Tjonge, wat maakt zo’n ventilatiesysteem ’s nachts veel lawaai. Vooral in de slaapkamer op zolder, maar ook buiten, zo ervaren bewoners van een nieuwbouwwoning. Heeft de aannemer hier steken laten vallen, of zit het anders?
Ruim vier maanden na de oplevering van hun nieuwbouwwoning trekken de bewoners via hun rechtsbijstandsverzekeraar aan de bel bij de aannemer: het balansventilatiesysteem maakt te veel lawaai. Vooral ’s nachts hebben ze daar last van.
Een rapport van een ingeschakelde expert dat deze bevinding onderbouwt, volgt al snel. De expert heeft gemeten in de slaapkamer op zolder, in de tuin en bij de gevel van de buren, op de erfgrens. Wanneer het systeem op stand 1 draait is er niets aan de hand, maar in de slaapkamer overschrijdt de hoeveelheid geluid de norm in stand 2 of 3. Dat de afvoer in de buurt van het dakraam zit, helpt hierbij niet. Op de erfgrens meet de expert ook een te hoog geluidsniveau in stand 3 en soms al in stand 2.
Activiteitenbesluit
De aannemer antwoordt afwijzend richting de rechtsbijstandsverzekeraar. De ingeschakelde expert verwijst naar normen uit het Activiteitenbesluit, maar dat is helemaal niet van toepassing. De eisen uit het Bouwbesluit zijn hier van toepassing en daar voldoet de installatie keurig aan, stelt de aannemer. Bovendien hebben de bewoners zelf die slaapkamer ingericht op de zolder, iets dat de expert overigens ook al benoemt in zijn rapport. De zolderverdieping is verkocht als onbenoemde ruimte, níét als verblijfsruimte.
Er zijn dus überhaupt geen eisen te stellen aan het geluidsniveau daar, meent de aannemer. Hij is daarom niet bereid om de installatie aan te passen, maar biedt wel aan om het toestel zo in te regelen dat het ’s nachts niet op stand 2 of 3 gaat draaien.
De bewoners slaan dit aanbod af en stappen naar de Raad van Arbitrage, met klachten over de geluidsoverlast en een foutief ontwerp van de dakdoorvoer van de wtw.
Betere inregeling
De aannemer biedt tijdens de zitting aan om samen met de fabrikant van het ventilatietoestel de inregeling van het systeem te controleren. Dat is akkoord en daar blijkt ook wat aan te mankeren, maar als gevolg van het beter inregelen maakt het ventilatiesysteem juist nog méér geluid, ervaren de bewoners. De arbiter schakelt daarom een deskundige in die moet toetsen of de nu goed ingeregelde installatie voldoet aan de overeenkomst en de normen.
Onbenoemde ruimte
Zijn meting – volgens het boekje – biedt uitsluitsel: prima ventilatiesysteem. Het systeem werkt op basis van CO2-sturing in de woon- en slaapkamers. In de loop van de nacht toert die logischerwijs op naar stand 2 of 3. In de leefruimtes wordt daarbij nergens de geluidsnorm van 30 dB overschreden. De zolder, waar de ouderslaapkamer is ingericht, is verkocht als onbenoemde ruimte. De geluidsnorm geldt hier niet. Met klacht twee – de dakdoorvoer die op de verkeerde plek zou zitten – vangen de bewoners om dezelfde reden bot. Voor de geluidsoverlast buiten geldt dat er bij het aangaan van de overeenkomst geen eisen werden gesteld aan het geluidsniveau buiten.
Oordeel
De arbiter volgt de expert en stelt de bewoners volledig in het ongelijk. De proceskosten zijn 12.566,88 euro. De aan- nemer hoeft de knip niet te trekken. De bewoners betalen 385,00 euro omdat zij de woning met Woningborg-garantie hebben gekocht.
Bewerkt naar het verslag van de Raad van Arbitrage in bouwgeschillen, geschilnummer 82094.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Aannemer 4-2023.
Lees ook deze artikelen naar aanleiding van uitspraken van de Raad van Arbitrage in Bouwgeschillen.
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.