#Bouwtrends #Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

Wkb-proof prefab bouwen met Kiwa procescertificaat

Sneller en goedkoper prefab woningen realiseren met een onafhankelijk procescertificaat van keuring- en certificeringsbureau Kiwa. Dat is het ultieme doel voor de prefab woningbouwproducenten die een dergelijke toetsing voor het ontwerpproces laten uitvoeren. Productmanager Jeroen Pos van Kiwa legt uit wat dit in oktober vorig jaar gelanceerde certificaat inhoudt en wat de toegevoegde waarde is voor de bouw.

Samen met ingenieursbureau BouwQ ontwikkelde Kiwa de nieuwe BRL 7703, die als kapstok dient voor een kwaliteitsborgingssysteem van het ontwerp van grondgebonden industriële woningen. Deze BRL 7703 voor Grondgebonden industriële woningen is aangewezen voor het stelsel van erkende kwaliteitsverklaringen.

Op basis van deze beoordelingsrichtlijn (BRL) gaat de prefab woningbouwproducent een traject van procescertificering in dat toetst of er voldaan wordt aan de eisen van het Bbl (Besluit bouwwerken leefomgeving, het vroegere Bouwbesluit) en projectmatige en locatiespecifieke eisen. Het bijzondere aan deze BRL is dat deze geldt voor allerlei soorten gebruikte bouwmaterialen in de prefab woningbouw, zoals hout, staal en beton en combinaties daarvan. Materiaalonafhankelijk dus, volgens productmanager Jeroen Pos die namens Kiwa nauw betrokken was bij de ontwikkeling van het nieuwe procescertificaat.

Kun je uitleggen waarom Kiwa dit procescertificaat heeft gelanceerd?

Jeroen Pos: “Voor onze klanten in de betonindustrie hadden we wel productcertificeringen, maar nog geen procescertificaat. Daarom is Kiwa begonnen met de BRL 2840 Efficiënte kwaliteitsborging van prefab woning concepten. Met de Wet Kwaliteitsborging in aantocht moeten prefab woningbouwproducenten aantonen hoe ze de kwaliteit van het ontwerp- en assemblageproces borgen en die inzichtelijk maken voor de kwaliteitsborger en uiteindelijk het bevoegd gezag. Houders van het procescertificaat kunnen aanzienlijk sneller hun producten door de kwaliteitsborging heen loodsen en tegen lagere kosten produceren. Dat is het voornaamste doel voor de prefab woningbouwproducent.”

SKH heeft ook al een KOMO-attest en procescertificaat in het leven geroepen voor modulaire woningbouwers. Hoe stemmen jullie die certificering op elkaar af?

“SKH richt zich met haar certificatie op de modulaire bouwers die prefab houten woningen produceren. Daarbij wordt het assemblage- en productieproces getoetst aan het Bbl en later ook aan de projectmatige en locatiespecifieke eisen.

Kiwa bedient ook beton- en staalbouwers en wij richten het vizier met ons procescertificaat op het ontwerpproces tot aan de productie en assemblage-afdeling. Het is belangrijk dat opdrachtgevers een keuze kunnen maken met een certificatie-instelling en dat er duidelijkheid is in de markt.”

Aan welke voorwaarden moet een prefab woningbouwproducent voldoen om toegelaten te worden tot de certificering?

“Een producent moet laten zien dat in het ontwerp sprake is van een conceptueel ontwerp en dat vastgelegde processen minimaal voldoen aan alle wettelijke eisen. Aan het eind van het certificatietraject beschikt de certificaathouder over een complete risicoanalyse van het ontwerpproces, een kwaliteitsbeoordeling en een borgingsplan. Het proces van kwaliteitsborging zal minder tijd in beslag nemen en goedkoper zijn, waardoor het bedrijf in staat is meer woningen te produceren. Natuurlijk kunnen er tekortkomingen zijn, maar de certificaathouder wordt beloond als dit niet het geval is. Dat gebeurt door minder steekproeven; als het ware een bonus-malussysteem uit de beoordelingsrichtlijn.”

Hoe gaat het certificeringsproces in de praktijk in zijn werk?

“We kijken dan of de aanvrager voldoet aan de voorwaarden van toelating. Samen met BouwQ doen we eerst een certificatiescan. Vervolgens gaan we per hoofdstuk in de BRL de kwaliteitswaarborgen van het constructief ontwerp analyseren en beoordelen. Voldoet het ontwerp aan het Bbl en eventuele locatie-eisen en projectspecifieke eisen? En hoe wordt dit aantoonbaar gemaakt in de digitale tools?”

Hoeveel bedrijven zijn zich aan het oriënteren om het Kiwa-procescertificaat te behalen?

“Nagenoeg alle grote prefab woningbouwproducenten oriënteren zich. Dan praat je al gauw over circa 160 bedrijven. Het gros zit nog in de fase van de certificatiescan. Die voeren we uit om inzicht te krijgen welke inspanningen de aanvrager moet doen om toegelaten te worden. De toelatingsprocedure verschilt per aanvrager. Het traject wordt langer en ingewikkelder naarmate er meer ketenpartners in het proces betrokken zijn. Ook die bedrijven zullen moeten voldoen aan de certificeringseisen.

Inmiddels heeft bouwbedrijf Van Wijnen voor haar prefab woningconcept Fijn Wonen – óók voor de assemblage ervan – het Kiwa-procescertificaat ontvangen. Hierbij is dus sprake van een volledige certificatie als producent van prefab woningen met een basis van beton.”

En hoe zit het met de animo vanuit het mkb?

“Er is best een grote groep die zich wil laten certificeren, maar je merkt ook dat er een nieuwe generatie woningbouwers is opgestaan. Deze industriële bouwbedrijven worden geleid door jonge professionals die vaak intern al bedrijfsprocessen hebben vastgelegd en de kwaliteit op een bepaalde manier borgen. Deze groep heeft minder moeite met de toelating en zal zich dus eenvoudiger kunnen certificeren. Bouwbedrijven met maatwerk en kleine projecten kiezen voor een externe kwaliteitsborger. De specifieke BRL is echt bedoeld voor de conceptuele bouwer.”

Welke meerwaarde heeft het Kiwa-procescertificaat?

“Een onafhankelijk bureau als de onze toetst de kwaliteitsborging aan wet- en regelgeving. Bovendien kunnen wij en BouwQ bepaalde ‘blinde vlekken’ in het ontwerpproces opmerken die het bedrijf over het hoofd heeft gezien. Ontwerpen van diverse prefab woningconcepten werken met verschillende plattegronden. Deze modellen moeten digitaal gereed worden gemaakt voor de productie- en assemblage-afdeling waar over het algemeen wat lager geschoold personeel werkt. Hoe ga je tekeningen, modellen en werkinstructies zo toegankelijk mogelijk maken voor deze medewerkers? Daarin kunnen Kiwa en BouwQ bedrijven heel goed adviseren.”

Dit artikel is eerder verschenen in Aannemer 1 – 2024.

Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Schrijf je in voor de Aannemer nieuwsbrief

Elke week de laatste ontwikkelingen uit de aannemerij ontvangen in je mailbox?
Sluit je aan bij ruim 6.600 bouwprofessionals en mis niets!