Karel had met hard werken een mooi bouwbedrijf opgebouwd. Tevens had hij gehoopt dat zijn zoon het bedrijf zou overnemen, terwijl hij diep van binnen wel wist dat hij dat niet zou kunnen.
In de hoop dat zijn zoon ooit nog het licht zou zien, had hij een – in zijn ogen – solide constructie bedacht. Hij had de bedrijfsleider 40% van de aandelen toebedeeld. Als zijn zoon in de toekomst de overige 60% zou aanvaarden, zou hij samen met de bedrijfsleider een leuk tandem vormen. Op zijn sterfdag gaf Karel zijn zoon de laatste adviezen en sloot hij zijn ogen.
Binnen recordtijd was het oorlog. De zoon hapte toe. Maar de carrièresprong die hij maakte, namelijk van timmerman naar directeur, is het bedrijf uiteindelijk slecht bekomen. De bedrijfsleider zag de waarde van de aandelen verdampen en nam gefrustreerd ontslag. De bank greep in en dreigde met opzegging van het krediet. De weduwe op haar beurt had de borgstelling van haar man geërfd en zag de bui ook al hangen.
En jawel, de bank zegde het krediet op. Waarop de fiscus dreigde met beslaglegging. Tot overmaat van ramp had de zoon de fiscus vergeten te melden dat hij niet kon betalen. Hij werd persoonlijk aansprakelijk gesteld. Op zijn woning werd beslag gelegd en de bank ging er met gestrekt been in. De financiële catastrofe was zowel voor de zoon als voor de weduwe erg groot. Onze Karel; hij rust in vrede.
De les die ondernemers hieruit kunnen leren? Ondernemer zijn, is iets meer dan goed kunnen timmeren. Het is (bij ons) overigens bij wet verboden om een bedrijf over te dragen aan meerdere personen. Maar goed. We kunnen er inmiddels een dik boek over schrijven.
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.