#Isolatie

Binnenisolatie vraagt extra aandacht vanwege vochtproblemen

Een bestaande gevel voorzien van een hsb-rek opgevuld met harde isolatieplaten.

Het isoleren van bestaande woningen en gebouwen is momenteel relevanter dan ooit, onder meer vanwege de gestegen gasprijs. Die stijging raakt vooral bewoners van woningen gebouwd voor 1970. In Nederland gaat het daarbij om bijna 3,6 miljoen woningen. Slechts een klein deel daarvan is gerenoveerd en thermisch verbeterd. Daarnaast is bij een deel van deze woningvoorraad buitengevelisolatie geen optie door ruimtegebrek of de historische status. In dat geval kan binnenisolatie een goed alternatief zijn.

Bij de toepassing van binnenisolatie wordt de isolatielaag meestal in combinatie met een voorzetwand in het interieur geplaatst. Dit heeft positieve en negatieve effecten. De energiebesparing is, zeker bij niet geïsoleerde woningen, aanzienlijk en het comfortniveau verbetert drastisch. Wel wordt het woonoppervlak verkleind. Tegelijkertijd levert binnenisolatie bouwfysische uitdagingen op met betrekking tot vocht dat in de woning aanwezig is.

Dampspanning en voorzetwanden

Volsteens metselwerk of spouwmuren leveren doorgaans geen condensatieproblemen op aan de binnenzijde van de woning. Tijdens de winter wordt het binnenspouwblad verwarmd, waardoor vocht kan uitdampen. Als er echter isolatie wordt toegevoegd, verplaatst de temperatuurlijn van de constructie zich: het metselwerk komt kouder te liggen.

Als het vocht dat in de woning wordt geproduceerd het nu koude binnenblad bereikt, zal het daar condenseren en indien het niet tijdig kan uitdampen, zorgen voor schade. Het is dus belangrijk om het vocht vanaf de binnenkant te weren door middel van een dampremmende folie, geplaatst aan de warme zijde van de isolatie. Het aanbrengen van de dampremmende folie moet zorgvuldig gebeuren, aangezien een enkele scheur of andere schade kan leiden tot condensatie tegen het binnenblad.

Waterbufferende isolatiematerialen

Omdat de dampremmende laag van essentieel belang is en de kans op fouten groot (een scheur is namelijk zo gemaakt) zijn er alternatieven op de markt gebracht die werken zonder dampremmende laag. Bij deze alternatieve methodes – met hun eigen voor- en nadelen – wordt doorgaans gekozen voor de toepassing van zogenoemde waterbufferende isolatiematerialen, zoals houtvezelisolatie of calciumsilicaatisolatie. Deze materialen kunnen condensvocht dat neerslaat tegen het binnenblad als het ware opzuigen, verdelen over de isolatie en vertraagd weer afgeven aan het binnenmilieu, via capillaire werking.

Het voordeel is dat er geen lastig aan te brengen dampremmende folie meer nodig is. Qua montage zijn dergelijke systemen zeer aantrekkelijk, maar er zijn ook zeker nadelen. Het is essentieel dat de binnenafwerking, zoals stuc, dampopen genoeg is, zodat het vocht ook daadwerkelijk kan uitdampen naar binnen toe.

Binnenisolatie: Waterbu erend
isolatiemateriaal
zoals
houtvezelisolatie
kan condensvocht
als het ware
opzuigen
en vertraagd
teruggeven aan het
binnenmilieu.
Waterbufferend isolatiemateriaal zoals houtvezelisolatie kan condensvocht als het ware opzuigen en vertraagd teruggeven aan het binnenmilieu.

Stuc is in principe dampopen genoeg als afwerking, maar wat als opvolgende bewoners telkens het stuc voorzien van een nieuwe verflaag? Na verloop van tijd kan alsnog een dampdichte afwerking ontstaan met opgesloten vocht als resultaat. De kans op schade is dan groot. Daarnaast moet zo’n systeem meestal permanent verlijmd worden aan het binnenblad of een andersoortige constructie, om ervoor te zorgen dat het condensvocht kan worden opgenomen door de isolatie. In het kader van reversibel/circulair bouwen is dat een nadeel.

Koudebruggen

Bij koudebruggen denkt men vaak aan constructie-elementen, zoals balkons of balken, maar ook muren die haaks op de gevel staan zijn koudebruggen. Net zoals warmte zoekt ook kou de makkelijkste weg naar binnen. In niet geïsoleerde woningen zijn er tal van koudebruggen. Hoewel deze leiden tot veel energieverlies is er ook een positief effect, namelijk dat koudebruggen gelijkmatig worden afgekoeld en opgewarmd. Daardoor blijft de constructie qua temperatuur relatief stabiel.

Wanneer isolatie aan de binnenzijde wordt toegevoegd, worden de ongeïsoleerde elementen extra geaccentueerd en als gevolg daarvan nog kouder. Dit kan leiden tot oppervlakte- of inwendige condensatie. Het Bouwbesluit 2012 geeft hiervoor een factor voor de temperatuur (f-factor) op als eis, namelijk: 0,65 (voor woningbouw). Dit betekent dat, als de constructie op elk punt minstens 65 procent van de heersende binnentemperatuur bezit, het risico op interne condensatie beperkt is.

Er zijn in principe twee opties om een hogere oppervlaktetemperatuur te creëren: gedeeltelijk inpakken of juist vrijhouden.

Hoger oppervlaktetemperatuur creëren

Niet elke koudebrug is volledig op te lossen, zoals een dragende muur of een balkonconstructie. Er zijn in principe twee opties om een hogere oppervlaktetemperatuur te creëren: gedeeltelijk inpakken of juist vrijhouden. Bij het inpakken van koudebruggen is de algemene vuistregel dat deze elementen ongeveer 1 meter rondom moeten worden ingepakt. De koudebrug kan dan voldoende opwarmen tot een acceptabele temperatuur. Dit wordt vooral toegepast bij de grotere elementen, zoals muren en doorstekende balkons.

De tweede optie, de koudebrug bewust vrijlaten, zorgt ervoor dat de kou uitstraalt over een groter oppervlak en de warmte een groter oppervlak kan bereiken. De binnenlucht kan dan de constructie opwarmen. Vooral bij kleinere koudebruggen, zoals balken, kan dit een goede optie zijn. Dit heeft wel tot gevolg dat er meer warmte verloren gaat via de gevel. Daarbij moet nog steeds vermeden worden dat damp naar de koude delen in de gevel kan stromen en daar condenseert.

Binnenisolatie goed alternatief

Binnenisolatie is dus een goed alternatief in die gevallen waar buitenisolatie geen optie is. Wel vergt de toepassing ervan extra aandacht met betrekking tot vochtwerking.

Geadviseerd wordt om een specialist de situatie goed in kaart te laten brengen, zoals beschikbare ruimte, mogelijke koudebruggen, hoeveelheid kritische details en het huidige gevelsysteem, voordat een geschikt isolatiesysteem wordt gekozen.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Aannemer 5-2023.

Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Schrijf je in voor de Aannemer nieuwsbrief

Elke week de laatste ontwikkelingen uit de aannemerij ontvangen in je mailbox?
Sluit je aan bij ruim 6.600 bouwprofessionals en mis niets!