Behangklare wanden, dat is waar zijn klant voor heeft gekozen en dat is wat hij heeft gekregen. Daar is de aannemer heilig van overtuigd. De arbiter interpreteert het in de overeenkomst omschreven stukadoorswerk toch net even anders.
‘Stukadoorswerk: de wanden worden behangklaar afgewerkt met behulp van een stuclaag om uw appartement een luxueuze uitstraling te geven.’ Dat is wat de verkoopbrochure vermeldt. Maar niet wat de koper van een woning in een appartementencomplex krijgt. Een kleine maand voor de oplevering ontdekt hij dat de binnenwanden niet als zodanig zijn gerealiseerd. Zijn bezwaar treft geen doel: de huidige staat is toch echt behangklaar, zo mailt de aannemer. Wat volgt is de oplevering. En een rekening voor de vakman à 5.634,06 euro. Het bedrag dat de opdrachtgever betaalde aan een stukadoor die alle wanden alsnog heeft gestuct.
Behang- of sausklaar?
De aannemer stelt conform de overeenkomst behangklare wanden te hebben geleverd. Wat zijn klant wil, is ‘sausklaar’. Daarvoor had hij uit de optielijst een ander afbouwpakket moeten kiezen. Bovendien is het punt van de wandafwerking niet gemeld bij de oplevering en is de aannemer ook niet in gebreke gesteld. Zijn reactie in de mail dateert van vóór de oplevering en heeft dus niets van doen met een opleverpunt of een naderhand aan het licht gekomen gebrek.
Alle muren
De betonnen buitenwanden van de woning zijn voorzien van een stuclaag; de kalkzandstenen binnenwanden van een filmlaag. Op grond van de overeenkomst moest de aannemer ‘de muren’ behangklaar maken ‘met behulp van een stuclaag’. Alle muren dus. Niet alleen de buitenmuren, oordeelt de arbiter. Daarom is de aannemer toerekenbaar tekortgeschoten.
‘Wat zijn klant wil, is ‘sausklaar’. Dan had hij een ander afbouwpakket moeten kiezen’
Proces-verbaal
Er is meer kritiek. Dat het stukadoorswerk niet op het proces-verbaal van oplevering staat, betekent niet dat het probleem er niet meer is. Op het voorschouwformulier heeft de opdrachtgever bij elke ruimte ingevuld dat het stucwerk niet af was. Vanaf die tijd tot aan de oplevering heeft de aannemer geen werkzaamheden meer aan de wanden verricht. Want verklaart zijn mail: de binnenwanden worden afgeleverd zoals ze er op dat moment bij staan.
Komt bij dat de opdrachtgever na die mail een gesprek heeft gehad met de directeur van het bouwbedrijf. Die weigerde de binnenwanden te laten stucen en wilde het op een zaak laten aankomen. De kwestie van de afwerking was dus vóór de oplevering en los van de oplevering al een geschil tussen partijen.
De opdrachtgever mocht de mail opvatten als een mededeling dat de wanden niet zouden worden voorzien van een stuclaag. Dat is mondeling ook bevestigd door de directeur.
Van C naar A
Tot slot de hoogte van de schadevergoeding. De opdrachtgever heeft geen factuur of betalingsbewijs overlegd, alleen een offerte van een stukadoorsbedrijf. Daaruit blijkt dat stucwerk klasse A is aangebracht met hoekbeschermingsprofielen. Stucwerk van een aanzienlijk hogere kwaliteit dan de klasse C die hij met de aannemer is overeengekomen. Bovendien is stucwerk klasse A op alle wanden aangebracht. Ook op de al gestucte buitenwanden. Een onnodige actie, die de arbiter de opdrachtgever zwaar aanrekent. De schadevergoeding wordt teruggebracht naar 1.500 euro.
Afrekening
Partijen staan beide niet in hun recht: de opdrachtgever zit voor 60 procent fout, de aannemer voor 40 procent. De vakman betaalt naast de schadevergoeding dan ook dat percentage van de proceskosten à 4.870,25 euro. Zijn klant krijgt geld toe: de aanvraagkosten à 365 euro. Omdat het een garantiegeschil betreft en hij voor minder dan 75 procent in het ongelijk is gesteld.
Bewerkt naar het desbetreffende verslag van de Raad van Arbitrage
Geschilnummer 81.199
Tekening: Tony Tati/Pennestreek
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.