#Isolatie

Bouwschade | Na-isoleren van spouwmuren vraagt om een kritische blik

Een spouw waarvan de na-isolatie met vocht verzadigd is. (foto: Kettlitz Gevel- en dakadvies)

In een tijd waarin energetisch renoveren hoog op de politieke agenda staat, lijkt het na-isoleren van spouwmuren een financieel aantrekkelijke manier te zijn om snel de thermische isolatie van woningen te verbeteren. In een groot deel van de situaties kan dit probleemloos worden uitgevoerd. Maar vaker dan wenselijk kan een aantal bouwfysische veranderingen optreden in de constructie. Met desastreuze consequenties.

Onder na-isoleren van gevels verstaan we doorgaans het opvullen van de lege ruimte in de spouw met een isolerend materiaal. Voor de keuze van het isolatiemateriaal zijn er vele mogelijkheden, die grofweg in drie categorieën te verdelen zijn: vlokken, parels en schuimen. Door middel van een spuitmond wordt de muur in een vast grid met isolatiemateriaal geïnjecteerd voor een goed gevulde spouw.

Bouwfysische veranderingen als gevolg van na-isoleren

Hoewel een lege spouwmuur nauwelijks isolerend vermogen heeft, heeft zo’n spouw zeker een aantal belangrijke voordelen. Bij heftige regen wordt het buitenspouwblad verzadigd met water, wat na enige tijd doorslaat naar de spouwzijde en daar zal neerdruppelen. Bij een lege spouw is dit doorgaans geen probleem. Het water druppelt naar beneden, waarbij het binnenspouwblad droog blijft.

Het buitenspouwblad blijft bij een lege spouw ook warmer dan bij een gevulde spouw (zie tekening), waardoor er meer droogvermogen is om doorslaand water te verdampen. Bij een nagevulde spouw is deze droging veel geringer. De na-isolatie kan bij vochtdoorslag vochtig worden en zelfs water naar het binnenspouwblad geleiden. Niet zelden ontstaan hierdoor vochtige binnenmuren, wat in combinatie met onvoldoende opwarming van binnenuit kan leiden tot giftige schimmelvorming.

Temperatuurverloop bij een ongevulde metselwerk-spouw (links) en bij een gevulde spouw (rechts). Het buitenspouwblad is bij een gevulde spouw kouder dan bij een ongevulde spouw, te zien aan de donkere blauwe kleur.

Spouwankers

Spouwankers dienen om een constructief geheel te vormen tussen het binnen- en buitenspouwblad. Deze spouwankers zijn doorgaans van verzinkt staal en daardoor gevoelig voor (langdurige) vochtbelastingen. In een ongevulde spouw kunnen deze spouwankers ‘drogen’ aan de spouw en liggen ze warmer. Bij een nagevulde spouw worden ze echter puntkoudebruggen en verliezen ze droogvermogen door de koudere ligging. Dit kan, zeker bij ankers die al door corrosie zijn aangetast, leiden tot degradatie en verlies van constructieve samenhang tussen het binnen- en buitenblad.

Vochtbruggen door valspecie

Tijdens het metselen kan specie aan de niet zichtbare spouwzijde naar beneden zijn gevallen; ook wel valspecie genoemd. Bij accumulatie van valspecie en ander puin kan aan de onderzijde van de spouw een verbinding ontstaan tussen het binnen- en buitenblad: een koudebrug. Bij het na-isoleren worden deze koudebruggen extra geaccentueerd en kan een te lage oppervlaktetemperatuur aan de binnenzijde ontstaan door de geleiding van kou naar binnen toe. Een lage oppervlaktetemperatuur kan op zijn beurt in combinatie met een hoge relatieve luchtvochtigheid leiden tot schimmelvorming.

Esthetische gebreken als gevolg van na-isoleren van spouwmuren

Zoals eerder benoemd worden bij het na-isoleren inblaasgaten geboord op de kruisingen van lint- en stootvoegen. Bij het boren is het voorstelbaar – alhoewel niet onvermijdbaar – dat stenen geraakt en beschadigd worden. De mate van schade die dat oplevert is afhankelijk van de hardheid van de gebruikte steen. Vooral bij de hardere steensoorten is er een serieuze kans op loskomende hoekjes en schilfers. Voor de een zijn dergelijke esthetische schades storend, de ander vindt ze acceptabel in ruil voor de behaalde thermische isolatiewinst.

