In de totale bouwnijverheid bedroeg de gemiddelde orderportefeuille in januari 10,4 maanden werk. Daarmee bleef de werkvoorraad op hetzelfde niveau als in december 2023. Dit blijkt uit de conjunctuurmeting van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB).
In de burgerlijke en utiliteitsbouw kwamen de orderportefeuilles uit op 11,5 maanden werk, één tiende maand meer dan in december. In de woningbouw nam de gemiddelde werkvoorraad met twee tiende maand af tot 12,5 maanden, terwijl in de utiliteitsbouw de werkvoorraad met een halve maand steeg naar 10,1 maanden.
In de grond-, water- en wegenbouw bedroeg de gemiddelde werkvoorraad 8,4 maanden, één tiende maand minder dan in december. In de wegenbouw stegen de orderportefeuilles met één tiende maand naar 7,5 maanden werk. In de grond- en waterbouw bedroegen de orderportefeuilles 9,4 maanden werk, een daling van een halve maand ten opzichte van december.
Gebrek aan orders
Bijna de helft van de bedrijven gaf in januari aan belemmeringen te ondervinden bij de productie. Zowel in de b&u als in de gww waren een gebrek aan orders en weersomstandigheden hiervoor de belangrijkste oorzaken.
De productie is in de afgelopen drie maanden bij 13% van de bedrijven toegenomen en bij één op de vijf bedrijven afgenomen. Van de bouwbedrijven beoordeelde 21% de orderpositie als groot, terwijl 16% van de bedrijven de orderpositie als klein beoordeelde. Daarnaast verwacht 16% van de bedrijven dat hun personeelsbezetting zal toenemen in de komende drie maanden, terwijl 3% van de bedrijven juist een kleinere bezetting verwacht. In de bouwnijverheid verwacht 27% van de bedrijven een prijsstijging in de komende drie maanden. Dit aandeel is ten opzichte van vorige maand sterk gedaald.
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.