#Bouwplaats #Bouwtechniek

Project | Plakken tot passiefhuisniveau

Glas en beton: een uitgekiend en integraal ontwerp zorgt voor optimaal gebruik van zonnewarmte.

Huybregts Relou bouwt voor BrabantWonen twee appartementengebouwen in Den Bosch, voor de sociale huur. Ze zijn gebouwd volgens de principes van passief bouwen en kennen dus een extreem lage energievraag. De luchtdichting goed krijgen – er lag een eis van maximaal 0,15 dm³/s. m² – bleek daarbij voor de aannemer de grootste uitdaging. Maar wel eentje die is getackeld.

Glas. Heel veel glas. En beton. Dat zijn de voornaamste materialen waarmee de twee nieuwe appartementengebouwen aan de Guido Gezellelaan en de Rodenbachstraat in de Gestelse Buurt in Den Bosch zijn gebouwd. Elk gebouw telt 31 appartementen en een collectieve ruimte op de begane grond, met een centraal trappenhuis dat uitloopt in het dak. Dat dak is opvallend, naast dat vele glas. Vanaf de straat zijn de pergola’s van zonnepanelen te zien. Niet goed zichtbaar – maar bijzonder aspect van de gebouwen – is dat zich onder die pergola’s een pluktuin bevindt.

De bewoners van deze sociale huurappartementen betalen straks na oplevering maandelijks maar 7 euro voor verwarmen en koelen, en voor warm water ongeveer 12 euro (achteraf verrekend).

Veel glas, veel zonnewarmte

Het ontwerp van de flats is van Studio M10 architecten in samenwerking met KAW. Voor de uitwerking van het plan klopte architect Douwe Boonstra aan bij BouwNext, het bureau van Carl-peter Goossen. “Hij toonde mij een plaatje van het ontwerp, gebaseerd op een gebouw met serres dat hij had gezien in Marseille (architectuur van Le Corbusier). Of zoiets ook in Nederland kon, was de vraag.”

Goossen kwam bij het projectteam en rekende – als pleitbezorger van passief bouwen – het ontwerp energetisch helemaal door in de NZEB-tool, de Nederlandse vertaling van het rekenprogramma voor passiefhuizen. Ook gebruikte hij een tool genaamd DesignPH, waarmee nauwkeurig zontoetreding en schaduwen kunnen worden gemodelleerd. “Om te kunnen zien of de schaduwen goed zitten, zodat we niet te veel zon binnenkrijgen in de zomer.” Een gebouw met veel glas levert gratis zonnewarmte op, maar kan ook leiden tot oververhitting. Daarom is een uitgekiend en integraal ontwerp gemaakt, waarbij niets aan het toeval is overgelaten. “We hebben er alles aan gedaan om vooraf het plan goed op orde te hebben”, zegt Goossen, die een whitepaper over alle aspecten van het project heeft gepubliceerd.

De hoekappartementen hebben rondom glazen vliesgevels, de tussenappartementen zijn voorzien van aluminium kozijnen en een serre. De woningen worden verwarmd en gekoeld met convectoren. Alleen de tussenwoningen hebben deels vloerverwarming gekregen. “Omdat ze veel dieper liggen”, legt Goossen uit. “Bij deze woningen kan niet plots ineens de zon binnenkomen. Bij de hoekwoningen kan dat wel, dus die moeten heel snel kunnen reageren met verwarming of op koeling.”

Gebouwschil

Voorwaarde voor het functioneren van dit alles: een goeie schil zonder koudebruggen. De dichte gevels die erin zitten – veel zijn het er niet, maar toch – zijn echter niet bijzonder zwaar geïsoleerd. “Het idee dat je bij passiefbouw Rc -waardes van 10 moet halen, is onzin. Als je compact bouwt, kun je uit met isolatiewaardes op Bouwbesluit-niveau.”

Sleutel voor succes is wel een optimale kierdichting op passiefhuisniveau, ofwel een qv;10-eis van 0,15 dm³/s. m². Daarnaast het vermijden van houten stelkozijnen, die zoals Goossen vaker heeft bepleit, in zeer goed geïsoleerde nieuwbouw de zwakke schakel worden in de schil. Het liefst bouwt hij stelkozijnloos. In Den Bosch is gekozen voor stelkozijnen van Purenit, een product op (PUR/PIR) hardschuimbasis met dus een hoge isolatiewaarde.

