Arbitrage | Scheuren in stucwerk wanden en plafonds
Scheuren in het stucwerk. De binnenwanden en plafonds van een woning zitten er vol mee. Ook na herhaaldelijke herstelpogingen van de aannemer. Smachtend naar een glad resultaat brengt de opdrachtgever de zaak voor de rechter.
Twee jaar na oplevering van een woning ontstaan scheuren in het stucwerk tegen de binnenwanden en plafonds. Onder meer in de prefab kelder, in de woonkamer, bij de trapopgang naar de eerste verdieping, in de achtergevel van de inloopkast en bij de bovenhoeken van de binnendeuren. Scheuren die diverse keren door de aannemer onder handen worden genomen. Soms met succes, maar vaker niet. En het gaat dan alleen om de scheuren met een breedte van meer dan 0,5 millimeter. De overige scheuren weigert hij te herstellen. Het duurt de opdrachtgever allemaal te lang. Hij maakt er een zaak van. Eentje waarin hij herstel van alle scheuren vordert.
Kelder
De arbiter begint met de prefab kelder. In alle betonnen wanden zijn hier droog- en verhardingskrimpscheurtjes zichtbaar. Geen constructieve scheuren, maar materiaaleigen aan het beton. En alleen zichtbaar omdat de kelderwanden niet zijn afgewerkt. Daarvoor treft de aannemer geen blaam en heeft hij geen herstelplicht.
Begane grond
Het zijn meteen ook de enige scheuren waarvoor de aannemer niet aansprakelijk is, zo blijkt. De in de woonkamer aanwezige grillige scheuren in de inwendige hoeken zijn ontstaan doordat twee naast elkaar gelegen prefab keramische blokken onvoldoende los van elkaar zijn gehouden. De aannemer moet dit zodanig herstellen dat de elementen ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. De hoeken moeten worden ingesneden en met een ruime kitvoeg worden afgewerkt.
De scheurvorming ter plaatse van de penant in de achtergevel van de woonkamer kan twee oorzaken hebben. De penant is onvoldoende onderkouwd, doordat het uiteinde van de vloerplaten van de begane grondvloer naar boven worden bewogen als die vloerplaten doorbuigen. Of doordat er een puntbelasting plaatsvindt vanuit de stalen latei in de achtergevel ter plaatse van de eerste verdiepingsvloer. In beide gevallen is sprake van een ontwerp- of uitvoeringsfout van de aannemer. Herstel wordt ook hier toegekend.
‘Hij betaalde extra voor verlaagde plafonds. Speciaal om geen scheuren te krijgen’
Eerste verdieping
Bij de trapopgang had de aannemer een dilatatie of stucstop moeten aanbrengen om scheurvorming te voorkomen. Op deze plek bewegen de prefab betonnen breedplaatvloer en de prefab betonnen gevelelementen ten opzichte van elkaar door thermische krimp en uitzetting en door belasting. Dat kan de vakman alsnog gaan doen.
De scheur in de achtergevel van de inloopkast op de eerste verdieping heeft een constructieve oorzaak. Verantwoordelijk voor het ontwerp en de uitvoering komt die voor rekening van de aannemer.
Plafonds
De scheurvorming in de plafonds komt doordat er geen stucgaas is toegepast bij de naden tussen de plafondplaten. Het is algemeen bekend dat er dan op den duur rechtlijnige scheurvorming ontstaat. Het resultaat is helemaal zuur, omdat de opdrachtgever tijdens de bezichtiging een meerprijs van 30.000 euro heeft betaald voor verlaagde plafonds. Speciaal om geen scheurtjes te krijgen. Ook hier moet de aannemer dus hersteld uitvoeren.
Binnendeuren
Tot slot de bovenhoeken van de binnendeuren. De scheuren hier zijn het gevolg van het verschil in bouwmassa tussen de massieve delen van de gibo-wanden naast de deuren en het kleine stukje gibo-wand boven de deuren (minder dan 20 centimeter). De deuren zijn meer dan 230 centimeter lang en gemaakt van massief hout, waardoor ze loodzwaar zijn. Omdat gipsblokken vrijwel niet buigen, ontstaan ook als de deuren rustig worden gesloten scheuren op zwakke plekken. Boven de deurkozijnen zit slechts enkele decimeters gipsblok, dat zeer gevoelig is. De aannemer moet het geheel herstellen door in het verlengde van de buitenzijde van de kozijnstijlen een ruime dilatatie met kitvulling of een stucstop aan te brengen.
Afhandeling
De opdrachtgever krijgt voor 10 procent ongelijk; de aannemer voor 90 procent. Het is uiteindelijk de vakman die zijn deel van de proceskosten à 5.013,94 euro betaald. Omdat de woningeigenaar voor minder dan 75 procent in het ongelijk is gesteld, mag hij zijn portemonnee in de zak houden. De aanvraagkosten à 370 euro krijgt hij terug.
Bewerkt naar het desbetreffende verslag van de Raad van Arbitrage
Geschilnummer 81.519
Tekening: Tony Tati/Pennestreek
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.