De bouw digitaliseert volop maar industrialiseert nauwelijks. Dat is de conclusie van het rapport ConTech: Technologie in de bouw (november 2018), gemaakt in opdracht van ING Economisch Bureau.
Op het gebied van digitalisering maakt de bouw een inhaalslag. In 2016 had een medewerker in de bouw bijna 3000 euro aan software tot zijn beschikking. In 1996 was dit 350 euro. In de bouw, waar ieder project vaak opnieuw ontworpen wordt, levert digitalisering veel voordelen op. Het maakt het ontwerpen efficiënter en bouwfouten worden al in de ontwerpfase opgemerkt. Maar ook veel andere werkzaamheden gaan in de bouw sneller doordat de wereld digitaliseert. Zo kan een kleine onderhoudsklus op basis van digitale foto’s geoffreerd worden en dat scheelt weer een bezoek bij de klant.
Industrialisatie
Industrialisatie daarentegen is in de bouw nog nauwelijks van de grond gekomen. Een bouwmedewerker heeft voor circa 11.000 aan machines tot zijn beschikking. In de industrie is dat 10 keer zoveel. Dat komt doordat bouwbedrijven een zeer hoge mate van flexibiliteit nodig hebben. Zij moeten iedere keer op een andere locatie iets anders bouwen. Dit gebeurt in een volatiele markt waar ze snel op en af moeten schalen. Logisch dat veel bouwbedrijven kiezen om niet te investeren in machines die flink op de vaste lasten drukken en bovendien vaak maar één soort taak kunnen uitvoeren, zo schrijven de onderzoekers. Robotica (zoals bijvoorbeeld een metselrobot) en 3D printen in combinatie met prefab bieden een oplossing omdat daarmee de gevraagde ‘mass customisation’ en flexibiliteit mogelijk is. Hoge investeringskosten en bouwen op steeds een andere locatie blijven echter knelpunten.
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.