Bouwplaats-ID op lange baan
De invoering van het pasje dat iedereen op de bouwplaats bij zich moet hebben, de Bouwplaats-ID, is onzeker geworden. Werkgevers en werknemers in de bouwbranche zijn het oneens over de uitvoering en vooral over het delen van informatie.
De onenigheid wordt door FNV Bouw naar buiten gebracht. Zo’n 2,5 jaar sloot de bouwbranche een veelomvattende cao, waar de invoering van de Bouwplaats-ID deel van uitmaakte. De partijen staat een pas voor ogen die al het personeel van alle onderaannemers en ook alle flexkrachten, inleners en zzp’ers bij zich moeten hebben. De pas moet allerhande gegevens bevatten over de medewerker, van certificaten en diploma’s tot arbeidsrelatie. Het idee is dat er makkelijker gecontroleerd kan worden op illegale arbeid, uitbuiting en schijnzelfstandigheid.
Naleving
De bonden willen een centrale registratie bij een onafhankelijk bureau en willen ook dat het Bureau Naleving, een gezamenlijk bureau van werkgevers en werknemers dat moet toezien op naleving van de cao, toegang heeft tot de gegevens. De werkgevers willen veel minder ver gaan. Zij willen de uitgifte van passen en het beheer van de gegevens in de handen van de individuele werkgevers houden en het Bureau Naleving geen toegang geven tot de data. De onderhandelingen over de Bouwplaats-ID zijn daarmee in een patstelling gekomen, waarmee invoering onzeker wordt.
Gelukkig is de oplossing er al wel voor de bouw.
De Bouwpas heeft alle wet-regelgeving opgenomen in 1 systeem.