Een opdrachtgever weigert de bankgarantie vrij te geven als blijkt dat de dragende wanden in zijn woning gebrekkig zijn aangebracht. De aannemer betwijfelt dat. Hij heeft de verwerkingsrichtlijnen van de leverancier in elk geval gevolgd.
De woningeigenaar weet het zeker: de dragende wanden in zijn woning zijn onvoldoende ondersteund. Inspectie wijst namelijk uit dat de ondersabelingsmortel niet aaneensluitend onder de wanden is aangebracht, waardoor de lasten niet gelijkmatig worden verdeeld. De samenstelling van de mortel is niet juist en de draagkracht beperkt. Dat het een krimpvrije mortel betreft, zoals de leverancier van de wanden voorschrijft, is ook maar de vraag. Tel daar bij op dat de wanden niet volledig dragend op de vloeren rusten en er scheuren inzitten, en zijn punt is gemaakt. Alle reden voor herstel en een schadevergoeding.
‘Uitvoering voldoet’
De aannemer stelt dat de uitvoering constructief voldoet aan alle normen. Als de wanden onvoldoende zouden worden ondersteund, de draagkracht niet toereikend zou zijn of de wanden verkeerd waren aangebracht, dan zou dat zichtbare gevolgen hebben voor de woning. Dat is niet het geval. Hij heeft gewerkt volgens de verwerkingsrichtlijnen. Er is tussen de stelblokjes een laag ondersabelingsmortel aangebracht. Daarna is de wand geplaatst en is na het stellen de mortel verdicht. Hij eist vrijgave van de bankgarantie.
Mortelvoeg
De mortelvoeg onder de wand hoeft niet volledig gevuld te zijn, aldus de arbiter. Artikel 10.0.4.3 van Eurocode NEN-EN 1992-1-1+C2 2016 meldt dat dit soort elementen in een speciebed mogen worden geplaatst. De Eurocode gaat er dan van uit dat de voeg voor 30% is gevuld. De voeg wordt niet excentrisch belast. De excentriciteit van de voeg ten opzichte van de wanddikte kan worden opgenomen door de wand zelf.
Een controleberekening volgt. Daarbij uitgaande van een betonkwaliteit van C28 (een kwaliteit lager dan op de tekening staat), een vulling van 50 mm van de breedte, voor 30% gevuld, geheel excentrisch geplaatst en een zeer lage mortelkwaliteit (C10). Wat blijkt? De combinatie wand en mortelvoeg is voldoende sterk en voldoet aan de eisen.
Scheuren
Met de scheuren in enkele wanden is de arbiter snel klaar. Het zijn krimpscheurtjes; het gevolg van normale droog en verhardingskrimp van de wandelementen.
Conclusie
De opdrachtgever heeft volgens de arbiter niet voldoende aangetoond dat de dragende wanden onvoldoende zijn ondersteund. Dat de wanden minder zijn ondersabeld dan overeengekomen, is wellicht zo, maar dit levert geen gebrek op. De woningeigenaar betaalt de proceskosten à 10.242,35 euro.
Bewerkt naar het desbetreffende verslag van de Raad van Arbitrage
Geschilnummer 81.319
Tekening: Pennestreek/Tony Tati
Dit artikel verscheen in november 2019 in het blad Aannemer. Klik hier voor een (proef)abonnement.
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.