Het moment van bedrijfsopvolging triggert vaak een moment van belastingheffing en kan tot een behoorlijke claim leiden. Terwijl u het geld liever investeert en de belastingheffing uitstelt. Gelukkig zijn daarvoor binnen de wetgeving enkele faciliteiten opgenomen.
Inkomstenbelasting
Box I
Bij de overdracht van het bedrijf dient in beginsel inkomstenbelasting te worden betaald over de fiscale boekwinsten die daarbij ontstaan. Wanneer over een bedrijfsmiddel is afgeschreven, kan het zijn dat bij verkoop een boekwinst ontstaat. Dit geldt ook voor opgebouwde goodwill. In de Wet inkomstenbelasting is voor betreffende winsten een faciliteit opgenomen. Voor boekwinsten is geregeld dat de fiscale boekwaarde door de verkrijger van het bedrijf kan worden overgenomen. Op die manier ontstaat geen afrekenmoment en wordt de belastingheffing tegen progressief tarief (maximaal 52 procent) uitgesteld.
Box II
Bij het schenken of vererven van aandelen (van een BV of NV) aan bijvoorbeeld één of meer kinderen kan ook een zogenoemde doorschuiffaciliteit worden toegepast. Fiscaal gezien schuift de oorspronkelijke aankoopprijs dan door op de kinderen, waardoor niet direct vervreemdingswinst ontstaat die tegen een tarief van 25 procent met inkomstenbelasting wordt getroffen. Vervreemdingswinst of -verlies ontstaat pas wanneer de kinderen de aandelen tegen een daadwerkelijke waarde verkopen. Ook hier wordt de belastingclaim dus uitgesteld.
Schenk-/erfbelasting
Wanneer het bedrijf vererft of u het bedrijf schenkt aan bijvoorbeeld de volgende generatie, wordt daarover ook schenk- of erfbelasting geheven, waarbij het tarief al snel oploopt tot 20 procent. Om te voorkomen dat de voortzetting van bedrijven in gevaar komt, heeft de wetgever een grote vrijstelling opgenomen voor ondernemingen. Er hoeft namelijk geen belasting te worden betaald over 1.063.479 euro van de waarde van het bedrijf. Voor de overige waarde van het bedrijf is 83 procent vrijgesteld. De vrijstelling geldt alleen voor ondernemingsvermogen, dus niet voor winstreserves of beleggingen.
Daarnaast is er nog een fors aantal voorwaarden voor de toepassing van de vrijstelling. Zo moet de onderneming al één jaar in het bezit zijn bij het overlijden en vijf jaar bij schenking. Tevens moet de verkrijger de onderneming minimaal vijf jaar voortzetten.
De vraag of u in aanmerking komt voor één of meer van bovenstaande faciliteiten is sterk afhankelijk van allerlei feiten en omstandigheden. Met name in verband met exploitatie van vastgoed loopt momenteel een belangrijke discussie. Belastingplichtigen voeren hierbij vaak aan dat sprake is van ‘ondernemen’, terwijl de Belastingdienst veelal meent dat het gaat om ‘beleggen’. Het grote verschil tussen beide kwalificaties is dat de hiervoor genoemde fiscale faciliteiten alleen kunnen worden toegepast bij vastgoedexploitatie als ondernemingsactiviteit. Het is daarom verstandig om contact op te nemen met een fiscaal adviseur wanneer u nadenkt over uw bedrijfsopvolging.
Dit artikel verscheen in juni 2017 in het blad Aannemer. Klik hier voor een (proef)abonnement.
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.