Fabrikanten van ventilatiesystemen trokken de afgelopen jaren alles uit de kast om hun systemen BENG-proof te maken en onder de aandacht te brengen van bouwers, architecten en installateurs. De strijd is nu zo goed als gestreden, het stof is neergedwarreld. Een inventarisatie van de belangrijkste trends.
Binnenluchtkwaliteit
Het is misschien een dooddoener, maar laten we het hier toch nog maar even zeggen: door de nieuwe manier van bouwen, waarbij kierdichtheid en isolatie een voorname rol spelen, ligt het gevaar op de loer van onvoldoende binnenluchtkwaliteit. Ventilatie zal dus niet langer een sluitpost zijn, maar wordt integraal onderdeel van de woning én een essentieel element bij het tot stand brengen van een aangenaam wooncomfort.
Balansventilatie
Bij (centrale) balansventilatie lopen toevoer en afvoer van ventilatielucht door dezelfde ventilatie-unit met warmtewisselaar. Groot energetisch voordeel van deze techniek is dat de warme retourlucht de frisse binnenkomende ventilatielucht kan voorverwarmen. Nadeel is dat het systeem een goed onderhoud vereist: als de filters niet tijdig worden vervangen, blijft er van de frisse lucht niet veel over.
De stammenstrijd tussen ventilatiesysteem D (balansventilatie) en ventilatiesysteem C (natuurlijke/ mechanische ventilatie) is zo goed als gestreden. Balansventilatie met warmteterugwinning gold lange tijd als de gouden standaard qua energieverbruik. In de BENG-eisen werd D ook lange tijd beter gewaardeerd dan C, maar daar kwam twee jaar geleden verandering in (zie kopje: ‘forfaitaire waarde’).
![Het TronicTwin 120 ‘ZR’ ventilatierooster van Duco combineert natuurlijke ventilatie en buitenzonwering.](https://www.aannemervak.nl/wp-content/uploads/2022/07/2.jpg)
Mechanische/natuurlijke ventilatie
Mechanische of natuurlijke ventilatie houdt in essentie zoveel in als aanvoer via ventilatieroosters en afvoer via een MV-box. Voordeel zijn de lagere (installatie)kosten ten opzichte van balansventilatie en de garantie op frisse buitenlucht. Zoals de voorstanders het omschreven: je ruikt het versgemaaide gras. Nadeel is het risico op koudeval langs de ramen en een hoger energiegebruik doordat er geen warmteterugwinning plaatsvindt, al is er wel de mogelijkheid van het koppelen van de afgevoerde lucht aan een ventilatieluchtwarmtepomp (zie kopje: ‘ventilatieluchtwarmtepomp’). Producenten die van oudsher vooral actief waren met ‘C’-systemen hebben zich jarenlang verenigd in Natuvent. Leden waren: Aluart Aluminium, Buva, Duco, Heycop Systemen, Renson, Ubbink en Velux. Een paar jaar geleden is Natuvent echter opgeheven.
Ventilatieroosters hebben de afgelopen tien jaar een metamorfose ondergaan. Veel roosters zijn nu zelfregulerend. Als er veel wind op de gevel staat, dan sluiten ze een beetje, zodat het niet naar binnen waait. Er zijn ook roostervarianten met ingebouwde zonwering of met elektrische elementen die de buitenlucht voorverwarmen als deze onder een bepaalde temperatuur zakt: erg comfortabel, maar de vraag is hoe deze feature uitpakt in een BENG-berekening.
De meeste natuurlijke/mechanische ventilatiesystemen voor nieuwbouw zijn tegenwoordig vraaggestuurd: op basis van de CO2 -concentraties in de woning (zie kopje: ‘vraagsturing’) wordt de ventilatie-unit en soms ook roosters aangestuurd. Tegenwoordig leveren de meeste producenten van ‘C’-systemen ook ‘D’-systemen, wat mede de oorzaak zal zijn dat de stammenstrijd is geluwd.
Forfaitaire waarde
De discussie tussen fabrikanten van ‘C’-systemen en ‘D’-systemen rondom BENG spitste zich toe op BENG-eis 1. De energie die nodig is om de ventilatieverliezen te compenseren, was lange tijd namelijk onderdeel van BENG-eis 1 en door die formulering staat ventilatiesysteem C (mechanische ventilatie met natuurlijke toevoer) op achterstand ten opzichte van ventilatiesysteem D (balansventilatie). Het was met de toepassing van een ventilatiesysteem C nauwelijks mogelijk om te voldoen aan de toen nog geldende BENG-eis 1 van 25 kWh/m2 .jr; het was zelfs moeilijk om onder de de 50 kWh/m2 .jr te komen. Natuvent protesteerde: BENG-eis 1 zou niet techniekneutraal en niet consequent zijn. Het protest had succes, want halverwege 2018 werd besloten om energieverlies ten gevolge van ventilatie niet meer tot de energiebehoefte voor verwarmen en koelen te rekenen, maar om deze, ‘forfaitair’ mee te nemen in BENG-eis 1: techniekneutraal dus.
![De Healthbox 3.0 van Renson is een vraaggestuurd ventilatiesysteem C+, dat is gekoppeld aan een app.](https://www.aannemervak.nl/wp-content/uploads/2022/07/3.jpg)
Vraaggestuurd ventileren
Moderne balansventilatiesystemen en natuurlijke ventilatiesystemen werken op basis van sensoren die de concentratie CO2 meten (en vaak ook geurtjes en vocht). CO2 is een belangrijke indicator van de kwaliteit van de binnenlucht. Volgens de huidige normen mag de concentratie niet boven de 1200 ppm uitkomen: boven deze concentratie kunnen bewoners klachten krijgen, zoals hoofdpijn. Veel fabrikanten hanteren een setpoint dat beduidend lager ligt, op 1050 ppm bijvoorbeeld. Op die manier is de luchtkwaliteit gewaarborgd.
