Op 9 mei jl. is na vier jaar voorbereidingen de ILS Configurator gelanceerd. Deze configurator maakt het uniform en digitaal uitvragen en aanleveren van bouwwerkinformatie op basis van informatieleveringsspecificaties (ILS’en) mogelijk, waardoor de keten slimmer kan samenwerken. Jeffrey Truijens, nu werkzaam als informatie- en processpecialist bij architectenbureau VDNDP en voorheen bij aannemer Dura Vermeer, is een van de drijvende krachten achter deze digitale tool: “Onze visie is dat de ILS Configurator de basis gaat vormen voor elke digitale samenwerking in de keten.”
Wat is de ILS Configurator?
“De kern is: mensen weten heel vaak wel wat ze willen, maar niet wat de consequenties daarvan zijn. Een ontwikkelaar wil een omgevingsvergunning. Maar welke informatie daarvoor nodig is? Dan hoor je vaak: ‘Ja poeh, weet ik het. Jij bent toch de expert?’ En inderdaad: waarom bepaalt eigenlijk de expert niet wat er nodig is als je iets wil? Wat nou als we de kennis van de experts verzamelen en inzetten om degene die wel weet wat hij wil, maar niet weet wat daarvoor nodig is, handvaten te bieden. ‘Op basis van jouw projectkenmerken hebben experts met elkaar bedacht dat waarschijnlijk deze en die toepassingen voor jou relevant zijn.’ Dat is de gedachte achter de ILS Configurator.”
Was er een concrete aanleiding om de ILS Configurator op te tuigen?
“Bij Dura Vermeer kreeg ik op een gegeven moment de vraag: we investeren heel veel in BIM-modellen, maar ren- deert dat nou ook? Natuurlijk, BIM gaf al voordelen: ontwerpen werden veel beter integraal afgestemd, binnen ontwerpteams werden de juiste discussies gevoerd, er werden betere calculaties gemaakt. Er was absoluut al winst. Alleen: het échte geld en de échte voordelen zitten ‘m er pas in als de keten gaat optimaliseren. Dat betekent dat alle partijen – waar die ook in de keten zitten – de informatie moeten hergebruiken die jij als aannemer hebt geborgd. Vindt dat hergebruik niet plaats, dan is dat zonde van alle effort die je erin hebt gestopt. Dat zag je op dat moment gebeuren.”
Waarom vond dat hergebruik niet plaats?
“Dat heeft onder meer te maken met de mindset. Aannemers, adviseurs en ontwerpers denken in projecten. Onderaannemers, leveranciers en zeker fabrikanten denken in producten en het zo efficiënt mogelijk vullen van de capaciteit. Dat betekent dat de manier waarop informatie wordt aangeleverd cruciaal is voor hun vraag: kan ik mijn productie slim aansturen? Kan ik slimme dingen doen met planning, automatisering en logistiek? Als de invoer per project anders is, dan kun je je fabriek daar niet op inrichten – dat is gewoon niet te doen. Wat je zag gebeuren; al die partijen wilden wél meegaan met BIM, maar lieten hun traditionele apparaten ernáást staan. Dan ben je dingen dubbel aan het doen. Toen besefte ik dat we de vraag uniformer moesten maken. Want dan wordt de manier van informatielevering uniformer en wordt hergebruik van informatie door al die verschillende partijen opeens mogelijk.
Op dit moment leveren we diensten en fysieke producten aan elkaar en is informatie eigenlijk secundair. In deze snel veranderende wereld zal het informatieproduct even belangrijk, zo niet belangrijker worden dan het fysieke product. Dat betekent dat je zekerheid moet krijgen op informatielevering. Als de opdrachtgever er niet zeker van is dat ik mijn informatie als architect aanlever, dan weet hij niet hoe hij de aannemer kan voorzien van de juiste informatie, waardoor deze zijn onderaannemers niet kan aansturen. Nu lossen we dat allemaal handmatig op – dat is de crime van vandaag de dag. Met de ILS Configurator komt er veel meer grip en regie op projecten.”
Waarom is het belangrijk dat de vraag uniformer wordt?
