Na de bouw van een woning blijft er een waslijst aan gebreken over. Van lekkage bij de schuifpui in de woonkamer en de deur van de berging tot een gebrekkige trapconstructie. De aannemer verweert zich niet tegen de uitspraken van zijn klant.
De opdrachtgever stelt dat de aannemer toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen nu sprake is van lekkage bij de schuifpui in de woonkamer en de deur van de berging, losgekomen tegels en voegwerk op de begane grond, condensvorming in de kelder en een gebrekkige trapconstructie. De aannemer is niet ter mondelinge behandeling in de rechtszaal verschenen.
Wat de lekkages betreft, redeneert de arbiter als volgt. De schuifpui bevindt zich in de westgevel van de woning; de meest regen-belaste gevel. Tijdens de bezichtiging blijkt dat de afdichtingsband tussen het kozijn en de latei niet over de hele breedte van het kozijn is aangebracht. Er is een ruimte ontstaan waardoor het water vanwege capillaire werking naar binnen kan dringen. Een fout van de aannemer die hem 480 euro kost.
De lekkage bij de deur van de berging is ingegeven door condensvorming bij de bovendorpel van het kozijn. Wat duidt op een koudebrug. Waarschijnlijk bevindt zich in de bovendorpel een schroef of nagel waardoor water door het hout kan dringen. Kosten voor de aannemer: 380 euro.
De arbiter constateert dat op de begane grond een aantal tegels los ligt en het voegwerk plaatselijk is gebarsten of niet aanwezig is. Hij stelt dat langs de rand ruimte onder de tegels is. Op deze plaatsen is geen of onvoldoende lijm aangebracht. Door belasting ontstaat beweging in de tegels waardoor de voegspecie tussen de tegels los komt van de tegels en afbrokkelt. De aannemer betaalt 420 euro.
De vordering inzake de condensvorming in de kelder wijst de arbiter af. De kelder staat in open verbinding met de berging. Voor zover condensvorming in de kelder plaatsvindt, vindt die daarin zijn oorzaak. Het gaat dan om een ontwerpfout. Aangezien het ontwerp afkomstig is van de opdrachtgever, treft de aannemer geen blaam.
Tot slot zit er beweging in de trapspil als daar tegenaan wordt geduwd. De trapspil aan de bovenzijde van de trap is niet aan de trapleuning gefixeerd. Een verborgen gebrek, waarvoor de aannemer 30 euro betaalt.
De opdrachtgever ontvangt van de aannemer in totaal 1310 euro plus een vergoeding van 749,42 euro voor de expertisekosten. De proceskosten à 500 euro worden verdeeld: de aannemer betaalt 75%, zijn klant 25%.
Bewerkt naar het desbetreffende verslag van de Raad van Arbitrage
Geschilnummer 35.563
Tekening: Pennestreek/Tony Tati
Dit artikel verscheen in april 2016 in het blad Aannemer. Klik hier voor een (proef)abonnement.
Wat is hier nu het nieuws van..? Dat je als aannemer eigenlijk gewoon vanaf de handtekening een kl@@# bent??
Een rechtzaak om oplosbare punten…hier is van beide zijden meer aan de hand wat niet belicht wordt.