Arbitrage | Afwerking plafond: een rommeltje

Hoewel in de technische omschrijving staat dat de zichtbare naden tussen de vloerelementen in een woning niet worden gedicht, is dat met één naad toch gebeurd. De aannemer kon naar eigen zeggen niet anders. Doof voor zijn argument weigert de opdrachtgever het plafond te accepteren.

Bij de oplevering van zijn nieuwbouwwoning valt de opdrachtgever direct één ding op: een V-naad in het plafond is dichtgezet. Het betreft de naad tussen de plaat van het oorspronkelijke plafond en de plaat van de aanbouw. Terwijl toch duidelijk was afgesproken dat de zichtbare naden tussen de vloerelementen niet zouden worden gedicht. Hij zit nu met een plafond met normale V-naden en een dichtgespoten naad. Een rommelig geheel, waarmee hij niet akkoord gaat. Omdat de aannemer enig vorm van herstel weigert, eist zijn klant een vervangende schadevergoeding van 5.000 euro.

Halve V-naad

De aannemer meent een gegronde reden te hebben om de V-naad niet te willen herstellen. De opdrachtgever sloot de aannemingsovereenkomst op het moment dat de productietekeningen van de verdiepingsvloeren al definitief waren. Toen bleek dat hij een aanbouw aan de woning wilde, is aan de achterkant een extra plaat gekomen. Het gevolg: in het plafond ter plaatse van de aansluiting van de oorspronkelijke eindplaat op de plaat van de aanbouw ontstond een ‘halve’ V-naad. Het alsnog bijslijpen van de rechte zijde – met een ‘hele’ V-naad als resultaat – bleek niet goed mogelijk. En dus heeft de vakman de naad dichtgezet en afgewerkt. Een afwerking die voldoet aan de eisen.

Ongeoorloofd

Wat dat laatste punt betreft, heeft de aannemer helemaal gelijk. De naad is keurig behandeld volgens de eisen van goed en deugdelijk werk, aldus de arbiter. Alleen had de naad nooit mogen worden dichtgespoten. De technische omschrijving vermeldt immers dat de zichtbare naden tussen de vloerelementen in de woning niet worden gedicht. Nu dit wel is gebeurd, is de bouwer afgeweken van wat overeengekomen is.

Wijzigingen in het bouwplan aanbrengen, mag volgens artikel 3 van de toepasselijke algemene voorwaarden slechts als de noodzaak daarvan bij uitvoering blijkt. En mits de wijzigingen geen afbreuk doen aan waarde, kwaliteit, uiterlijk, aanzien en bruikbaarheid van de woning. De arbiter ziet niet in waarom het dichtzetten van de naad noodzakelijk was. Met de stelling van de aannemer dat hij niet anders kon, is de wijziging niet automatisch geoorloofd. In de overeenkomst is nou eenmaal bepaald dat naden niet worden dichtgezet. Daar mocht de opdrachtgever vanuit gaan. Bovendien heeft de aannemer zonder enig voorbehoud ingestemd met het verzoek van zijn klant om als meerwerk een aanbouw te realiseren.

‘Dat de aannemer niet anders kon, is geen steekhoudend argument’

Extra kosten plafond

Komt bij dat de wijziging in de toekomst geheid tot extra kosten gaat leiden. Kosten waarmee de opdrachtgever bij een onafgewerkte naad niet zou worden geconfronteerd. Door de werking van materialen ter plaatse van de naad gaat scheurvorming ontstaan. Dat is een kwestie van tijd. Op dat moment moet het plafond opnieuw worden behandeld. De wijziging doet zo bezien ook afbreuk aan de waarde of kwaliteit van de woning.

Conclusie

De aannemer had de naad niet mogen dichtzetten. Dat is nu wel duidelijk. De arbiter kent een schadevergoeding wegens waardevermindering toe, althans een vergoeding voor eventuele nabehandeling(en). Het gevorderde bedrag van 5.000 euro is echter te hoog ingezet. Hij stelt het bedrag vast op 3.500 euro. De aannemer betaalt ook de proceskosten à 4.325,75 euro. De opdrachtgever krijgt de aanvraagkosten van 370 euro terug, omdat hij in dit woningborggeschil voor minder dan 75 procent in het ongelijk is gesteld.

Bewerkt naar het desbetreffende verslag van de Raad van Arbitrage

Geschilnummer 81.517

Tekening: Tony Tati/Pennestreek