![Jeffrey-Truijens-ILS-Configurator](https://www.aannemervak.nl/wp-content/uploads/2023/07/Nat_TruijensVDNDP042023-1-683x1024.jpg)
“Neem VDNDP. Dat is in de basis een informatieleverende partij. Ik wil heel graag mijn werk goed doen. Maar soms word ik tegengezeten door de manier waarop contracten bij mij binnenkomen, en de manier waarop mij een vraag wordt gesteld. Soms volgen ILS’en pas nadat ik een contract heb ondertekend. Hoe ga ik daar dan mee om? Ik heb contractueel beprijsd dat ik dit en dit zou doen. En heel slim dat jij nu via een ILS laat
weten dat ik ook dat en dat moet doen, maar daar heb ik in het contract geen rekening mee gehouden. Dan zit je al heel snel in een vervelende discussie. Dan denk ik: goh, als die vraag nou gewoon eens beter gesteld wordt.
Als sector moeten we de vragende kant daarbij helpen. Je kunt niet verwachten dat die vragende kant het allemaal maar weet. Dat kan gewoon niet, want je hebt niet overal kennis van. Zelfs hier bij VDNDP kan niet iedereen afzonder- lijk vertellen wat ie precies nodig heeft. Maar als collectief weten we het wel. En dat moeten we nou juist gaan delen met elkaar. Als je dat ook nog op een gestandaardiseerde en uniforme manier doet, dan zie je dat je hele slimme dingen met elkaar kunt doen. Dan gaat er veel meer innovatie plaatsvinden op de aanbiedende, informatieleverende kant. Denk aan slimme bibliotheken en het slimmer inrichten van automatiseringsprocessen door hergebruik van data.”
Wat hebben aannemers hieraan?
“De ILS Configurator is momenteel als minimaal product opgeleverd waarbij we nog eindigen met een pdf als contractstuk. De eerste vervolgstap is dat we een digitale workflow ingaan. Dat betekent dat vanuit de ILS Configurator door middel van exports en API’s software automatisch de uiteindelijk aangeleverde informatie gecontroleerd wordt op wat erin zou moeten zitten. Dat gaat aannemers enorm veel winst opleveren, want nu moet dit per project nog handmatig ingericht worden. Voor aannemers wordt de basis van al hun processen dus eenvoudiger. Ze weten veel beter waar hun opdrachtgevers op hebben aangestuurd en kunnen veel meer vertrouwen op de waarde van de data die ze aangeleverd krijgen. Dat betekent dat ze minder bezig hoeven zijn met de vraag: staat de gevraagde informatie er überhaupt in? En meer met: klopt de informatie? En welke slimme dingen kan ik ermee doen?”
Is de ILS Configurator ook interessant voor kleine en middelgrote aannemers?
“Zeker. Ik denk dat ook de kleine opgaves gemakkelijker worden als de ILS Configurator wordt ingezet. Op het moment dat de digitale workflow ondersteund wordt, kan de software die ook mkb-aannemers in huis hebben de intelligentie van de ILS Configurator gebruiken. Dit doen we niet alleen, want buildingSMART praat met grote softwarebedrijven als Solibri en de makers van softwarepakketten als Revit en ArchiCAD om deze digitale workflow te ondersteunen.
En samen met digiGO hebben we gesprekken met meer lokale softwareleveranciers om zo een integratie te bouwen met de ILS Configurator: denk aan Pillr, BIMcollab, Verifi3D, Cadac Control en DAQS.IO. Als de ILS Configurator in die pakketten standaard zit ingebakken, dan kunnen mkb-aannemers daar ook direct gebruik van maken. Bovendien helpt de ILS Configurator jou om volgens de laatste normen en standaarden te werken. Mooier kan niet, dat is alleen maar win-win. En de verschillende softwarepakketten kunnen daarmee omgaan ook. Dat is de ambitie.”
Hoe ziet de ILS Configurator er over vijf jaar uit?
