#Bouwtechniek

Dampopen bouwen: zin of onzin?

Schapenwol heeft niet per se een plastic dampremmer nodig.

Dampopen bouwen kent voor- en tegenstanders. Hoe dan ook: met de grote hoeveelheid vocht die we samen produceren in woningen, moet op één of andere manier verantwoord worden omgegaan. Een artikel ter bezinning.

We produceren nogal wat vocht in woningen, ook bij normaal woongedrag. We ademen voortdurend vocht uit en verliezen door zweten continu vocht. Per persoon gemiddeld 1,5 liter per dag. Dit hangt natuurlijk af van de grootte en het leefgedrag. Grote vochtproductie ontstaat bij douchen en koken. Wederom afhankelijk van de gezinsgrootte en het leefgedrag gaat het al snel om circa 12 liter per dag.

Vroeger konden we dit vocht direct zien in de vorm van condens op het enkel glas. Een geluk bij een ongeluk, omdat het enkel glas op die manier fungeerde als vochtvreter. De waterdamp die tegen het enkel glas condenseerde, kon niet elders schade veroorzaken. Bovendien waren vroeger de woningen zo lek als een mandje. Door tocht werd veel waterdamp afgevoerd, zodat schimmelvorming binnen de perken bleef.

Luchtdicht bouwen

Tegenwoordig zijn woningen veel luchtdichter, zodat tocht nog maar zeer gering of niet aanwezig is. Ook zijn woningen voorzien van dubbel of zelfs triple glas, waardoor luchtontvochtiging door condensatie ontbreekt. Gelukkig wordt het belang van goede ventilatie onderkend en worden woningen veel beter geventileerd dan vroeger. Als dit goed gebeurt en de woning heeft geen extreme koudebruggen ontstaat nergens schade in de vorm van schimmel. Het binnenklimaat blijft dus gezond.

Om schade door condensatie in constructies te voorkomen, is het nodig om aan de warme zijde de constructie van een dampremmende laag te voorzien die de waterdamp tegenhoudt. Bij gemetselde constructies is dit het binnenspouwblad; bij houtskeletbouwwanden een dampremmende folie. Meestal is dit een plastic folie. Luchtdichte woningen die koudebrug-vrij zijn en waarvan de uitwendige scheidingsconstructie dampremmend is, worden ontvochtigd door ventilatie.

‘Plastic zak’

Er zijn mensen van mening dat dit niet gezond kan zijn. Hun argument is dat je leeft in een plastic zak (dampremmende laag) en ademt door een rietje (ventilatierooster of –buis). Volgens hen moet de constructie ademen zoals een mens ademt. Dit zou betekenen dat een mens niet in een serre of caravan kan leven. Toch zijn er mensen in Amerika die hun hele leven lang in een aluminium caravan leven, terwijl aluminium een extreem dichte damprem is. Ook zitten velen van ons dagelijks in een auto en kunnen daar goed in leven.

Effect dampopen bouwen

Er bestaan isolatiematerialen die goed blijven isoleren als ze iets vochtig worden. Met vochtig bedoelen we overigens niet nat. Dit zijn bijvoorbeeld schapenwol, cellulose, houtwol of vlas. De natuurlijke isolatiematerialen hebben niet per se een plastic dampremmer nodig als de constructie aan de buitenzijde niet te dampdicht is.

Op basis van ervaringcijfers en onderzoek wordt algemeen aangenomen dat in dampopen woningen circa 2% van de waterdamp door de uitwendige scheidingsconstructie wordt afgevoerd. De andere 98% wordt afgevoerd door ventilatie en door het gebruik van ramen en deuren. We moeten het effect van dampopen uitwendige scheidingsconstructies dus niet overschatten.

Dampopen bouwen bij landklimaat

Dampopen bouwen is ontstaan in landklimaatgebieden die koude droge winters kennen. In deze gebieden wordt de lucht in woningen in de winter erg droog. Mensen die op wintersport zijn geweest, herkennen dit wel. Al na een paar dagen krijg je gebarsten lippen en word je huid droog. Ook is de lucht in de hotelkamers erg droog.

Mensen voelen zich prettig in lucht met een relatieve luchtvochtigheid tussen de 45% en 55%. Het is natuurlijk persoonsgebonden en uitschieters naar 75% zijn mogelijk. Bij een relatieve luchtvochtigheid lager dan 33% krijgen sommige mensen spontaan een bloedneus, omdat de slijmvliezen door uitdroging barsten.

Om het vocht in de woningen te houden, liet men de dampremmende laag achterwege. In de koude nacht dringt de waterdamp van binnen naar buiten in de constructie en maakt deze aan de koude buitenzijde vochtiger. Dit waren vroeger massieve houten constructies. Het vocht bleef dus in de constructie aanwezig.

De houten huizen in bijvoorbeeld de Alpen zijn donker van kleur aan de buitenzijde, zodat ze beter de zonwarmte opvangen. De buitenzijde wordt daarom erg warm. Als de zon in de morgen de buitenzijde opwarmt, draait de waterdamprichting om. Waterdamp wil altijd naar een kouder gebied en dat is dan de binnenruimte. Op deze manier ging waterdamp niet verloren maar bleef in de woningen, waardoor binnen de relatieve luchtvochtigheid niet zo laag werd. Dampopen bouwen is dus in dit klimaat zeer zinvol.

Dampopen bouwen bij zeeklimaat

In Nederland heerst een zeeklimaat. Minder koude winters, maar wel vochtige exemplaren met een veel minder sterke zon dan in de Alpen. Het terugdrogen van de constructie naar binnen in de woning wil daarom in ons land niet of zelden lukken. Ook is het gezien het hogere waterdampgehalte van de lucht in de winter niet noodzakelijk. In constructies die aan de buitenzijde nooit goed warm worden, zoals bakstenen buitengevels, is het zelfs niet raadzaam om het zo te doen.

Verder moet je altijd bedenken: ook al verliezen deze isolatiematerialen hun isolerende werking niet als ze vochtiger worden, dan nog is er geen reden ze vochtig te maken. De rest van de constructie kan immers soms wel schade ondervinden.

Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Schrijf je in voor de Aannemer nieuwsbrief

Elke week de laatste ontwikkelingen uit de aannemerij ontvangen in je mailbox?
Sluit je aan bij ruim 6.600 bouwprofessionals en mis niets!