De volautomatische ondergrondse Vijzelgrachtgarage in Amsterdam telt 270 parkeerplaatsen. De garage staat boven op metrostation Vijzelgracht dat deel uitmaakt van de Noord/Zuidlijn. Omdat de parkeergarage ook plek biedt aan 84 elektrische auto’s kreeg de brandveiligheid veel aandacht in het ontwerp. Om dergelijke auto’s toch veilig te kunnen parkeren, ontwierp ANSUL Solutions BV een automatisch beheers/blussysteem. Jan de Bruin, manager bij ANSUL, geeft tekst en uitleg.
De volautomatische ondergrondse Vijzelgrachtgarage is de grootste in zijn soort in de Benelux. De garage is 120 meter lang, ongeveer vijf auto’s breed en telt vijf parkeerlagen. Het parkeersysteem is ontworpen en gebouwd door het Duitse bedrijf Lödige Industries, dat veel ervaring heeft met automatische parkeergarages en systemen die vracht in en uit vliegtuigen tillen. Om aan de wettelijke normen en eisen op het gebied van brandveiligheid te kunnen voldoen, ontwierp ANSUL Solutions BV een state of the art beheers/ blussysteem dat automatisch brand in een voer-uig detecteert en in drie minuten beheerst/blust.
Advies over toe te passen blusgasinstallaties
De corebusiness van ANSUL Solutions uit Lelystad is adviseren, engineeren en installeren van blusgasinstallaties en brandmeldinstallaties en het onderhouden daarvan. Het bedrijf is actief in Nederland en België. ANSUL Solutions raakte betrokken bij de Vijzelgrachtgarage na een vraag van de gemeente Amsterdam om advies over de toe te passen blusinstallatie. Jan de Bruin, manager van ANSUL, zegt daarover: “De gemeente benaderde mij in 2019 om mee te denken vanuit onze expertise. Dat was niet de eerste keer. In het verleden heb ik vaker geadviseerd over andere parkeergarages. Dat adviseren bestond overigens niet uit één of twee gesprekken. Voordat we überhaupt iets konden gaan maken, waren we twee jaar met adviesgesprekken en ontwerpschetsen verder. Voor de Vijzelgrachtgarage bleek na lang beraad uiteindelijk een automatisch beheers/blussysteem gebaseerd op CO2 de beste oplossing.”
Bouwkundig gasdicht
De Bruin legt uit dat men in Amsterdam in eerste instantie dacht aan een watermist- of sprinkler- systeem. “Maar omdat er elektrische auto’s in de garage zouden komen en omdat de betonnen bak van de parkeergarage het bluswater niet zou kunnen dragen volgens de leverancier van het sprinklersysteem, viel de keuze op een automatische blusgasinstallatie. Daarnaast konden we de installatie toepassen omdat er in het ondergrondse parkeergebied, dat zelf bouwkundig gasdicht is, nooit mensen komen omdat de auto’s door het parkeersysteem op hun plek gezet worden. Dan kun je blussen met CO2, een blusgas dat gevaarlijk is voor mensen. Zijn er wel personen in de garage voor bijvoorbeeld onderhoud aan de installaties, dan wordt het blussysteem tijdelijk buiten werking gesteld. Het detectiesysteem blijft wel altijd operationeel.”
![](https://www.aannemervak.nl/wp-content/uploads/2024/10/8-IC4U_Lifthuisjes-059_HR-1024x768.jpg)
![ondergrondse parkeergarage](https://www.aannemervak.nl/wp-content/uploads/2024/10/9-IC4U_Lifthuisjes-063_HR-1024x768.jpg)
Eenmaal ondergronds zet het parkeersysteem de auto op zijn plaats.
Brand gedetecteerd
De elektrische auto’s staan geparkeerd op de twee bovenste verdiepingen. Op de verdiepingen daaronder is plek voor brandstofauto’s. Op de vraag of als er brand gedetecteerd wordt in een brandstofauto de blusgasinstallatie ook aangaat, zegt De Bruin: “Jazeker. Er is wat dát betreft geen verschil tussen elektrisch of fossiel. Voor de installatie in de Vijzelgrachtgarage is een UPD geschreven: een uitgangspuntendocument. In dit geval is dat opgesteld door CBRA, een adviesbureau op het gebied van brandveiligheid uit Sneek. Het UPD is ook besproken met de brandweer van Amsterdam, de gemeente en ander bevoegd gezag en inspectie-instellingen.”
Blus- en beheersinstallatie
De Bruin vertelt dat je in een UPD een blusinstallatie kunt omschrijven, maar ook een beheersinstallatie. “Dit document is zo opgesteld dat het voor een gewone brandstofauto een blusinstallatie is. Voor een elektrische auto is het een beheersinstallatie. Dat betekent dat die brandstofauto tot nader order blijft staan nadat de brand geblust is. Die auto wordt op een later moment opgehaald uit de garage. Dat is dus geen issue.”
Brand in een elektrische auto is volgens hem een heel ander verhaal. “Je moet exact weten, op kenteken, in welke auto een brand aan het ontstaan is. Daarnaast is het belangrijk dat de rook die ontstaat precies op die plek wordt vastgehouden. Daartoe zijn flappen voor, achter en boven de parkeerplekken voor de elektrische auto’s aangebracht. Die houden de rook op hun plek. Die voorziening was nodig om ‘per adres’ de brand te kunnen detecteren en isoleren.”
