#Bouwpraktijk

Arbitrage | Vochtproblemen na kruipruimteloos bouwen

Door een open verbinding tussen de kruipruimte en de woningscheidende spouw zijn vochtproblemen ontstaan in een twee-onder-een-kapwoning. Een ontwerpfout volgens de aannemer; een uitvoeringsfout aldus de opdrachtgever. De arbiter oordeelt.

Als in koude periodes vochtplekken ontstaan in de gevels op de eerste verdieping van een twee-onder-een-kapwoning, ter plaatse van de woningscheidende wand, schakelt de bewoner een deskundige in. Hij ontdekt een open verbinding tussen de ruimte onder de begane grondvloer (de kruipruimte) en de spouw tussen de twee geschakelde woningen. Als gevolg hiervan is sprake van condensatie van vochtige lucht afkomstig uit de kruipruimte en zijn vochtplekken in de gevels ontstaan. Een overduidelijk gebrek. Een ontwerpfout of een uitvoeringsfout? De arbiter buigt zich over die vraag.

In de aan de aannemer ten behoeve van zijn prijsaanbieding toegezonden ‘projectlijst technische uitgangspunten en materiaalkeuzes voor woningbouw’ wordt verwezen naar de SBR-uitgave ‘Duurzaam detailleren’. Daarin is als aanbeveling opgenomen: ‘Voorkom een luchtstroom tussen kruipruimte en gevelspouw door de naad tussen onderzijde begane grondvloer en bovenzijde funderingsbalk zorgvuldig af te dichten.’ Dat is hier niet gebeurd. Maar ook zonder deze aanbeveling had de aannemer moeten weten dat openingen tussen de kruipruimte en de spouw voor problemen zouden kunnen zorgen en dus moesten worden voorkomen. De omstandigheid dat ‘kruipruimteloos’ is gebouwd, maakt dat niet anders. Er is bij deze wijze van bouwen – met een fundering op staal – immers altijd enige mate van ruimte aanwezig tussen de begane grondvloer en het onderliggende grondpakket. Die ruimte wordt nog groter na inklinking van de grond. Dat had de aannemer moeten weten. Deze fout is dus aan te merken als een uitvoeringsfout.

De aannemer stelt dat het aan hem is om de wijze van herstel te bepalen. Hij wil de spouw gedeeltelijk vullen met EPS-parels. De opdrachtgever accepteert dit niet. Terecht, aldus de arbiter. Herstel met EPS-parels is namelijk te risicovol. Met name bestaat het risico op aanzienlijke verslechtering van de contactgeluidisolatie en op vochtdoorslag naar de binnenspouw. Verder is de uitvoering niet goed te controleren en zullen door grotere sparingen veel korrels in de kruipruimte verdwijnen. Deze herstelmethode is bovendien onomkeerbaar: de korrels kunnen na het opvullen niet meer worden verwijderd.

Van de arbiter moet de aannemer het opgaand metselwerk luchtdicht afsluiten vanuit een nog te realiseren kruipruimte. Eventueel meerwerk komt voor zijn rekening, evenals de proceskosten à 17.880,75 euro.

Bewerkt naar het desbetreffende verslag van de Raad van Arbitrage

Geschilnummer 35.966

Tekening: Pennestreek/Tony Tati

Dit artikel verscheen in juni 2018 in het blad Aannemer. Klik hier voor een (proef)abonnement.

Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Schrijf je in voor de Aannemer nieuwsbrief

Elke week de laatste ontwikkelingen uit de aannemerij ontvangen in je mailbox?
Sluit je aan bij ruim 6.600 bouwprofessionals en mis niets!