De SKH en SKG-IKOB gaan binnen afzienbare tijd bouwbreed KOMO productcertificaten aanbieden met een ‘groen’ verklaring. Dat wil zeggen dat bouwmaterialen volgens de nieuwe BRL 7010 op hun duurzaamheid worden beoordeeld. Hiermee is een wens van veel KOMO certificaathouders in vervulling gegaan.
SKH en SKG-IKOB mogen als licentienemers KOMO product- en procescertificaten verstrekken aan bedrijven. Daarmee voldoen producten, diensten en/of bedrijfsprocessen aan aantoonbare en meetbare kwaliteitseisen. Via jaarlijkse audits wordt gecontroleerd of de certificaathouders deze eisen goed in praktijk brengen. Volgens projectmanager Robert Daamen van de SKH misten veel certificaathouders zo’n kwaliteitscertificering bij biobased en/of CO2-arme of vrije bouwproducten, een zeer heet hangijzer op dit moment. “Toen ontstond bij SKH het idee om KOMO te koppelen aan dit soort duurzame materialen. Maar omdat we daarmee niet alleen de houtindustrie willen bedienen, hebben we SKG-IKOB erbij betrokken. Daarmee dekken we ook de steen- en metaalachtige bouwmaterialen.”
Herkomst bouwmaterialen
Volgens Daamen roepen veel partijen in de bouw dat ze biobased en circulair bezig zijn, maar volgens hem ontbrak er een aantoonbaar kwaliteitsniveau voor duurzame bouwproducten, opgesteld door een onafhankelijk instituut. Die is er nu wel met de beoordelingsrichtlijn BRL 7010. Daarin wordt de herkomst van bouwproducten onderverdeeld in drie categorieën: hergroeibare (biobased zoals hout, vlas, stro, hennep etcetera), herwinbare (grind, zand of klei) of niet hernieuwbare grondstoffen (olie, kalk en gips). Het ‘groene’ KOMO-certificaat bepaalt in welke mate er sprake is van duurzame en hergebruikte grondstoffen. Volgens Daamen kan dat onder meer door het koolstofgehalte in een bouwmateriaal te meten. “Koolstof in een hernieuwbare grondstof heeft een andere waarde dan in een fossiele grondstof”, verklaart hij.
Bedrijven die een KOMO-certificaat met groen verklaring willen bemachtigen moeten aantonen welk percentage hernieuwbaar of gerecycled materiaal in het bouwproduct zit en hoe die materiaalstromen zijn opgebouwd. “Deze data moeten geregistreerd worden in de boekhouding. De certificaathouders worden ieder jaar gecontroleerd of ze aan de BRL voldoen”, aldus Daamen.
Er zijn in Nederland circa 7000 houders van het KOMO-certificaat actief in de bouwsector.
Lees hier meer achtergronden over KOMO met ‘groen’ verklaring
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.