardes van dak, vloer en muur verhoogd naar 3,5 om in 2015 op de huidige gedifferentieerde eisen uit te komen: vloer 3,5, muur 4,5 en dak 6,0.

Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Schrijf je in voor de Aannemer nieuwsbrief

Elke week de laatste ontwikkelingen uit de aannemerij ontvangen in je mailbox?
Sluit je aan bij ruim 6.600 bouwprofessionals en mis niets!