Met de uiteinden van kanaalplaatvloeren wordt door aannemers vaak lichtzinnig omgesprongen. Open of dicht, gevuld met doppen of isolatieproppen; er lijkt nauwelijks een strategie achter te zitten. En dat terwijl het dichtzetten van de kanalen zeker een doel heeft.
Het dichtzetten van de uiteinden van de kanalen voorkomt namelijk:
- tocht uit centraaldozen,
- condensatieschade bij de oplegging van kanaalplaatvloeren bij buitengevels,
- uitslag op het buitenmetselwerk ter hoogte van de kanaalplaatvloeren door condensatie.
Om de bovenstaande drie doelen te kunnen bereiken, moeten de kanalen luchtdicht worden afgesloten. Warme, vochtige lucht kan zo niet uit de kanalen ontsnappen; koude lucht van buiten kan juist niet in de kanalen worden gedrukt.
Dat kan met een goed sluitende – dus netjes aangebrachte – isolatieprop. Wie doppen gebruikt, moet er op letten of ze goed in het kanaal passen en zelf ook geheel gesloten zijn.
Voor beide keuzes geldt dat alle kanalen dicht moeten worden gezet, wil de werking optimaal zijn.
Bron: Henk Wegkamp
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.