#Bouwtrends

Oosthuis ontwikkelt losse prefab kapconstructie vanwege welstandseis

De loss kapconstructie wordt in de hal van Oosthuis van de module gehesen. (Foto's: Oosterhuis)

Een spectaculair beeld, de mobiele kraan die een losse kapconstructie van een woningmodule hijst. Het gebeurde onlangs in de hal van de Doetinchemse prefab woningbouwer Oosthuis. De ontwikkeling van de losse kapconstructie is vanwege een harde welstandseis enigszins uit nood geboren, maar blijkt ook strategisch relevant gezien de toegenomen vraag naar hogere prefab woningen. Dat vertelt Tom Giesbers, technisch directeur en mede-eigenaar van Oosthuis, in een gesprek met Aannemer.

“Gewoonlijk willen we in onze hal een prefab woning zo compleet mogelijk afbouwen”, legt Giesbers uit. “Inclusief sanitair, afgewerkte vloeren, wanden, sauswerk, keuken… en inclusief dak. De klant voor wie we de betreffende woning hebben gemaakt, zou oorspronkelijk een platdakconstructie krijgen, maar dit ketste af in het vergunningstraject. We hadden namelijk de welstandseis over het hoofd gezien dat de kap een helling van minimaal 30 graden moest hebben.”

Transporthoogte

Die welstandseis stelde Oosthuis voor een uitdaging, want de transporthoogte zou daarmee te hoog worden. “We kunnen modules van maximaal 4 meter hoog transporteren vanwege de viaducten”, legt Giesbers uit. “Met een kap van 30 graden zou de transporthoogte 5,5 meter worden. Dat stelde ons voor een probleem. We hebben nog met de gemeente Hardenberg overlegd of het mogelijk was om een ongelijk zadeldak te realiseren, zodat je qua hoogte lager uitkomt, maar ook dat werd afgewezen. Er bleef dus maar één optie over: het dak als los element bouwen. Die missie is geslaagd.”

Losse kapconstructie op prefab woning
Op locatie wordt de losse kapconstructie weer op de module gehesen.

Innovatie

Voor een kleine prefab woning van ongeveer 50 vierkante meter dat met een beperkt budget gerealiseerd moet worden, lijkt de ontwikkeling van een losse kapconstructie een behoorlijke investering. “Als je kijkt naar de tijd die in het voortraject is gaan zitten, dan moet je inderdaad niet te veel van dit soort projecten hebben. Maar je moet het wel in z’n totaliteit bekijken; er is namelijk best veel vraag om met prefab woningen de hoogte in te gaan. En voor ons is dit een interessante innovatie. We hebben het dus deels voor de klant gedaan, en deels voor onze eigen ontwikkeling.”

Kritisch punt

Bouwtechnisch gezien was de ontwikkeling van de losse kapconstructie niet zo spannend, wél het moment waarop de kap van de woning werd getild. Gaat het dak er soepel af en kan het er weer gemakkelijk op gezet worden, met de gewenste lucht- en waterdichtheid? “Het viel allemaal heel soepeltjes in elkaar”, aldus Giesbers. Een van de andere vragen was of het mogelijk was om extra snel te bouwen. Dat is gelukt: “Voor deze woning hebben we in totaal drie dagen locatiewerk gehad; één dag voor het plaatsen, twee dagen voor het afwerken. Het weekend erna kon de bewoner er al in.”

Het meest kritische punt zat ‘m in de dakverplaatsing en de weersomstandigheden, vertelt Giesbers. “In de hal heb je alles onder controle, maar op een vrachtwagen oogt zo’n module ineens kwetsbaar. Soms hebben we bouwdelen van 21 meter lang en 5 meter breed die getransporteerd moeten worden. Zo’n operatie blijft hoe dan ook altijd spannend.” En dan is er nog het weer: “We hadden de beganegrondmodule tijdelijk afgedekt met platen. Je hebt toch een paar uur kans op waterschade, zolang het dak er niet op zit, maar gelukkig is dat allemaal goed gegaan.”

Nieuwe ontwerpen

Naar aanleiding van de ontwikkeling van de losse kapconstructie heeft Oosthuis twee nieuwe ontwerpen gemaakt voor gestapelde woningmodules. “We kunnen nu volwaardige verdiepingen bouwen, op dezelfde manier als bij de losse kapconstructie, maar dan hoger.” Giesbers en zijn compagnon Fas Jungerius hebben beide ontwerpen al actief aangeboden aan klanten, maar vooralsnog is de belangstelling vastgelopen op het financiële plaatje. “Omdat het gaat om drie of vier modules, ben je langer op locatie bezig om alles aan elkaar te koppelen en af te werken, en dat kost geld. Bovendien liegen de kosten voor de extra benodigde speciale transporten er ook niet om.”

Praktische blik

Sleutel is om zo weinig mogelijk locatiewerk te hoeven verrichten, stelt Giesbers. Daarvoor is het nodig dat een architect in de ontwerpfase met een praktische blik naar prefab woningbouw kijkt. “Wij proberen alles zo veel mogelijk in onze hal te doen en willen op locatie niet alsnog in de weer moeten met steigers of hoogwerkers. Je moet een prefab woning zó maken dat die simpel te stapelen is, en dat je alleen aan de binnenzijde nog hoeft af te werken.” Daarom maakt Oosthuis in de meeste gevallen de ontwerpen zelf. “Wij hebben zelf tekenaars in dienst, die zowel met een architectonische als een praktische blik kijken, zodat we extra werk op locatie kunnen voorkomen.”

En de klant, ten slotte? Die stuurde Oosthuis een dag eerder nog een mailtje. “Hij vond de plaatsingsdag ontzettend spannend, vanwege het transport, maar hij is heel tevreden met de afloop.”

Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Schrijf je in voor de Aannemer nieuwsbrief

Elke week de laatste ontwikkelingen uit de aannemerij ontvangen in je mailbox?
Sluit je aan bij ruim 6.600 bouwprofessionals en mis niets!