De Bruin legt stap voor stap uit hoe de blusgasinstallatie werkt. “Wij bouwen dit soort CO2– blusgasinstallaties voor grote automatische magazijnen, opslagplaatsen van gevaarlijke stoffen en vrieshuizen. Ze moeten aan allerlei regels en ontwerpnormen voldoen. Ons standpunt daarbij is dat er van alles mis kan gaan, maar dat de veiligheid van mensen nooit ter discussie mag staan.
Hoe functioneert zo’n installatie in de praktijk? Het detectiesysteem ‘snuffelt’ 24 uur per dag 7 dagen in de week naar rook als gevolg van een eventueel beginnende brand. In de praktijk betekent dit dat de detector pal boven een auto als eerste de brand signaleert. Het systeem weet dan om welke auto het precies gaat.”
![brandveiligheid parkeergarages](https://www.aannemervak.nl/wp-content/uploads/2024/10/27-IMG_7092-1024x683.jpg)
Twee onafhankelijke detectiesystemen
Het systeem is zo opgebouwd dat een brand gedetecteerd moet worden door twee onafhankelijke detectiesystemen. “Je gaat nooit blussen op één detectiesysteem, dit om valse meldingen en ongewenste blussingen te voorkomen. Je moet dus een tweemelder-afhankelijk systeem hebben. Als gezegd zit er een melder pal boven de auto. De andere detectoren zitten in het midden en aan het plafond van de garage. Als er twee onafhankelijke aspiratiemelders in alarm zijn, gaan de ontruimingstijden lopen. Ook in deze parkeergarage, ook al komen er nooit mensen, moet je die ontruimingstijden verplicht aanhouden. Die tijd is minimaal 30 seconden ofwel 30 meter vluchten geredeneerd vanuit het Bbl. Bij CO2-installaties schakelt er ook nog automatisch een extra luchthoorn aan. Dat is verplicht. Je hebt dus altijd minimaal 60 seconden om te ontruimen. In sommige situaties, denk aan automatische magazijnen of magazijnen voor gevaarlijke stoffen, worden die tijden ook weleens normtechnisch verlengd, dat mag ook, om mensen de tijd te geven veilig te vluchten.”
![brandveiligheid parkeergarages](https://www.aannemervak.nl/wp-content/uploads/2024/10/5-IC4U_Lifthuisjes-039_HR-1024x683.jpg)
![](https://www.aannemervak.nl/wp-content/uploads/2024/10/23-IMG_8051-1024x683.jpg)
Een van de twee CO2-tanks. Een tank bevat 15.000 kg CO2 onder 20 bar druk.
Hoogste beschermingsniveau
Na twee minuten zijn de CO2-tanks leeg (in de Amsterdamse garage zijn twee tanks van elk 15.000 kg vloeibaar CO2 onder 20 bar aangebracht, red.) en is er zoveel CO2 de ruimte ingeblazen dat de brand geblust is. Na die twee minuten moet je minimaal een standtijd hebben van 10 minuten ofwel moet de garage gevuld blijven met CO2. “Dat betekent dat je tot het hoogste beschermingsniveau van het pand, in ieder geval de bovenkant van de bovenste auto, je die 10 minuten de standtijd moet kunnen waarborgen. In de Vijzelgrachtgarage moesten we een standtijd van minimaal een halfuur kunnen waarborgen. In die tijd kan een brand op geen enkele manier opnieuw ontsteken. Het detecteren en blussen gaat zo snel dat rook- of andere schade aan voertuigen of het parkeersysteem vrijwel uitgesloten is.”
Overigens wordt de lucht in de garage niet helemaal vervangen door CO2. Het percentage CO2 ligt tussen de 34 en 40 procent. Nadat een brand geblust is, gaat een geavanceerd afzuigsysteem de garage op een heel lage waarde ventileren. De lucht wordt veilig uitgeblazen via het te openen dak in de bovengrondse lifthuisjes. Het CO2-gas heel snel onder hoge druk uit de garage wegblazen, zou voor gevaarlijke situaties op straat zorgen.
![brandveiligheid parkeergarages](https://www.aannemervak.nl/wp-content/uploads/2024/10/29-IC4U_Lifthuisjes-590_HR-1024x683.jpg)
Dompelbak
De elektrische auto waarin de brand gedetecteerd is, wordt met CO2 geblust en exact na 20 minuten door het autotransportsysteem automatisch naar buiten gebracht naar lifthuisje 1, waar de brandweer de auto na die eerste blussing overneemt. Die 20 minuten is geen willekeurig getal. De Amsterdamse brandweer heeft twintig minuten tijd nodig om met een dompelbak of andere blusmiddelen bij de parkeergarage te komen.
De garage is door het percentage CO2 zuurstofarm. Na ongeveer een kwartier gaat het vervoer van de auto via het parkeersysteem beginnen. Dan is er ook weer zicht voor de camera’s in het systeem. De Bruin legt uit dat het, ondanks de blussing met CO2, niet 100 procent zeker is dat de brand in een elektrische auto (accubrand) na die blussing ook echt uit is. “Je moet er rekening mee houden dat zodra de auto weer in zuurstofrijke buitenlucht komt, die weer kan gaan ontbranden. Dat is ook de reden waarom het beheerssysteem er is. Je kunt het CO2-gas niet 24 uur in de ondergrondse ruimte van de parkeergarage en dus ook van geparkeerde auto’s houden.”
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.