Van der Meer Prefab heeft het KOMO-procescertificaat Montage van Houtskeletbouw behaald. Dat biedt voordeel bij het werken onder de Wkb per 1 januari.
Het bedrijf uit het Friese Drogeham nam het certificaat in ontvangst van de certificerende instelling SKH uit Wageningen en is na Houtbouw ’t Zand het tweede bedrijf in Nederland dat dit heeft. Veel houtskeletbouwbedrijven beschikken over een KOMO-certificaat voor de productie van elementen in de eigen fabriek, gebaseerd op de BRL 0802 (Beoordelingsrichtlijn voor het procescertificaat voor montage van houten en houtachtige bouwdelen). Dat wordt dus gecontroleerd. Dat geldt niet voor de montage op de bouwplaats.
Dat het bedrijf dit montageproces nu ook gecertificeerd heeft volgens de uitvoeringsrichtlijn URL 0802-0904 Montage en afmontage van houtskeletbouw is belangrijk voor de interne kwaliteit, maar ook belangrijk met het oog op de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) die op 1 januari 2024 in werking treedt, zo licht Jan Hoekstra van Van der Meer Prefab het nieuws toe. “Wij doen vaak de productie én montage van onze eigen elementen. Dan zou het zonde zijn om tegen een aannemer te moeten zeggen dat hij de montage en kwaliteitsborging zelf moet regelen. Nu hebben we ook dat aspect afgedekt. Daarmee wordt de controle door de kwaliteitsborger tijdens de bouw veel beperkter. Dat zou dus financieel voordeel voor de aannemer moeten opleveren.”
Montagehandboek
Naast dat Van der Meer Prefab de producten die het bedrijf maakt controleert op kwaliteit, let het bedrijf in de uitvoering ook op de situatie op de bouwplaats (toleranties, vlakheid etc.) en zaken als opslag en transport. Ook is er een montagehandboek opgesteld en doet Van der Meer Prefab een oplevering van de eigen werkzaamheden met eventuele controlemetingen. Bij de MeerThuis-woninglijn wordt zelfs een blowerdoortest uitgevoerd voor het meten van de luchtdichtheid van het casco. “Hier kan de kwaliteitsborger gebruik van maken. We kunnen dus een belangrijk deel van zijn dossier aanleveren.”
Leunen op certificaten
Kwaliteitsborgers mogen straks na invoering van de Wet kwaliteitsborging ‘leunen’ op bestaande vormen van kwaliteitsborging, zoals certificaten. Want: iets dat al onafhankelijk wordt gecontroleerd en getoetst, hoeft de borger niet nog eens overnieuw te doen. “Alle instrumenten voor kwaliteitsborging zijn verplicht vanuit het wettelijke toetsingskader om – op de één of andere manier – bestaande vormen van kwaliteitsborging een plek te geven in hun instrument”, zo zei Erik-Jan de Bont van KOMO eerder dit jaar tegen Aannemer. Om hierin één lijn te trekken, zodat borgers certificaten op een gelijke manier beoordelen, is de Wkb-prestatielader ontwikkeld.
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.