Een lekkage in de aan zijn woning grenzende stallingsruimte noopt de eigenaar om het euvel te laten onderzoeken. Wat blijkt: het dakbeschot is ernstig aangetast door condensatievocht en buigt door. De aannemer wordt hierop aangesproken.
De aannemer stelt dat de lekkage aan het dak is veroorzaakt door werkzaamheden aan de stallingsruimte die niet onder zijn verantwoordelijkheid zijn uitgevoerd. Hij wijst in dat kader op het door de opdrachtgever na de oplevering van de woning aangebrachte verlaagde plafond in de stallingsruimte en het verwarmen van deze ruimte.
Bij bezichtiging door de arbiter blijkt dat de opdrachtgever in de stallingsruimte een tussenwand heeft aangebracht. In het achterste deel heeft hij wanden voor de halfsteensmuren geplaatst en een verlaagd plafond bevestigd, waarmee hij van die ruimte een bijkeuken heeft gemaakt. In dat deel staan ook een wasmachine en een condensdroger. Het voorste gedeelte is nog als stalling in gebruik. Wel heeft de opdrachtgever hier de oorspronkelijke garagekanteldeur vervangen door een dichte houten deur.
Omdat de opdrachtgever tijdens de zitting aangeeft dat de klachten zich ook bij de overige woningen van het bouwplan voordoen, worden nog vijf (door de opdrachtgever aangewezen) stallingsruimtes bezichtigd. Bij de stallingsruimtes die zich nog in de oorspronkelijke situatie bevinden (geen verlaagd plafond, geen tussenwand en/of wanden), stelt de arbiter vast dat de dakplaten niet of nauwelijks door vocht zijn aangetast. Daarnaast is sprake van een zeer geringe doorbuiging van het dakbeschot. Dit in tegenstelling tot de stallingsruimte van de opdrachtgever, waar het dakbeschot ernstig doorbuigt en het plaatoppervlak in ernstige mate is aangetast door vocht.
Volgens de arbiter heeft een combinatie van factoren geleid tot de aantasting van het dakbeschot. Die combinatie zorgt voor gewijzigde bouwfysische omstandigheden waardoor de schade is ontstaan. Het betreft twee factoren. Het ontbreekt aan voldoende ventilatie als gevolg van het aanbrengen van een tussenwand, een verlaagd plafond en het plaatsen van gipswanden voor het metselwerk. Hierdoor verliezen de open stootvoegen hun functie, evenals door het aanbrengen van een dichte pui met deur ter vervanging van de garagekanteldeur. Daarnaast is de bestemming gewijzigd, van onverwarmde ruimte naar verwarmde ruimte en de plaatsing van een wasmachine en condensdroger in dit deel.
Conclusie: de aannemer is niet aansprakelijk. De opdrachtgever betaalt de proceskosten à 3000 euro.
Bewerkt naar het desbetreffende verslag van de Raad van Arbitrage
Geschilnummer 35.726
Tekening: Pennestreek/Tony Tati
Dit artikel verscheen in januari 2017 in het blad Aannemer. Klik hier voor een (proef)abonnement.
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.