Plakken

Die qv;10-eis was voor bouwer Huybregts Relou een grote uitdaging, zeggen zowel werkvoorbereider Dirk Renders als hoofduitvoerder Adrie Bressers. “Dat dichtplakken met tape is anders dan we gewend zijn, daar had ik nog niet eerder mee te maken gehad”, zegt Renders. “De uitdaging hier was dat er veel verschillende details zijn.”

Bressers beaamt en vult aan: “We hebben hier puien met stelkozijnen, vliesgevels, de prefab is op een bepaalde manier opgebouwd – je kunt niet alles op dezelfde manier aanpakken. Het gemakkelijkst zou zijn om ofwel alles aan de buitenzijde af te plakken, ofwel alles aan de binnenzijde. Nu hadden we net wat van die punten waarop je het liever anders had gezien.”

Op de bouw is een plakcursus gedaan samen met leverancier Siga en Dirk Jan Karsten van Luchtdichtshop. De leverancier van de aluminium kozijnen was gewend om met kit en flexpur te werken. Goossen. “De naden waren hier echter maar 7 mm, dus we hadden wel in de gaten dat dat niet kon. We hebben daarom ook nog een filmpje gemaakt om te laten zien hoe je dat doet.” Maar, zo reageert Adrie Bressers, dat plakken wordt wat hem betreft makkelijker voorgedaan dan het is. Een tandje minder – zeg een qv;10 van 0,4 – was echter geen optie. “Om de wtw goed zijn werk te laten doen, mag je echt geen tocht meer hebben”, zegt Goossen.

De blowerdoortest heeft overigens uitgewezen dat alle inspanningen van de bouwers hun vruchten hebben afgeworpen: de vereiste qv;10-waarde is gehaald.


Collectieve warmtepomp en zoutboilers
De installatie van de flats bestaat uit een collectieve brine/water-warmtepomp die met tien gesloten bronnen warmte uit de grond haalt en hier een afgiftetemperatuur van 35-45 ˚C van maakt voor verwarming. De warmtepomp hoeft niet voor warm tapwater te zorgen, wat goed is voor het rendement.
In de zomer zorgt de warmtepomp voor een aanvoertemperatuur van 18 ˚C voor koeling. Als extra koelvoorziening heeft elk appartement een zomernachtventilatieluik.
Op het dak liggen 330 pv-panelen. Elk appartement beschikt over balansventilatie en een elektrische doorstroomboiler gevuld met zout. Deze boiler wordt van energie voorzien door de pv-panelen. Goossen: “In feite fungeert het dus als zonnecollector. Is de boiler weer op temperatuur, dan gaan de pv-panelen leveren aan het stroomnet. Er zit 75 kilo zout in, waar 180 liter warm water van 58 ˚C mee gemaakt kan worden.”

Hsb zonder koudebruggen

Ook anders dan anders: de opbouw van hsb-wanden, die net als de stelkozijnen zijn gemaakt in de timmerfabriek van Huybregts Relou. Bressers: “Normaal gesproken heb je een binnenplaat, houten regels over de volle lengte, isolatie en dan een folie of buitenplaat. Hier hebben we een plaat, dwarshout, isolatie, dan langshout en weer isolatie erin. Om op die manier geen doorlopende koudebrug te hebben bij de stijl, maar alleen maar bij de kruisingen van het hout.” Goossen: “Bij hogere Rc -waardes wordt het hout een koudebrug. De wanden zijn hier geïsoleerd volgens Bouwbesluit – Rc = 4,7 – maar ook dan moet je het al doen. Bij stijlen h.o.h. van 30 of 40 cm in zo’n element ben je die Rc -waarde kwijt. We hebben daar wel gesprekken over gehad met elkaar. Hetzelfde geldt voor de stelkozijnen. Supergoed geïsoleerde kozijnen met een houten stelkozijn ernaast – dat heeft geen zin. Het hout wordt de zwakke schakel.”

Oplevering

De oplevering van het eerste appartementengebouw was in mei, de tweede volgt in juli. De flats krijgen een Passiefhuiscertificaat.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Aannemer 2022-04.

Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Schrijf je in voor de Aannemer nieuwsbrief

Elke week de laatste ontwikkelingen uit de aannemerij ontvangen in je mailbox?
Sluit je aan bij ruim 6.600 bouwprofessionals en mis niets!