Na het vullen van de spouw dienen de boorgaten opnieuw gevoegd te worden. Kleurverschillen ten opzichte van de originele kleur zijn onvermijdelijk, zeker als de voegen al verouderd zijn. Niet zelden ontstaan er discussies over dit soort esthetische kwesties. De oorzaak ligt vaak bij de verwachtingen. Daarom dient de aannemer de opdrachtgever te informeren over het eindresultaat met een proefstuk of referentiemateriaal.

spouwmuur
Beschadigde stenen, zichtbare cementwaas en afwijkende voegkleur als gevolg van na-isolatie.

Thermische verbetering door na-isoleren spouwmuren

De thermische isolatiewinst van na-isoleren van spouwmuren is afhankelijk van een aantal factoren. Bij het na-isoleren van een lege en schone spouw, waarbij de spouw gevuld wordt met een constant inblaaspatroon, kan men er vanuit gaan dat de behaalde thermische isolatiewinst nagenoeg gelijk is aan de gedeclareerde thermische waarde van het isolatiemateriaal. Bij het na-isoleren van een al deels gevulde spouw, met bijvoorbeeld een deken van minerale wol, is echter lastiger te voorspellen hoeveel verbetering dit daadwerkelijk oplevert. De oude isolatie kan namelijk deels vergaan zijn of de nieuwe isolatie kan, afhankelijk van de inblaaspositie, het oude isolatiemateriaal verdrukken. Er kunnen zelfs naden ontstaan in het oude isolatiemateriaal die niet of slecht gevuld worden bij het aanbrengen van de na-isolatie. Een vooronderzoek is dan ook zeker aan te bevelen.

Zelfs met een vooronderzoek bestaande uit meerdere proefboringen is het moeilijk, dan wel onmogelijk, om een compleet beeld te krijgen van de situatie in de spouw. En juist daarom spreekt de prestatiecertificatie van het isolatiemateriaal over een gedeclareerde warmtegeleidingscoëfficiënt (lambda) en een rekenwaarde. De gedeclareerde lambda geldt voor een vast volume van het gebruikte isolatiemateriaal; een rekenwaarde houdt rekening met de afwijkende omstandigheden in de spouw en is dus hoger (slechter isolerend) dan de gedeclareerde waarde. Maar zelfs deze slechtere rekenwaarde kan ‘gemiste’ spouwdelen niet compenseren. Het compenseert voor de zogeheten typische omstandigheden die zich kunnen voordoen bij het juist toepassen van het materiaal, zoals het ontstaan van holtes.

Duidelijke afspraken

Er zijn veel obstakels op het gebied van na-isoleren. Desondanks blijft het bij de juiste omstandigheden een goede manier om het thermische comfort van een pand te verbeteren. Opdrachtgever en opdrachtnemer doen er goed aan vooraf duidelijk afspraken te maken over de te verwachten resultaten en dit kracht bij te zetten door middel van referenties of proefstukken. Opdrachtnemers zijn verplicht vooraf een gedegen onderzoek uit te voeren, bestaande uit meerdere proefboringen. Het is de verantwoordelijkheid van de opdrachtnemer om een goed beeld te krijgen van de spouw en de opdrachtgever te informeren als de omstandigheden niet ideaal zijn.

Na de na-isolatiewerkzaamheden is het belangrijk dat bewoners van de woning gedurende de winter goed stoken om te zorgen dat koudebruggen niet leiden tot schadelijke schimmel. En als problemen aan blijven houden, bestaat er altijd nog de mogelijkheid de buitenmuren te hydrofoberen (waterafstotend maken) om te zorgen dat de vochtbelasting afneemt.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Aannemer 1-2024.

  • Aannemers hebben vandaag de dag toegang tot een breed scala aan isolatiematerialen. Het kiezen van het juiste materiaal voor specifieke toepassingen is belangrijk om optimale prestaties te garanderen.
    Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen.

Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Schrijf je in voor de Aannemer nieuwsbrief

Elke week de laatste ontwikkelingen uit de aannemerij ontvangen in je mailbox?
Sluit je aan bij ruim 6.600 bouwprofessionals en mis niets!