Onaanvaardbaar vindt een opdrachtgever de geluidsoverdracht tussen de woningen van een dubbel woonhuis. Dat de buren elkaars stemmen meer dan wenselijk kunnen horen, komt door uitvoeringsfouten van de aannemer. Nu het verband nog.
De geluidsoverdracht tussen de woningen van een dubbel woonhuis vindt plaats bij de woningscheiding in het souterrain en op de begane grond bij de woonkamer en keuken. Verwijzend naar trillingsmetingen stelt de opdrachtgever dat de geluidsoverdracht de maximale waarden uit het Bouwbesluit overschrijdt. De oorzaken moeten worden gezocht in (verborgen) gebreken aan het werk; de aannemer te verwijten.
De oorzaak van de geluidsoverdracht bij de woningscheidende wand in de kelder is volgens de opdrachtgever de onder (de spouw van) die wand ononderbroken doorlopende keldervloer. Plus het feit dat de aansluiting tussen de gevel en die spouw niet is gedilateerd. De geluidsoverdracht bij de woningscheidende wand op de begane grond komt door scheef in de spouw stekende metselstenen en valspecie. De spouwbreedte daar is niet groter dan 10 tot 20 mm (in plaats van 50 tot 60 mm). Zowel in de kelder als op de begane grond is minder goed geluidsisolerende stenen gebruikt dan voorgeschreven.
De bewijslast voor de aanwezigheid van (verborgen) gebreken en van de overschrijding van de geluidsnormen ligt bij de opdrachtgever, aangezien UAV 1989 par. 12 wordt gevolgd. Datzelfde geldt voor het aantonen van een causaal verband tussen de gestelde gebreken en de gestelde geluidsproblematiek.
De uitvoeringsfouten die de aannemer worden verweten, betreffen volgens de arbiter mogelijke oorzaken van bovenmatige overdracht van contactgeluid. Niet van luchtgeluid. Uit onderzoek blijkt echter dat de woningscheidende constructies voor wat de contactgeluidsisolatie betreft ruim voldoen aan de normen. Voor de overdracht van luchtgeluid voldoen ze plaatselijk niet, en dan slechts bij geluidstrilling in de frequenties 250 en 500 Hertz. Daarom kunnen de buren elkaars stemmen – gewoonlijk binnen die frequenties – meer dan wenselijk horen. Aan het gebruik van andere stenen kan geen significante vermindering van de lucht- of contactgeluidsisolatie worden toegeschreven.
Conclusie: er bestaat geen causaal verband tussen de gestelde gebreken en de gestelde (lucht-)geluidsproblematiek. Of de gebreken zich voordoen, daarbij sprake is van uitvoeringsfouten en ze verborgen zijn, wordt niet verder beoordeeld. Het is de opdrachtgever immers niet gelukt een causaal verband aan te tonen. Hij betaalt de proceskosten à 4.500 euro.
Bewerkt naar het desbetreffende verslag van de Raad van Arbitrage
Geschilnummer 33.703
Tekening: Pennestreek/Tony Tati
Dit artikel verscheen in maart 2014 in het blad Aannemer. Klik hier voor een (proef)abonnement.
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.