Het aluminium gevelconcept Ciskin heeft veel circulaire eigenschappen: het is modulair, vrij indeelbaar, demontabel, herbruikbaar, upgradeable, recyclebaar en gemaakt van geüpcyclede grondstoffen. Het gevelconcept is een ontwikkeling van Alkondor, Wicona en De Groot & Visser. Een mock-up is gemaakt, testen worden uitgevoerd en binnen een jaar hopen de bedrijven het gevelsysteem in de praktijk te kunnen introduceren.
“Ons uiteindelijke doel met Ciskin is dat we CO2-neutrale gevels kunnen aanbieden aan de markt”, verklaart Martijn Veerman, specialist circulaire gevels bij Alkondor. “Zo ver zijn we nu nog niet, daarom ontwikkelen we als tussenstap een gevel die in de basis al goed scoort qua milieuprestatie en is opgebouwd uit grondstoffen die al eerder in een gebouw gebruikt zijn.”
De ontwikkeling van Ciskin begon een kleine drie jaar geleden, toen Projectontwikkelaar AM voor een project de ‘façade als service’ wilde inpassen. Dat is een circulair concept waarbij de bouwer de gevel niet verkoopt, maar verhuurt. Via de Vereniging Metalen Ramen en Gevelbranche (VMRG) werden enkele partijen uitgenodigd met de vraag zo’n circulaire gevel te ontwikkelen. Van die partijen bleven er uiteindelijk twee over: gevelspecialisten Alkondor en De Groot & Visser. Later werd daar producent van aluminium profielsystemen Wicona aan toegevoegd.
Het consortium is de ontwikkeling van de Circulair Skin gestart, oftewel Ciskin. De samenwerking is een bundeling van kennis en expertise, maar kent ook andere voordelen zegt Anco Bakker, directeur techniek bij De Groot & Visser. “Opdrachtgevers, ontwikkelaars en aannemers juichen dit soort samenwerkingen alleen maar toe. Bij grote projecten kunnen we namelijk samenwerken. Mocht er bij een van ons iets misgaan, dan worden de werkzaamheden overgenomen door de ander. Aannemers zien dat als een pre. Maar het is ook goed voor de capaciteit. We moeten sneller en in kortere doorlooptijden gebouwen neerzetten en dan heb je gewoon capaciteit nodig om snel je productie gereed te hebben.”


Vliesgevel en elementengevel
Ciskin is een combinatie van een vliesgevel en een elementengevel, legt Bakker uit. “Vliesgevels bestaan uit stijlen en regels die in het werk worden opgebouwd. Elementengevels worden in de fabriek al samengesteld en als element aan de gevel gehangen. Een Ciskin-gevel wordt in het werk opgebouwd – zoals bij de vliesgevel – maar bevestigd aan vooraf gepositioneerde ankers, zoals bij elementengevels.”
Aan de vloerrand en tegen het plafond worden via de ankers een onder- en bovenregel bevestigd, daartussen komen de stijlen. Op deze manier kan elk willekeurig raster gemaakt worden met een modulaire maat van 300 mm of een veelvoud ervan. Er zijn drie soorten vullingen mogelijk: glas, dichte sandwichpanelen of een te openen deel. “Gevels kunnen horizontaal of verticaal gestructureerd zijn. Het systeem moet leiden tot een diversiteit aan mogelijke gevelaanzichten”, aldus Veerman.
Echt circulair
Waar het label ‘circulair’ tegenwoordig al gauw te pas en te onpas op een materiaal of product wordt geplakt, is Ciskin op veel fronten een echt circulair concept. Dat begint al bij de grondstoffen van het vliesgevelsysteem. Veerman: “In de markt wordt bij de productie van aluminium profielen gemiddeld 55 procent gerecycled, maar dat gaat om preconsumed aluminium – de afvalstromen van de extrusie zelf die hergebruikt worden. Wicona, producent van de aluminium profielen, is veel bezig met duurzame grondstoffen en het omlaag brengen van de CO2-uitstoot. Inmiddels kunnen zij de profielen voor 82 procent uit postconsumed aluminium maken, dat is dus materiaal dat uit oude gebouwen komt.”
Wel is er nog CO2-uitstoot bij het omsmelten van het aluminium. Mogelijk wordt dat op termijn gereduceerd door gebruik te maken van alternatieve energiebronnen, zoals waterstof. “Die ontwikkeling hebben ze al wel ingezet, maar is voor de lange termijn. Voor de korte termijn zorgen we voor een zo lang mogelijke levensduur door hergebruik en upgrading.” De gerecyclede profielen worden op de juiste maat aangeleverd om zaagafval zoveel mogelijk te beperken. Ciskin is ontwikkeld om zo flexibel en droog mogelijk monteerbaar te zijn. De elementen in de gevel zijn onderling uitwisselbaar en upgradeable. Dat laatste wil zeggen dat een gevelvlak bijvoorbeeld vervangen kan worden door een beter geïsoleerd sandwichpaneel, een paneel met een hogere stijfheid of een met pv-panelen. Voor de laatste zijn bekabelingsmogelijkheden standaard in het vliesgevelsysteem opgenomen. Ook is het mogelijk om achteraf een zonweringssysteem toe te voegen, zonder sloopwerkzaamheden. Veerman: “Door upgraden mogelijk te maken kun je de gevel bij wijze van spreken vandaag in een kantoorgebouw toepassen en tien jaar later afbreken en hergebruiken bij een flat van 70 meter hoog. De gevel krijgt zo een veel langere levensduur en daarmee reduceer je de CO2-impact flink. We zijn ook bezig om dat in rekenmodellen vast te leggen door levenscyclusanalyses op te stellen.”
