Dankzij de ontwikkeling van het alternatieve bindmiddel INVIE door de BTE Groep zegt VBI in staat te zijn om tijdens de productie van kanaalplaten te komen tot een CO2-reductie van wel 90%. “De vloeren met dit alternatieve bindmiddel hebben onze verwachtingen overtroffen. Ze presteren minimaal 15 procent beter dan de bestaande norm”, aldus Thies van der Wal, adviseur duurzaamheid bij VBI. Voor commerciële opschaling zijn nog wel wat hobbels te nemen.
In het geval van de kanaalplaatvloer van VBI komt twee derde van het totale CO2-profiel op conto van het bindmiddel, legt Van der Wal uit. “Zand en grind is volgens alle literatuur het meest sustainable dat je kunt bedenken. Het produceren van het bindmiddel is de olifant in de kamer, daar is iedereen het over eens. Specifiek gesteld: het bindmiddel in de GWP fase A1 in de EPD.” De grootste milieuwinst valt dus te bereiken door het bindmiddel in het product kanaalplaatvloer te verduurzamen, waartoe VBI dankzij de genoemde innovatie stelt in staat te zijn.
Bindmiddel INVIE
INVIE is een alternatief bindmiddel uit reststromen die de huidig toegepaste bindmiddelen kan vervangen. Het product is ontwikkeld en gepatenteerd door ASCEM, het kennisinstituut van de BTE Groep. Het wordt gemaakt door het omsmelten van reststromen waardoor er een reactief glas ontstaat. Dit glas wordt gemalen en met enkele toevoegingen verwerkt tot een kwalitatief hoogwaardig bindmiddel. De grondstoffen van INVIE kunnen bestaan uit verschillende reststromen, die geen nuttige bestemming meer hebben, zoals staalslakken en AVI bodemassen. Deze slakken en assen worden gemodificeerd en geactiveerd, waarbij de schadelijke effecten geneutraliseerd zijn.
Praktijkproeven
In maart 2022 deed VBI een eerste praktijkproef met het bindmiddel door 300 meter kanaalplaat te storten, er vloerelementen van te zagen en deze vervolgens te beproeven op sterkte. Precies een jaar later volgde een tweede praktijkproef. Het afgelopen jaar zijn deze vloerelementen gemonitord op tal van eigenschappen, waaronder veroudering. Conclusie? “Het werkt”, zegt Van der Wal. “De vloeren hebben onze verwachtingen overtroffen.”
In een vergelijking met een massieve vloer met portlandcement leidt volgens Van der Wal de combinatie van het holle product dat minder grondstoffen gebruikt, de vervanging van de binders en de carbon uptake tot een reductie van ruim 90% als je kijkt naar de binders in de A1-fase. “Dat is enorm. We zijn hiermee dus nog minder dan 10% van het nulpunt verwijderd.”
Opschalen
Voor commercieel opschalen zijn nog wel wat hobbels te nemen. Een fabriek neerzetten blijkt voor de BTE Groep lastig wegens stroperige procedures. Overheidssteun is nodig om te versnellen en op te schalen. Ook is er geen productnorm waar INVIE aan kan voldoen, want het bindmiddel is cementloos.
Evengoed voldoet het product constructief, stelt Van der Wal. “De verouderingsproeven zijn geslaagd, alles is goed gedocumenteerd. De gemaakte vloer presteert minimaal 15 procent beter dan de bestaande norm. Dat betekent dat we kunnen opschalen en industrieel produceren, vooruitlopend op een publieke norm.”
CO2-eis
Wat Van der Wal betreft zou de overheid een integrale eis voor CO2 moeten invoeren. “Bijvoorbeeld een maximale initiële hoeveelheid CO2 per m2 gebouw. Op die manier komen producten met een lage milieudruk bovendrijven. Het creëert een level playing field.”
Eerdere innovaties
VBI introduceerde al ontwerpdetails waarmee bouwers ‘remontabel’ (aanpasbaar en losmaakbaar) kunnen bouwen. Oftewel: zo bouwen dat de bouwproducten ook weer ongeschonden uit een gebouw zijn te halen en elders kunnen worden toegepast. VBI hanteert hierbij retournamegarantie. Dat gebeurt nu al – zij het nog op beperkte schaal – in de praktijk. Op die hergebruikte kanaalplaten geeft VBI bovendien productgarantie. VBI streeft ernaar om al in 2025 te voldoen aan de Paris Proof-normen die pas in 2030 van kracht zullen zijn.
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.