Als een aannemer aangeeft dat hij geen herstelwerkzaamheden meer uitvoert, willen veel opdrachtgevers in plaats van herstel direct de schade verhalen. Het versturen van een goede ingebrekestelling wordt daarbij vaak onderschat.
Met een ingebrekestelling stelt de ene partij de andere partij schriftelijk in de gelegenheid om binnen een redelijke termijn gebreken te herstellen. Op grond van de wet is het niet altijd nodig om een ingebrekestelling te versturen. Matthijs Roos, jurist civiel recht bij LegalMatters.com: “Dit is onder andere niet nodig wanneer de ene partij uit de mededeling van de andere partij moet afleiden dat deze de overeenkomst niet (meer) nakomt. Toch adviseren wij altijd om een ingebrekestelling te versturen, om eventuele problemen in de toekomst – zoals in de volgende recente zaak – te voorkomen.”
De zaak
Partij Y voerde werkzaamheden uit in opdracht van partij X. Na voltooiing van de werkzaamheden stelde partij Y een eindfactuur op, maar partij X weigerde die te betalen. Zelfs nadat partij Y een laatste klacht verhielp, vernam hij niets meer van partij X en ontving hij geen betaling van de resterende aanneemsom. Na een telefoongesprek verzond de directeur van partij Y de volgende e-mail:
“Dit loopt nu al vanaf 2011 en wij zijn er klaar mee om iedere keer maar als een klein kind te moeten schooieren om ‘geld’. Geld wordt ten onrechte geparkeerd en moet ineens in projectgroepen o.l.v. een Haagse (ont)plofkip worden besproken. (…) Het gevolg van het niet nakomen van jullie financiële verplichtingen aan ons is dat onze garantieverplichtingen aan jullie ook zijn komen te vervallen. Op toekomstige meldingen zullen wij dan ook geen reactie geven of actie ondernemen.”
Partij X had vervolgens te maken met gebreken. In plaats van het versturen van een deugdelijke ingebrekestelling, schakelde hij een derde partij in om de schade te herstellen. De herstelkosten à 93.273 euro verhaalde partij X op partij Y. Volgens partij X moest bovenstaand bericht worden opgevat als weigering om tot herstel van nieuwe lekkages over te gaan, waardoor het niet meer nodig was om partij Y in gebreke te stellen.
Wat vond de rechter?
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden maakte daar korte metten mee. Roos: “Allereerst kon uit het taalgebruik in de e-mail worden afgeleid dat de e-mail uit een emotionele opwelling was verzonden. Daarnaast hoefde partij X, gezien de eerdere herstelwerkzaamheden van partij Y, niet aan de bereidheid tot herstel van partij Y te twijfelen. Tot slot koppelde partij Y haar mededeling nadrukkelijk aan de weigering van partij X om tot een financiële afwikkeling te komen, waardoor de inhoud van de mededeling meer moest worden opgevat als opschorting.” Kortom: partij X trok aan het kortste eind.
“Als partij X hier een ingebrekestelling had verstuurd, kon zij bij het uitblijven van een reactie de kosten wel op partij Y verhalen. Deze keuze heeft dus – in ieder geval financieel – grote gevolgen gehad voor partij X.”
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.