#Bouwtrends

Meer boeren, verwerkers en bouwers nodig voor ‘van land tot pand’

Groep telers rondom Oude Pekela verbouwt met succes hennep als rustgewas voor biobased bouwmaterialen (Foto Building Balance).

De lat ligt hoog: in 2030 moet minstens 30% van de nieuwbouwbouwwoningen minimaal 30% biobased bouwmaterialen bevatten en moet minstens 30% van de bestaande gebouwen verduurzaamd worden met dat soort materialen. Daarvoor is het noodzakelijk dat de binnenlandse teelt van vezelgewassen voor de productie van deze materialen groeit van 7.500 (zonder graanstro) naar 50.000 hectare. Het wordt nog een fikse uitdaging om dat doel te bereiken.

Volgens landbouworganisatie LTO valt er met de teelt van vlas, hennep of miscanthus op dit moment nog geen goede boterham te verdienen voor de akkerbouwer. “En zolang dat het geval is, gaat de Nederlandse akkerbouw echt niet grootschalig vezelgewassen telen voor biobased bouwmaterialen”, voorspelt voorzitter Tineke de Vries van de LTO-vakgroep Akkerbouw en Vollegrondsgroente.

Volgens Sjoerd Klijn Velderman is die grootschalige teelt ook helemaal niet nodig. Hij is namens Building Balance manager van het team dat de industriële verwerkers, de bouwsector en opdrachtgevers in de bouw activeert om deel uit te maken van die ketens. “We hebben uiteindelijk nog geen 7% van het landbouwareaal nodig om volledig biobased te bouwen in Nederland. Bovendien hebben we het over rustgewassen. Daar verdient de akkerbouwer zijn boterham niet mee. Een robuustere en iets hogere opbrengst dan de sterk wisselende prijzen van de alternatieven is al genoeg. Er zit een groep akkerbouwers rondom de verwerkingsfabrieken in Oude Pekela voor wie hennep nu als rustgewas het meeste opbrengt.”

200 miljoen subsidie

Met de Nationale Aanpak Biobased Bouwen hebben het Rijk en Building Balance, die dit plan ten uitvoer brengt, grootse plannen met biobased bouwen in Nederland. Ministeries stellen tot 2025 25 miljoen euro beschikbaar om ketens op te richten tussen boeren, verwerkers van de vezelgewassen tot biobased bouwmaterialen en de afnemers van die materialen. Vanaf volgend jaar tot 2030 beschikken vier ministeries samen over nog eens over 175 miljoen euro om de markt in deze periode verder uit breiden. Onder het mom Van land tot pand zijn de eerste piketpalen geslagen. Intussen zijn 15 ketens actief en voor volgend jaar wordt dit aantal verhoogd naar 25. “Dit zijn echt actieve ketens van telers, industriële verwerkers van de vezels naar een bouwmateriaal en de afnemers van de biobased bouwmaterialen”, vertelt Sjoerd Klijn Velderman.

“Het gaat de goede kant op met de ketenvorming van boeren, verwerkers en bouwsector”

Sjoerd Klijn Velderman, bouwactivator Building Balance

Enkele hobbels

Volgens de manager van Building Balance gaat het de goede kant op met die ketenvorming. “Overal waar ik kom zijn betrokken partijen bezig met marktverkenningen en of biobased bouwmaterialen echt een alternatief kan zijn voor fossiele bouwmaterialen. De bouw- en verduurzamingssector wil echt wel overschakelen. Ook op lokaal niveau zijn boeren bereid om delen van hun grond beschikbaar te stellen voor de teelt van vezelgewassen. Alleen struikelen dit soort initiatieven soms onderweg over enkele hobbels en helaas worden die in de media uitvergroot. En dat leidt dan weer tot twijfel en onzekerheid bij marktpartijen om door te zetten.”

“Die belemmeringen zijn dezelfde als die bij traditionele bouw, maar dan met nieuwe materialen. De bouwsector is biobased materialen nog niet gewend. Dus bijvoorbeeld een verkeerde verwerking kan al een struikelblok zijn. Als iemand niet of foutief de verwerkingsvoorschriften hanteert, kunnen in de praktijkproblemen optreden.”

Klijn Velderman vervolgt: “Daarnaast ontbreekt het nog aan adequate regelgeving voor biobased bouwmaterialen. Als partijen op dit moment de MPG als ontwerprichtlijn gebruiken dan vallen die bouwmaterialen negatiever uit in de berekeningen dan traditionele bouwmaterialen zoals reguliere isolatiematerialen, beton en baksteen. Dat komt omdat niet alle biobased materialen een levenscyclusanalyse (LCA) hebben ondergaan. Daar zijn we druk mee bezig.”

biobased bouwmaterialen; olifantsgras
Olifantsgras is één de drie meest kansrijke gewassen om verwerkt te worden tot een biobased bouwmateriaal (Foto: LTO)

Te lage prijs

Een andere nog crucialere belemmering heeft te maken met de prijs van biobased bouwmaterialen. Die materialen kosten de bouwsector vaak (te) veel in vergelijking met traditionele materialen, terwijl de telers van de vezelgewassen juist een te lage prijs krijgen. “Toch lukt het een aantal partijen om met een nieuw ontwerp vanaf de fundering biobased woningen te verkopen die goedkoper zijn dan een traditioneel gebouwde woning”, brengt Klijn Velderman er tegenin. “Maar daarmee zijn we er nog niet.”

