Op zijn vierde kreeg hij zijn eerste loonzakje: “een paar stuivers”. Cees van Dillen is geboren in het familiebedrijf van Van Dillen Bouwgroep uit Culemborg, dat al bijna drie eeuwen bestaat. Maar dat hij vandaag de dag de directeur is, is een eigen keus. Zijn doel: het vakmanschap naar de toekomst brengen.
Mooiste aan het vak
Samen je eigen monumenten maken. Je creëert in de bouw iets tastbaars, iets concreets, maar er zit altijd een sociaal verhaal aan vast. Díé combinatie, dat is zo machtig mooi aan ons vak. Daar gaan te veel mensen aan voorbij, vind ik. Wie in zijn vak snel tastbaar resultaat behaalt, is gelukkiger, las ik eens in een wetenschappelijk artikel. Ik denk dat dit voor ons geldt.
Minder leuk
Dat ligt in het verlengde hiervan: het wordt in ons vak steeds moeilijker om snel resultaat te halen. Vaak loop je een marathon waarvan de eindstreep telkens wordt verplaatst. Regelgeving, bureaucratie, trage besluitvorming – het is soms niet meer rationeel. Een bouwproject van ons lag anderhalf jaar stil, vanwege de mogelijke aanwezigheid van een vleermuis. We wísten allang dat er geen vleermuis zat, maar dat zijn de regels.
De Wkb? Ik ben voorstander: dat vaklieden vastleggen dat het wapeningsstaal er zoals voorgeschreven daadwerkelijk in zit, vind ik prettig. We investeren ook behoorlijk in nieuwe systemen. Anderzijds: als je de klant zó gaat beschermen dat het nog gemakkelijker wordt om termijnen niet te betalen totdat hij helemaal tevreden is, dan schieten die regels het doel voorbij. Kijk je vervolgens naar de échte problematiek – betaalbaarheid en het woningaanbod – dan werkt het allemaal vertragend.
Meest trots op
Wanneer collega’s boven zichzelf uitstijgen als mens en professional en daarmee laten zien dat ze mee de toekomst in kunnen gaan. Dat heet een tegenhanger: er zijn ook mensen die niet mee kunnen. Dat is moeilijk en lastig. We leven in een snel veranderende maatschappij, die ook een enorme impact heet op de bouw en het werken in de bouw.
Beste investering
We hebben een aantal jaar terug een belang genomen in Arton Bouwconcepten, nu het Bouw Bureau. Al onze grote design & constructprojecten deden we al samen met hen, maar door die investering kunnen we nu een weeffout in de bouw repareren, namelijk dat de aannemer iets moet maken dat een ander heeft bedacht. De kennis die bij onze uitvoerders, timmerlieden en projectleiders in het hoofd zit, kunnen we nu vastleggen in blauwdrukken – letterlijk – en meenemen in ontwerpen. Daardoor hebben we meer grip op onze processen. We draaien het dus om: wij hebben open source technologie – onze standaarddetails voor houtskeletbouw – waar de architect mee kan werken. Door deze wellicht minder zichtbare investering renderen andere investeringen, zoals die in onze honderd procent automatische en computergestuurde houtbewerkingsmachine. Onze kennis zit in de software. Hoe een kozijn in een gebouw past, bijvoorbeeld: die kennis en dat vakmanschap – onze handtekening – liggen nu vast in die machine. Dit is voor ons de manier om het vakmanschap naar de toekomst te brengen.
Prefab
Prefab is geen toverwoord. Sterker: als we de bouw houden zoals die nu is, is prefab altijd duurder. Want je bouwt drie keer. Eerst engineer je het gebouw – en we tekenen daarbij véél meer uit dan vroeger in het 2D-tijdperk. Daarna bouw je in de fabriek en tenslotte nog een keer op de bouwplaats. Vroeger, bij mijn opa, ging er materiaal naar de bouwplaats. De engineers waren de timmerlieden en je bouwde maar één keer. Prefab kán wel goedkoper, maar dan moet je series kunnen maken; de engineering van één gebouw kunnen repeteren en kopiëren. Ik ben dol op prefab, maar het is nooit het doel, alleen een middel.
Als de engineering van vier wandjes van een gebouw meer tijd kost dan het daadwerkelijk maken, dan moet je die wanden niet prefabriceren. Ook een mooi voorbeeld: het passtuk op het dak. Ga je dat digitaal inmeten? Of geef je een timmerman een duimstok mee. Die heet ‘m binnen een halfuur uitgetimmerd. Kortom: altijd blijven nadenken.
Vrije tijd en privé
Ik voetbal weer en af en toe loop ik een kleine triatlon. Ik teken ook graag, daarin vind ik echt rust en ontspanning. Vakanties met mijn vrouw en drie dochters zijn heilig – dan wil ik het liefst met z’n vijven zijn. Dat is voor mij heel waardevol.
Wie? Cees van Dillen
Leeftijd: 47
Functie: directeur
Bedrijf: Van Dillen Bouwgroep (130 te) in Culemborg. De onderneming bestaat sinds 1724 en bestaat uit vijf werkmaatschappijen. Naast het bouwbedrijf is er een tak voor service en onderhoud, een timmerfabriek, prefabfabriek en een engineeringsbureau. Op zijn vierde kreeg Cees al de eerste stuivers van zijn vader. “De mannen op de bouw maakten me helemaal gek. Ik wilde helemaal niet meer naar de kleuterschool, maar meewerken in de bouw.” Dat gebeurde structureel vanaf zijn tiende, in de vakanties. HTS Bouwkunde werd na twee jaar gestaakt: het werd bedrijfskunde. “Tijdens die studie besloot ik om het bedrijf van mijn vader níét over te nemen. Aan het einde van mijn studie had ik vervolgens een eigen adviesbureau en een drukbezet leven, maar opvallend genoeg werkte ik ook nog steeds twee keer per jaar bij mijn vader. Omdat ik de bouw zo leuk vond. Toen heb ik hem gevraagd: is die kans er nog? Verloren zoonachtig, jawel. Dat eerst ‘niet willen’, daar ben ik overigens blij om. Daarna werd het mijn eigen keus.”
Dit artikel is gepubliceerd in Aannemer 05-2022.
Lees ook deze interviews met ondernemers met hart voor bouwen.
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.