“Er is nog een andere grote ontwikkeling gaande, die van het Digitaal Stelsel Gebouwde Omgeving (DSGO). Dit stelsel moet het uitwisselen van data enorm gaan verbeteren. Mijn visie is dat de ILS Configurator een soort stelselvoorziening gaat worden. Je gebruikt de ILS Configurator om maximaal gebruik te maken van de potentie van het DSGO. De ILS Configurator vormt dan de basis voor elke digitale samenwerking in de keten. Het maakt daarbij niet uit of je gebouwbeheerder bent, leverancier, architect of fabrikant. Als jij ook maar iets van data in de gebouwde omgeving uit te wisselen hebt, dan gaat dat via het DSGO. En met de ILS Configurator zet je dan de basis neer voor je contract.”
Wat wordt de eerstvolgende doorontwikkeling?
“Als bedrijf heb je behoefte aan een bedrijfspagina, beheer van gebruikers, het kunnen klaarzetten van templates… Al dat soort zaken zal de komende jaren ontwikkeld worden om van de ILS Configurator een volwaardige businesstool te maken. Voor dit ontwikkelproject zoeken we weer de samenwerking met partijen, pre-concurrentieel. Het project is tot nu toe gedragen door stakeholders als Bouwend Nederland, de BNA, de Europese Unie, de Gemeente Rotterdam en een bedrijf als SPIE. Ik zou het mooi vinden als we voor de doorontwikkeling nieuwe partijen kunnen betrekken en dat ook de bestaande door willen gaan.”
Welke obstakels zijn er voor de doorontwikkeling van de ILS Configurator?
“Iedereen vindt dat er iets zou moeten komen, maar allemaal vinden ze het moeilijk om zelf het voortouw te nemen. Ik ben nu vier jaar bezig met de ILS Configurator en het gemakkelijkst was het bouwen van de tool, want die hadden we in driekwart jaar staan. Maar dat hele stuk ervóór, zorgen dat er daadwerkelijk investeerders komen, in een pre- concurrentiële setting tot samenwerking komen, oog hebben voor elkaars belangen, maar ook beseffen dat er soms keuzes gemaakt moeten worden…
Die hele dynamiek, daar ben ik het drukst mee geweest. De valkuil is dat mensen gaan denken: iemand anders zal wel het vervolg organiseren. Terwijl: je moet niet naar een ander kijken. Als jij gelooft in deze tool, dan moet je zelf opstaan om een volgende stap te zetten. Alleen denken we in deze sector soms een beetje klein: heb ik morgen kwart over twee iets aan de ILS Configurator?
Maar zo werkt het niet. Je moet een lange adem hebben, geloof erin hebben, ondernemerschap tonen. Ondernemers gaan soms voor dingen waarvan ze denken: dit moet gewoon gaan komen. Punt. Gas erop, gaan! Soms wordt er te bestuurlijk gedacht. Kan ik dit verantwoorden? Gaat het binnen mijn periode wel goed komen? Er heerst wat mij betreft te veel van dat soort denken. Terwijl het juist nodig is om hier met elkaar de schouders onder te zetten.
Dat vind ik het mooie aan een bedrijf als SPIE. Dat zegt: wij hadden zelf zo’n soort tool kunnen bouwen, alleen was die nooit geworden wat ze nu is. Dan stop ik het bedrag dat ik daarvoor in gedachten had liever in zo’n traject, omdat ik geloof dat jullie er wat goeds mee gaan doen. Die mindset zie ik graag meer in de bouwsector. Ik hoop dat we hebben aangetoond dat we in een pre-concurrentiële setting wat met elkaar kunnen realiseren, ook nog op basis van de nieuwste technologie. Laten we nu doorpakken.”
Waar ben je het trotst op?
“Ik ben heel trots op het netwerk dat we door de jaren heen hebben opgebouwd. Al die mensen zouden eigenlijk mijn collega kunnen zijn, ik heb er zo leuk en leerzaam contact mee. Samenwerken in een pre-concurrentiële setting is heel goed voor je organisatie; je haalt zoveel meer kennis binnen door bij te dragen. Het klinkt heel gek, maar bijdragen is bijna ophalen. Dat gun ik alle bedrijven.”
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Aannemer 4 – 2023.
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.