De werkvoorraad in de burgerlijke en utiliteitsbouw bedroeg in april 11,8 maanden, net als in maart. Zowel in de woningbouw als in de utiliteitsbouw bleef de gemiddelde werkvoorraad gelijk. De orderportefeuilles in de woningbouw kwamen uit op 12,9 maanden werk. In de utiliteitsbouw bedroeg de gemiddelde werkvoorraad 10,3 maanden.
Dit blijkt uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van mei 2023 van het Economisch Instituut voor de Bouw (EBI).
De grond-, water- en wegenbouw zag in april de gemiddelde werkvoorraad toenemen met twee tiende maand toe tot 8,5 maanden werk. In de wegenbouw bedroeg de gemiddelde werkvoorraad 7,1 maanden, hetzelfde niveau als in maart. In de grond- en waterbouw trad een sterke stijging van zes tiende maand op, waardoor de orderportefeuilles uitkwamen op 10,5 maanden werk.
Knelpunten bij de productie
Van de bouwbedrijven gaf vier op de tien in april aan belemmeringen te ondervinden bij de productie. In de b&u waren een gebrek aan personeel en een gebrek aan orders de belangrijkste oorzaken voor stagnatie. In de gww-sector was een gebrek aan orders het meest genoemde knelpunt.
De productie is in de afgelopen drie maanden bij 18% van de bedrijven toegenomen en bij 12% van de bedrijven afgenomen. Daarnaast beoordeelde 16% van de bedrijven de orderpositie in april als groot, terwijl 14% van de bedrijven hun orderpositie als klein beoordeelde. Van de bedrijven verwacht 12% dat hun personeelsbezetting toeneemt in de komende drie maanden, terwijl 7% van de bedrijven verwacht dat deze gaat afnemen. Daarnaast verwacht ongeveer een kwart van de bedrijven een prijsstijging in de komende drie maanden. Dit aandeel is in de afgelopen maanden fors gedaald.
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.