Koolstofcertificaten

Met een deel van de eerdergenoemde 200 miljoen euro koopt de overheid bij akkerbouwers koolstofcertificaten op om hen te activeren met biobased teelt aan de slag te gaan. Maar dat is volgens Tineke de Vries, voorzitter van de LTO-vakgroep Akkerbouw en Vollegrondsgroente, vooralsnog een druppel op de spreekwoordelijke gloeiende plaat. “Veel aannemers vinden biobased bouwmaterialen nog te duur en dat betekent dus dat de prijs nog verder moet dalen. Dat gaat ten koste van de verkoopprijs voor de teler, terwijl die op dit moment iets verdient met het telen van hennep, vlas of miscanthus als de financiële bedrijfslasten laag zijn. Als je het aanbod van vezelgewassen wilt verhogen, moet de teler ongeveer 3000 euro per hectare verdienen, anders gaat de boer gewoon de reguliere rustgewassen telen. Vezelgewassen kunnen qua financiële opbrengst gewoon niet concurreren. De schoorsteen moet wel blijven roken hè?”

“De teler verdient momenteel te weinig met telen vezelgewassen voor biobased bouwmaterialen”

Voorzitter Tineke de Vries van LTO-vakgroep Akkerbouw en Vollegrondsgroente

Volgens Building Balance klopt het niet dat rustgewassen structureel 3000 euro per hectare moeten opleveren. Voor stro ligt de prijs bijvoorbeeld tussen de 800 en de 1200 euro. Klijn Velderman ziet boeren juist kiezen voor hennep of vlas omdat het als rustgewas het beste rendement oplevert. Om de verkoopprijs voor de teler verder te verhogen en de kostprijs te verlagen is simpelweg schaalvergroting nodig; vandaar de vorming van meer ketens die korter zijn dan in de bouw. De Vries waarschuwt: “Dan nog moet de teler wel een eerlijke prijs krijgen voor haar product. Mijn buurman, die op een deel van zijn perceel vezelgewassen verbouwt, krijgt slechts 6 à 700 euro per hectare, terwijl 3000 euro nodig is om er iets aan te kunnen verdienen. Er moeten eerst goede prijsafspraken worden gemaakt in die ketens.”

biobased materialen; vezelisolatie
Vezelisolatie wordt steeds vaker toegepast.

Gezonde boterham

Klijn Velderman wijst op een succesvol praktijkvoorbeeld in Noord-Brabant. “Daar is een keten actief, waarbij de akkerbouwers zelf een vezelcoöperatie hebben opgericht. Zij spelen proactief in op de ontwikkelingen en bepalen zelf hun prijs”, zegt hij. “Er is echt al van alles mogelijk, maar bedenk wel dat de markt nog maar net aan het omschakelen is; het aandeel biobased in de Nederlandse bouw is qua gewicht beperkt: 2% is hout en slechts 0,1% bestaat uit andere biobased materialen. Als de Nederlandse bouwsector overgeschakeld is op agrobased bouwmaterialen dan kunnen akkerbouwers die actief willen worden in de teelt van vezelgewassen er een ‘gezonde boterham’ mee verdienen.”

Coöperaties

Zowel Building Balance als de LTO-vakgroep Akkerbouw en Vollegrondsgroente pleiten voor het vormen van coöperaties tussen boeren, industriële verwerkers en afnemers van de biobased bouwmaterialen. Een samenwerkingsvorm die in de landbouw al sinds jaar en dag gebruikelijk is en waarmee de nodige successen zijn geboekt. Binnen zulke coöperaties kunnen op regionaal niveau langjarige afspraken worden gemaakt over prijs en afzet. Klijn Velderman: “De hogere waarde die biobased bouwmaterialen hebben voor het milieu en klimaat dan traditionele bouwmaterialen moet terug te zien in de prijs die onder meer de teler voor zijn werk krijgt. Dan ontstaat er een vliegwieleffect onder akkerbouwers om meer vezelgewassen te telen. En hoe groter het aanbod van biobased bouwmaterialen wordt hoe groter de winstmarge voor iedere schakel in de keten. Maar daar gaat enige tijd overheen voordat het zover is.”

Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Schrijf je in voor de Aannemer nieuwsbrief

Elke week de laatste ontwikkelingen uit de aannemerij ontvangen in je mailbox?
Sluit je aan bij ruim 6.600 bouwprofessionals en mis niets!