Twee jaar na oplevering van een woning ligt nog steeds één opleverpunt op de aannemer te wachten. De overeengekomen temperatuur van 22 °C in de badkamer wordt namelijk niet behaald. De gefrustreerde opdrachtgever maakt er een zaak van.
Twee jaar na het opmaken van het proces-verbaal van oplevering staat één van de drie restpunten nog steeds open: het lukt niet om de badkamertemperatuur op de afgesproken 22 °C te krijgen. De opdrachtgever vordert herstel en een vergoeding voor de op te nemen vrije uren voor het uitvoeren ervan. De aannemer voert geen verweer. Hij wil het geschilpunt nog steeds naar tevredenheid oplossen. Dat dit nog niet is gebeurd, wijt hij aan ‘stroeve communicatie’.
De woning is voorzien van vloerverwarming en als warmtebron is een warmtepomp geplaatst. De beschikbare vloer voor de vloerverwarming in de badkamer is circa 3,4 vierkante meter. In het meest gunstige geval (gemiddelde watertemperatuur van 35 °C en slangen op 10 centimeter hart-op-hart) geeft de vloer volgens een deskundige maximaal 289 watt af. Het warmteverlies berekent hij op 506 watt. Het afgegeven vermogen van de vloerverwarming is daarmee onvoldoende.
Een bijkomend probleem is, dat de temperatuur centraal wordt geregeld vanuit de woonkamer. Bij interne warmtelast (personen, verlichting, koken) en externe warmtelast (zoninstraling) is de warmtevraag in de woonkamer laag en komt de warmtepomp beperkt in bedrijf, aldus de deskundige.
Ten aanzien van het herstel geeft hij aan, dat de watertemperatuur van het totale vloerverwarmingssysteem moet worden verhoogd om de overeengekomen en gegarandeerde ruimtetemperatuur in de badkamer te behalen. Dit gaat ten koste van het rendement van de warmtepomp. Daardoor is de woonkamer nog sneller op de ontwerptemperatuur en slaat de warmtepomp sneller af. Zijn advies: het bijplaatsen van een elektrische radiator van voldoende vermogen met klok en thermostaat. Die kan dan als aanvullende verwarming dienen op de gewenste gebruikstijden.
De arbiter neemt de bevindingen van de deskundige over. De vordering van de opdrachtgever wordt toegewezen. Datzelfde gebeurt met de vergoeding voor op te nemen vrije uren ten behoeve van herstelwerkzaamheden, die hij vaststelt op 750 euro. Want hoewel het normaal is dat bij het betrekken van een nieuwbouwwoning tijd wordt besteed aan het herstel van restpunten door de aannemer, heeft diezelfde aannemer het herstel van de restpunten weinig voortvarend aangepakt. De aannemer betaalt de arbitragekosten à 8853,18 euro.
Bewerkt naar het desbetreffende verslag van de Raad van Arbitrage
Geschilnummer 80.632
Tekening: Pennestreek/Tony Tati
Dit artikel verscheen in oktober 2016 in het blad Aannemer. Klik hier voor een (proef)abonnement.
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.