Het is wel van belang om voldoende CO2 -sensoren in de woning te plaatsen. Sinds eind 2018 krijgen vraaggestuurde ventilatiesystemen die uitgerust zijn met een enkele CO2 -sensor strafpunten in de energieprestatieberekening. Dit geldt voor systemen C.4a (mechanische afvoer, natuurlijke toevoer via zelfregelende ventilatieroosters) en D3 (gebalanceerde ventilatie met WTW en CO2 -sturing op de afvoer, zonder zonering). Veelal betekent deze nieuwe regel een extra sensor in de slaapkamer.
Ventilatieluchtwarmtepomp
De ventilatieluchtwarmtepomp is een redelijk nieuwe methode om de warmte uit de ventilatielucht terug te winnen. Een kleine warmtepomp haalt daarbij de warmte uit de afgevoerde ventilatielucht en werkt die op. Veelal wordt techniek deze toegepast in renovatieprojecten, vaak door woningcorporaties. Maar ook bij nieuwe passiefhuizen en vakantiewoningen worden ze gebruikt.
Een warmtepompje van 2 of 6 kW verzorgt in zo’n woning de verwarming, ventilatie én verwarmt een boilervat met tapwater; voor de thermische desinfectie van het tapwater wordt voor de laatste paar graden het elektrische element ingeschakeld. De ventilatiewarmtepomp scoort goed in de BENG-eisen. Fabrikant Renson noemt de ventilatieluchtwarmtepomp ‘Ventilatiesysteem E’.
Decentrale ventilatie
In plaats van een centraal geplaatste (toevoer- en) afzuigunit, is het ook mogelijk om met decentrale units te werken, die ter plekke zowel de aanvoer als de afvoer van de ventilatielucht verzorgen, dit uiteraard met warmteterugwinning. Doordat je met deze oplossing heel gericht kan ventileren, zijn decentrale systemen behoorlijk energiezuinig. Ze kunnen alleen minder eenvoudig als stand-alone oplossing worden geïnstalleerd, omdat er vaak in de natte ruimten geen plek kan worden gevonden voor een decentrale ventilatie-unit in de muur. In combinatie met een simpele mv-box met afzuiging in de natte ruimtes zijn decentrale units wel goed mogelijk.
![Inventum komt deze zomer met de Ecolution Tower, een ventilatieluchtwarmtepomp, die het af kan zonder de backup van een gasgestookte cv-ketel.](https://www.aannemervak.nl/wp-content/uploads/2022/07/4.png)
![De Flair balansventilatie-unit van Brink.](https://www.aannemervak.nl/wp-content/uploads/2022/07/5.jpg)
Zonering
Bij een gezoneerd ventilatiesysteem kan in twee (of meer) zones onafhankelijk van elkaar geventileerd kan worden. Meestal zijn de zones ‘slapen’ en ‘wonen’. Dit gebeurt op basis van CO2-concentraties, die gemeten worden met sensoren. Op het moment dat de CO2 -concentratie in zo’n zone boven een bepaald niveau komt, dan wordt er in die specifieke zone extra geventileerd.
Zonering is een begrip dat gekoppeld is aan de 70 procent-regel. Die houdt in dat als je in staat bent om meerdere zones onafhankelijk van elkaar naar behoefte te ventileren, dat je dan maar 70 procent van de totale ventilatiebehoefte van de woning gelijktijdig hoeft te realiseren. De logica hierachter is dat je nooit voor 100 procent woont én slaapt in een woning. In de energieprestatieberekening van een woning scoort een gezoneerd systeem beter dan een 1-zone-woning. Bij de toepassing van de 70 procent-regel is het soms mogelijk om kleinere ventilatie-units toe te passen.
Toepassing van de 70 procent-regel werkt het best bij grotere woningen, waarbij de toevoer leidend is. In kleinere woningen zijn de standaard afvoereisen van toilet (25 m3/u), badkamer (50 m3/u) en keuken (75 m3/u) leidend en is met de 70 procentregel geen winst te behalen.
Oververhitting
In de BENG-eisen is voor het eerst het risico op oververhitting in de zomer meegenomen (TOjuli). Woningen die geen maatregelen treffen tegen oververhitting scoren minpunten. Met goede ventilatievoorzieningen kan je een hoop doen om oververhitting te beperken. Denk bijvoorbeeld aan een zomernachtventilatieluik of het ’s nachts doorventileren met een ventilatiesysteem C (nachtkoeling), waarbij gelijk een deel van de bouwmassa meegekoeld kan worden, zodat het gebouw overdag die koelte nog enige tijd vast kan houden.
Balansventilatiesystemen hebben een extra troef, want overdag is het buiten vaak warmer dan binnen. Wat je dan kan doen, is met de warmtewisselaar de koelte binnen houden door de warme buitenlucht eerst ‘voor te koelen’, net zoals in de winter eigenlijk de koude lucht voorverwarmd wordt, maar dan met het omgekeerde effect.
‘s Nachts wordt dan de wtw automatisch uitgeschakeld en de bypass geactiveerd. Deze passieve koelfunctie wordt echter op dit moment nog niet gewaardeerd in de berekening voor de TOjuli.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Bouwspecial BENG 2020.
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.