Arbitrage | Dubben over dubbel glas

Vooropgesteld: hun gloednieuwe appartement is prachtig. Maar wat de geluidwering en warmte-isolatie van het glas in de voor- en achtergevel betreft, is niet geleverd wat is overeengekomen. De arbiter buigt zich over het werk van de aannemer.

Ze hebben de spouw aandachtig bekeken. Meerdere keren zelfs en op verschillende plaatsen. Maar er is geen merk of specificatie te vinden dat aangeeft dat HR++ glas is geplaatst in de ramen in de voor- achtergevel van hun woning. En dus twijfelen de eigenaren of de aannemer zich wel aan de afspraak heeft gehouden. Wat de geluidisolatie in de pui van de voorgevel betreft, is dat zeker niet het geval. De bewoners willen dat één en ander op korte termijn wordt hersteld. Omdat de bouwer meent aan zijn contractuele verplichtingen te hebben voldaan, wordt het vriendelijke verzoek omgezet in een keiharde eis. Binnen de muren van de rechtszaal.

HR++ glas

De woningeigenaren hebben een deskundige ingeschakeld. Volgens hem is glas toegepast van 6 – 16 – 4 met een Ug van 1,1 W/m2K. Door ter plaatse de glasdikte en de spouw te meten, komt hij tot de conclusie dat een coating is aangebracht. Wil sprake zijn va HR++ glas dan is het, behalve die coating, ook nodig dat de spouw wordt gevuld met argon of een ander edelgas. De aanwezigheid van een coating betekent echter niet automatisch dat ook het vereiste gas is toegepast. Een onderzoek daarnaar is echter een kostbare aangelegenheid.

Bon als bewijs

Een fabrikant van dubbel glas die wel een coating aanbrengt, maar vervolgens het gas achterwege laat? Het komt de arbiter niet aannemelijk over. Bovendien laat de aannemer een bon van de glasfabrikant zien die het tegendeel bewijst. Hem is warmte-isolerend glas geleverd met een Ug van 1,1. En Ug 1,1 betekent dat het hier wel degelijk om HR++ glas gaat. De eis op dit vlak wordt afgewezen.

‘Vanwege druk wegverkeer moet de geluidwering minimaal 29 dB zijn’

Decibel

Dan is daar nog de geluidisolatie van de voorgevel. De arbiter stelt voorop dat de pui moet voldoen aan het Bouwbesluit 2012. De karakteristieke geluidwering van een gevel moet – als er geen geluidbelasting is – minimaal 20 dB zijn, aldus artikel 3.2. Onder omstandigheden kan overigens worden volstaan met 18 dB, maar die gelden hier niet. Sterker nog, vanwege druk wegverkeer moet de minimale eis worden opgeschroefd naar 29 dB. Uit metingen van de deskundige volgens NEN 5077 volgt dat de 20 dB niet wordt gehaald, laat staan de 29 dB.
Herstel is nodig. De aannemer moet ervoor zorgen dat de geluidwering van de voorgevel voldoet aan de cumulatieve eis van minimaal 29 dB. Hoe, dat is aan hem.

Depot

De eigenaren hebben aan hun vordering geen termijn verbonden. Maar een andere stok achter de deur is er wel. Bij de notaris bevindt zich nog een depot. Dat depot wordt pas vrijgegeven als de aannemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan.

Cijfertjes

Opdrachtgevers en aannemer hebben beide ongelijk gekregen van de arbiter. De klanten voor 25 procent en de bouwer voor het overige percentage. Hij betaalt 75 procent van de proceskosten à 9.803,72 euro. Door voor minder dan 75 procent in het ongelijk te zijn gesteld, komen de bewoners onder die kosten uit. Dat is nou eenmaal de procedure in een woningborggeschil. De aanvraagkosten van 365 euro worden ook weer op hun rekening gestort. Geen centje pijn dus.

Bewerkt naar het desbetreffende verslag van de Raad van Arbitrage

Geschilnummer 81.396

Tekening: Tony Tati/Pennestreek