Verlijmingen aan het casco in de vorm van PUR of kit zijn niet nodig; de lucht- en waterdichting vinden plaats door middel van slabben die van profiel tot profiel in vattingen worden vastgezet. De geveldelen hebben geen randopsluitingen, waardoor de onderdelen individueel uitwisselbaar zijn zonder de omliggende panelen te moeten afbreken. “Het systeem is opgebouwd en demontabel in lagen, daarmee geven we de verschillende levensduren een plek. Onderdelen die technisch of economisch aan het einde van hun levensduur zijn, kunnen dus vervangen worden. Daarnaast zijn alle onderdelen herbruikbaar, tot en met de betonschroeven. En we kunnen alles achteraf meenemen zonder ook maar enige schade achter te laten, hooguit enkele schroefgaten in een betonnen vloer.”
De montage van de gevel kan zowel van binnen als van buiten plaatsvinden. De aannemer kan dus eventueel kosten besparen door geen steigers te plaatsen. Een ander voordeel: mocht er in de toekomst een geveldeel worden vervangen, maar deze past niet in de gebouwlift, dan kan het element alsnog van buiten vervangen worden. “Die veelzijdigheid maakt Ciskin niet goedkoper, maar geeft wel meerwaarde ten opzichte van andere systemen”, aldus Bakker.

Façade als een service
Bouwkundig gezien is de ontwikkeling van het concept al vrij ver; er is een mock-up waarmee berekeningen kunnen worden gemaakt op gebied van statica en thermische isolatie. De testen op wind- en waterdichtheid zijn bijna afgerond en die op geluid- en brandwerendheid staan nog op de planning.
Het idee om de façade als een service aan te bieden blijkt een lastiger verhaal. “Het huren van een gevel is een moeilijke businesscase”, legt Veerman uit. “Het lenen van geld bij de bank is heel lineair ingericht. Banken bekijken alles op korte termijn en denken nog niet na over producten die waarde houden op lange termijn. Zij willen binnen tien jaar hun geld terug tegen hoge rente of werken met een herfinanciering na een x-aantal jaren. Dat betekent dat het huurbedrag van de gevel de eerste tien jaar veel te hoog wordt. Het liefst spreid je de kosten over dertig jaar of nog langer. Maar banken zijn bang dat wij niet presteren en zij dan risico lopen. Hoe ga je daarmee om? Banken hebben nog geen product dat hierbij past. Gelukkig beseffen ze steeds meer dat het anders moet.”
Wel biedt het consortium de mogelijkheid voor een lange termijn dienstverlening door een speciaal daarvoor opgericht bedrijf: de Circular Façade Company. Zij kunnen de gevel prestatiegericht onderhouden, wat goed onderhoud stimuleert en de levensduur kan verlengen.
Rol overheid
Het plan is om Ciskin binnen een jaar in de markt te introduceren. “Dat lijkt misschien nog ver weg, maar ontwikkelingen van bouwprojecten duren heel lang en we willen graag zo vroeg mogelijk aan tafel zitten. Dat betekent dat je pas enkele jaren later tot implementatie komt”, aldus Veerman.
Interesse in het gevelsysteem is er zeker en op dit moment is het consortium met meerdere partijen in de pre-engineeringsfase. “Met name projectontwikkelaars en architecten voelen zich comfortabel bij begrippen als losmaakbaarheid en hergebruik. Maar je merkt gewoon dat als dit soort aspecten niet wettelijk verplicht zijn, bouwend Nederland toch al snel zegt: ‘we zouden het graag willen, maar de klant heeft er geen geld voor’”, zegt Bakker. Hij pleit dan ook voor snelle inmenging van de overheid om opdrachtgevers net dat laatste zetje in de goede richting te geven. “De overheid stelt eisen aan gebouwen en daarbij wordt duurzaamheid een steeds belangrijker onderdeel. Je hebt een aantal meetcriteria, zoals BREEAM, LEED en WELL, maar het is nog te vrijblijvend. Het zou fijn zijn als de overheid een minimumniveau voorschrijft.” Veerman vult aan: “De MPG-norm wordt door de overheid wel langzaam aangescherpt. Dit kan een aanleiding zijn voor opdrachtgevers om meer circulaire concepten, producten en diensten toe te passen.”
Dit artikel is gepubliceerd in Aannemer 07-2022.
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.