#Bouwtrends

Houtbouw: gelijke geluidwering, ander geluid

Peter Kuindersma (links) en Koen Temmink van Nieman Raadgevende ingenieurs (Foto: Paul Diersen)

In de huidige normen voor lucht- en contactgeluid (NEN 5077 en NEN 1070) worden lage frequenties buiten beschouwing gelaten. Die vragen juist bij houtbouw extra aandacht.  Koen Temmink, senior specialist akoestiek bij Nieman Raadgevende Ingenieurs, pleit daarom voor nieuwe streefwaarden.

In het acoustic experience lab van Ingenii Bouwinnovatie in Harderwijk – onderdeel van de Nieman Groep – kunnen Koen Temmink en innovator Peter Kuindersma opdrachtgevers de akoestiek van een nog te bouwen of te renoveren ruimte laten horen. “Waar we voorheen rapporten schreven met daarin getallen – ‘u krijgt een luchtgeluidisolatie van 52 dB’ – kunnen we opdrachtgevers dat hier laten beleven”, zo legt Kuindersma uit. “En daarna een gesprek hebben of de beleving overeenkomt met de verwachting. Digitaal kunnen we van alles veranderen en zo mensen laten horen en beleven hoe geluiden klinken in een zaal, een werkomgeving of een bedrijfshal waar machines draaien.”

Hout en beton – de verschillen

Temmink laat in de akoestisch optimaal ingerichte ruimte vol speakers horen wat het verschil is tussen diverse woongeluiden in betonnen en houten gebouwen. Bovenburen  die muziek draaien, vallende blokken, een schuivende stoel met én zonder vilt en lopen op de vloer. De brongeluiden hiervoor nam Temmink op in echte projecten. Met software kan hij betrouwbaar nabootsen wat het effect is van de verschillende constructies en maatregelen. Bij het afspelen van de fragmenten is het overduidelijk hoorbaar: de houtconstructie dempt hoge geluiden goed, maar de hoeveelheid laag geluid is naar het oordeel van schrijver dezes enorm vervelend. Al blijft dat subjectief, waarover later meer.

Grafieken

De metingen en berekende waarden van deze geluiden laten het vervolgens ook zien. Uit de grafiek over luchtgeluidisolatie (zie afbeelding links hierboven) blijkt dat de beschouwde houten vloer vanaf 125 Hz beter isoleert dan een betonvloer. Onder de 125 Hz presteert de houten vloer veel minder goed, terwijl de betonvloer op hetzelfde niveau blijft. Per saldo is het ervaren muziekgeluid nagenoeg even luid, maar volgens de ééngetalsaanduiding (conform de normering) isoleert de houten vloer veel beter.

Bij de grafiek over contactgeluid (zie afbeelding rechts hierboven) draait het niet om de hoeveelheid geluid die wordt gedempt, maar om het geluid dat overblijft. Hoe meer decibellen, hoe slechter dus. Onder de 250 Hz doet deze houten vloer het beduidend slechter. Boven de 250 Hz doet beton het minder goed dan hout, maar vloerbedekking verricht hier wonderen en dempt enorm veel contactgeluid. Op de prestaties van de houten vloer heeft de vloerbedekking een stuk minder effect. Per saldo zijn de ééngetalsaanduidingen volgens de normen dezelfde, maar klinken de contactgeluiden bij de houten vloer veel luider.

De norm komt uit het stenen tijdperk

NEN 1070

Wat is nu de crux van dit alles? De normen NEN 5077 en NEN 1070, die iets zeggen over geluidsisolatie van constructies als ééngetalswaarde en waarnaar wordt verwezen in het Bouwbesluit, ‘zien’ het verschil tussen beton en hout niet. Dat komt omdat voor het bepalen van het getal een gewogen gemiddelde wordt genomen van het spectrum tussen 100 Hz en 2,5 kilohertz. De lage frequenties (≤ 100 Hz) blijven bij deze bepaling dus volledig buiten beschouwing, terwijl die wel degelijk bij woongeluiden voorkomen. Kortom: wie de gewogen waarde van een houten vloer en een betonvloer vergelijkt volgens de norm, constateert dat de houten vloer hetzelfde (contactgeluid) of beter (lucht- geluid) scoort, terwijl de praktijkervaring duidelijk anders is. “De norm komt uit het stenen tijdperk”, stelt Temmink daarom.

