#Bouwtrends

Project | Nieuw lab van RIBO is praktijkvoorbeeld van duurzame houtbouw met hergebruikte materialen

Het traditionele gebintwerk, op een betonvloer op zand, is door Stichting RIBO zelf ontworpen. (Foto's: RIBO en Bouwbedrijf Markslag)

Het had zoveel sneller en makkelijker gerealiseerd kunnen worden als alles in staal en beton was gegoten. Maar RIBO koos bij de uitbreiding van haar praktijkcentrum op landgoed Twickel in het Overijsselse Hengelo nadrukkelijk voor duurzame houtbouw met hergebruikte materialen. En dat betekent pionieren, in bouwteamverband.

De provincie Overijssel kent veel prachtig erfgoed dat voor de komende generaties behouden moet blijven. Maar wat oud is gaat een keer stuk. En wie beheerst de ambachtelijke technieken dan nog? Om die kennis niet te verliezen, worden bij RIBO – Restauratie en Innovatie in de Bouw Overijssel – samen met het ROC van Twente leerlingen opgeleid in traditionele en hedendaagse restauratie (Opleiding Technicus Hout en Restauratie).

Met praktijklessen waarbij naast het oude handwerk ook aandacht is voor innovatieve ontwikkelingen binnen het vak. Dan gaat het bijvoorbeeld om werken met hout, circulariteit en duurzaam bouwen door hergebruik van historisch bouwmateriaal. Die materialen zijn afkomstig uit het depot van RIBO; een karakteristieke Twickelboerderij die bijna uit zijn voegen barst.

RIBO Restauratie- en Innovatielab

Het is reden voor RIBO om haar Praktijkcentrum Restauratie en Ambacht uit te breiden met een Restauratie- en Innovatielab, dat meer moet zijn dan een creatieve broedplaats voor restauratietalenten alleen. Het moet tevens een Twents voorbeeld zijn van duurzame houtbouw met hergebruikte materialen. Een eyeopener voor bezoekers, ontwerpers, uitvoerenden, studenten en opdrachtgevers. Zodanig opgebouwd dat de constructie over vijftig jaar in delen uit elkaar te halen is en alle materialen opnieuw kunnen worden gebruikt. Dit onder het mom: rapporten over hout, duurzaamheid en constructies zijn er genoeg; het is tijd voor een good practice. Die wordt uitgevoerd door partijen uit de regio, die met elkaar optrekken in bouwteamverband.

Bouwen voor en met de buren

Bouwbedrijf Markslag is één van die ‘naobers’. Een directe buurman zelfs. Wie vanuit het gloednieuwe kantoorpand van de Hengelose bouwer over landgoed Twickel kijkt, ziet RIBO liggen. Bekend terrein voor directeur Arjan Markslag, die er zijn restauratieopleiding deed. “Anderhalf jaar geleden kwam de vraag of ik de bouwkundige uitvoering van het nieuwe lab en een stukje leerlingbegeleiding – acht restauratoren-in-de-dop bouwen mee aan hun eigen opleidingsplek – op mij wilde nemen. Een hele eer vond ik dat. Hoe mooi is het als je iets kunt bouwen voor je buren? Mét diezelfde buren, want RIBO is niet alleen opdrachtgever maar levert ook de leerlingen.”

Traditioneel gebintwerk

Een houten constructie (nokhoogte 9,5 meter) vormt de basis van de twee nieuwe gebouwen, die met elkaar en de bestaande bebouwing zijn verbonden. Het is een door RIBO zelf ontworpen traditioneel gebintwerk, op een betonvloer op zand. Daarvoor zaagde de zagerij van Twickel bomen tot balken en planken, waarna MK Houtbouw uit Oldenzaal er met CNC-machines spanten van maakte. De onderdelen zijn op de millimeter nauwkeurig en zijn aan elkaar gekoppeld door middel van pen-en-gat-, maar ook halfhouts- en haak lasverbindingen.

Voor het constructieve deel van het gebintwerk is geen enkel risico genomen: het hout is gloednieuw. “Anders krijg je de stabiliteit niet in het gebouw”, verduidelijkt Markslag. Op de prefab houtskeletbouwwanden (geïsoleerd met isovlas) na is verder alleen eerder gebruikt materiaal toegepast. “Van de houten balklaag boven op de gebinten tot aan de dakpannen en stenen voor het metselwerk in de overwegend houten gevel.”

