Arbitrage | Afschalende jaarringen dwingen aannemer tot herstel

Thermisch gemodificeerd hout aan de gevel wordt anders beoordeeld dan ‘gewoon’ hout, blijkt als kopers klagen over de gevel van hun nieuwbouwwoning. Maar in hun geval heeft de aannemer het wel wat té bont gemaakt, zo oordeelt de arbiter.

Kopers van een nieuwbouwwoning zijn niet tevreden met de kwaliteit van de houten geveldelen die zij op een deel van hun woning hebben gekregen. Tijdens de oplevering laten ze dat ook als punt noteren.

Woningborg – de woning is gebouwd onder garantie – stuurt een inspecteur. Die stelt dat er behoorlijk wat mankeert aan de gevel: ernstige scheurvorming en gaten, zoals de kopers hebben omschreven, in een mate die niet acceptabel is. Er zijn open kwastgaten, jaarringen schalen af en er zijn volop lege harswellen – fraai is het allemaal niet. Een en ander is ook niet uitgevoerd volgens de richtlijnen van Centrum Hout (‘Houtwijzer gevelbekleding van massief hout’) en SKH (‘Goedgekeurde houtsoorten voor de toepassing in houten gevelbekledingen’).

Baksteen of hout?

En was er überhaupt sprake van dat er hout zou worden toegepast op de gevel? Op de garage, ja, maar de kopers hebben gekozen voor een meerwerkoptie waarbij de woonkamer over de hele breedte wordt doorgetrokken. Ze gingen er op basis van de technische omschrijving vanuit dat de gevel ook in metselwerk zou worden uitgevoerd. Al waren de arceringen op de tekening iets anders (zonder enige toelichting overigens).

De zaak belandt bij de Raad van Arbitrage in Bouwgeschillen, waar de kopers herstel van de gevelbekleding eisen met daarbij een dwangsom van 500 euro per dag, plus een vergoeding voor wat juridische kosten.

De arbiter maakt korte metten met de klacht of het baksteen of hout op de gevel zou moeten zijn: de kopers hebben hout bij oplevering geaccepteerd, want ze hebben er niet over geklaagd. De aannemer had het wel wat beter mogen uitleggen.

Thermisch gemodificeerd

Dan de kwaliteit van de gevelbekleding, die de arbiter ter plaatse heeft bekeken. Hout is een natuurproduct – scheuren en kwasten horen erbij. Maar waar scheuren en kwasten normaal gesproken invloed hebben op de kwaliteit, is dat bij thermisch gemodificeerd hout niet zo, stelt de arbiter. Oftewel: er is sprake van een duurzaam bouwmateriaal.

Voor thermisch verduurzaamd hout bestaan geen normen

De aangehaalde richtlijnen van Centrum Hout en SKH gelden voor ‘gewoon’ hout, niet voor thermisch verduurzaamd hout. Daar bestaan geen normen voor. Wel zijn er kwaliteitseisen van de leverancier in kwestie – ingebracht door de aannemer. Op basis daarvan ziet de arbiter wel wat tekortkomingen, zoals openstaande scheuren van 20 cm of meer, gaten die groter zijn dan 1 cm en afgeschaalde jaarringen.

Oordeel

De zaak wordt eenvoudig opgelost. De aannemer heeft de kopers al vóór de zaak dient bij de arbiter een herstelaanbod gedaan, dan nog uit coulance. Insteek: te slechte planken worden vernieuwd en grote gaten gevuld met hout dat vrijkomt uit de vervangen planken. De arbiter kan zich hier helemaal in vinden en legt de aannemer herstel van de gebreken op. Dat moet binnen vier maanden gebeuren.

De dwangsom is daarbij niet nodig, verzekert de aannemer, maar de arbiter laat die staan, met een maximum van 6000 euro. Overige juridische kosten zijn er niet, oordeelt de arbiter. Die claim van de kopers is dus onterecht. De kopers worden bij de beoordeling voor 60% in het ongelijk gesteld (onder meer omdat niet álle gevelbekleding hoeft te worden vervangen). Zij krijgen – omdat dit minder dan 75% is – de aanvraagkosten voor de zaak à 405,00 euro terug. De aannemer draait op voor 40% van de proceskosten à 6.031,85 euro.  

Bewerkt naar het verslag van de Raad van Arbitrage in Bouwgeschillen, geschilnummer 82169.

Lees ook deze artikelen naar aanleiding van uitspraken van de Raad van Arbitrage in Bouwgeschillen.