Nu is er genoeg specialistische kennis over houtbouw aanwezig, maar met de opschaling van houtbouw – en daarmee meer bedrijven die met houtbouw aan de slag gaan – wijzen Temmink en Kuindersma op een risico. Namelijk dat bij projecten enkel naar het minimumniveau in het Bouwbesluit zal worden gekeken en dat bouwsystemen en aanbiedingen van verschillende bouwers daarop worden beoordeeld. En dan zal het dus misgaan, voorspellen ze. Want een project kan dan weliswaar aan de norm voldoen, maar de gebouwen zullen na oplevering hoogstwaarschijnlijk tot klachten van bewoners leiden. “Onze missie is om dat te voorkomen”, zegt Temmink.

Een goed akoestisch comfort in houten constructies kan bereikt worden door juiste toepassing van massa-veersystemen

Voorstel nieuwe streefwaarden en extra eis

Hoeveel klachten? Tja, dat is dus subjectief. Geluid is ook beleving en altijd zullen er bewoners zijn die iets als hinderlijk ervaren. Met betrekking hierop wordt in de NEN 1070  verwezen naar Geluidweringklasses, waarvan klasse 3 het minimumniveau Bouwbesluit is. Daarin wordt rekening gehouden met een indicatief percentage van het aantal gehinderden van 10 tot 25 procent. Ofwel: het aantal mensen dat weleens last heeft van burengeluiden. Gewone spraak is hierbij soms hoorbaar, maar niet verstaanbaar. Zeer luide spraak is verstaanbaar. Luide muziek, of een feestje? Goed hoorbaar. Loopgeluiden zijn soms storend. Voor Temmink is de systematiek van NEN 1070 het vertrekpunt voor een nieuwe akoestische richtlijn (streefwaarden) voor lichte bouwconstructies.

Hij stelt concreet twee dingen voor. (1) Een toevoeging opnemen met voor lichte constructies (waaronder houtbouw) een geluideis voor lage frequenties. (2) Een scherpere streefwaarde voor contactgeluid gaan hanteren om het ontbrekende dempende effect van vloerbedekking te compenseren.  Voor Geluidweringklasses 1 en 2 gelden in het voorstel ook aangescherpte waarden.

Of dit nu de juiste aanpassingen zijn? Dat is voor Temmink naar eigen zeggen ook nog zoeken. Hij baseert zich op Zweedse bouwregels en richtlijnen van de Duitse Informationsdienst Holz. Nieman gebruikt de nieuwe streefwaarden in advieswerk. Temmink roept andere adviesbureaus op dat ook te doen. De bevindingen zijn ook onder de aandacht gebracht van Centrum Hout, de Metropoolregio Amsterdam (MRA) en Lente-akkoord 2.0 circulair en industrieel bouwen.

Massa-veersystemen

Tot slot: dat akoestisch comfort in houten constructies mogelijk is, staat voor Temmink en Kuindersma buiten kijf. Niet door maar lagen massa toe te voegen, maar door juiste toepassing van massa-veersystemen. “Bij het alleen maar toevoegen van materiaal (massa) om te kunnen voldoen aan de gevraagde prestaties, kun je je afvragen of houtbouw zo’n duurzaam alternatief is”, zegt Kuindersma. “Houtbouw is een goed middel om een doel te bereiken, maar het is echt anders dan traditionele bouw. Dat wordt nog wel onderschat, denken wij.”

Meer informatie over geluid en houtbouw: k.temmink@nieman.nl

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Aannemer 2-2023.

Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Schrijf je in voor de Aannemer nieuwsbrief

Elke week de laatste ontwikkelingen uit de aannemerij ontvangen in je mailbox?
Sluit je aan bij ruim 6.600 bouwprofessionals en mis niets!