Constante zoektocht naar gebruikt materiaal

Hoe RIBO aan dat ‘oude’ materiaal komt? De balken uit Het Vereenigingsgebouw in Hengelo bleken heel geschikt. Net als het dakbeschot van voormalig schoolgebouw Bataafse kamp een paar honderd meter verderop en dakpannen uit de Haaksbergse woonwijk ’t Kempe. Gelamineerde liggers werden buiten de provinciegrens gevonden: 35 stuks, aangekocht van de Universiteit Leiden. Dit hout is na bewerking gebruikt voor de balklaag van de dakconstructie, ter ondersteuning van de zoldervloer.

Het was en is een constante zoektocht naar in totaal circa 2000 kuub tweedehands materialen, die vaak niet meteen verkrijgbaar zijn. Gaandeweg het project komt er nog van alles binnen. En dat heeft gevolgen voor de planning. Markslag: “Je moet hier snel kunnen schakelen. Gelukkig hebben we altijd genoeg werk achter de hand om de gaten te vullen.”

leerling RIBO
Een restaurator-in-opleiding bouwt mee aan de eigen opleidingsplek.

Veel voorwerk

Hout dat vrijkomt, kan namelijk niet direct worden hergebruikt. Het moet worden schoongemaakt (spijkers eruit) en voorbewerkt (op maat zagen), maar bovenal worden gecheckt op geschiktheid. Onder meer de oude gelamineerde liggers voor de balklaag kregen nog een extra check. Die zijn met proeven uitgebreid getest op druksterkte om te zien of het hout sterk genoeg is en een bepaald gewicht kan dragen. “Je moet ook weten waar materialen vandaan komen. Hoe het eruit ziet, zegt vaak al genoeg over de bruikbaarheid. In de ideale situatie kun je bijvoorbeeld de dakpannen van één project hergebruiken. Dan heb je zekerheid én hoef je halverwege niet op zoek naar aanvulling.”

Pionieren

Materialen hergebruiken op zich bleek voor Markslag en consorten – waaronder ook Installatiebedrijf Vasterink uit Weerselo – niet per se lastig. Ze lagen praktisch voor ze klaar. Er waren andere, meer ongebaande paden, waarin het bouwteam zijn weg moest zien te vinden, omdat ze geen gebruik konden maken van de ervaring van anderen. Op het vlak van garantie en aansprakelijkheid bijvoorbeeld. “Kun je wel garantie geven op hergebruikt hout? En hoe zit het met de aansprakelijkheid mocht er wat misgaan? Hoe staan we er dan met elkaar in? Daar hebben we afspraken over gemaakt. Zoals alle beslissingen samen zijn genomen. Op basis van vertrouwen. Daar komt dat stukje nabuurschap – naoberschop op z’n Twents – om de hoek kijken. Je krijg wat je geeft.”

RIBO als good practice

De geplande oplevering van 1 september 2023 ‘hangt’ al even. Want tijdens het pionieren werd duidelijk dat kennis in de keten ontbreekt. “Er is decennialang in metaal en beton gerekend. Nu staat er een volledige houtbouw, waarbij ook nog eens hergebruikt hout is toegepast. Circulariteit ten top. Maar wat kan daarbinnen constructief wel en wat niet?”

Ondertussen is met onder andere bouwbedrijven, architecten, hogeschool Saxion, Universiteit Twente en TU Eindhoven het project Emissieloos bouwen gestart. Binnen dit consortium wordt veel werk verricht, juist als het gaat om het toepassen van traditionele houtverbindingen, gemaakt met nieuwe innovatieve technieken als CNC. Met RIBO als good practice en leerschool. “Veel vragen wachten nog op antwoorden.”

Dit artikel is eerder verschenen in Aannemer 1 – 2024.

Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Schrijf je in voor de Aannemer nieuwsbrief

Elke week de laatste ontwikkelingen uit de aannemerij ontvangen in je mailbox?
Sluit je aan bij ruim 6.600 bouwprofessionals en mis niets!